zondag 9 maart 2014

'Heeft u nooit gehoord dat Rommy in de hasj zat?'

Zoals gisteren gezegd, getuige de heer Huib Noorlander was door een arrestatieteam thuis opgehaald. Een arrestatieteam had met een bevel medebrenging tevergeefs op de deur geklopt, maar Noorlander lag vanwege zijn slaapmedicatie nog in diepe slaap. Het AT heeft daarop de deur ingebeukt, Noorlander wakker gemaakt en meegenomen naar de zitting in het JCS waar hij moest getuigen in de zaken van Siegfried Saez, Jesse Remmers en Moppie Rasnabe. Het ging over de zaak Cobra, de liquidatie van Henie Shamel en Anne de Witte in Antwerpen in 1993.

Siegfried Saez  jong - Jesse Remmers - Moppie Rasnabe - Henk Rommy

Huibertus 'Huib' Noorlander is geboren in 1934 in Rotterdam en woont momenteel in Scheveningen in een huur-appartement. Ondanks zijn slechte gezondheid wilde het Hof Noorlander toch liever op zitting horen, deelde de voorzitter vorige week mede, en niet bij de rechter-commissaris. De getuigenis van Noorlander ging over de periode rond 1993. Hij zou destijds contact hebben gehad met Henk Rommy. Noorlander heeft in het verleden een aantal malen gesproken met de recherche daarover, maar geen verklaringen ondertekend. Rechercheurs uit Utrecht waren 2 keer bij hem thuis geweest en één keer hadden ze hem gesproken in een horecagelegenheid in 2007 waar hij 'gratis' koffie had gedronken met de heren van de recherche. Men had wel processen-verbaal van bevinding opgesteld. Over hetgeen Noorlander destijds heeft gesproken met de recherche wilde het Hof Noorlander nu spreken.

De getuige gaf ook al vrij gauw aan dat zijn geheugen hem op zijn 80-jarige leeftijd en met alle kwalen die hij heeft hem vaak in de steek laat. Eigenlijk moest hij deze middag in het ziekenhuis komen en mogelijk zou hij opgenomen worden. 'Mijn geheugen is heel erg slecht, niet gewoon slecht, maar echt heel erg slecht', gaf Noorlander aan. Het gebeurt wel eens dat hij naar de keuken gaat en daar dan staat en denkt: wat moet ik hier nou ook weer doen? Dan gaat hij maar weer zitten, want dan kan hij er niet meer op komen. Vooral zijn korte termijn-geheugen is erg slecht. Hij slikt 12 soorten medicijnen, onder andere voor zijn hart en zware slaapmedicatie, daarnaast slikt hij medicatie om weer helder te worden.

Dan erbij, de gebeurtenissen waarover het gaat, hebben zich afgespeeld in 1993, meer dan 20 jaar geleden. Ook zijn lange termijn-geheugen is slecht gaf Noorlander aan toen men daar naar vroeg. De kwalen waar Noorlander het over had, onder meer hersenfalen, heeft hij te danken aan een overval in zijn woning waarbij Noorlander en zijn vrouw zwaar zijn mishandeld, vertelde hij later. Zijn vrouw ging de hond uitlaten, toen ze thuiskwam liepen er 4 overvaller mee naar binnen. Zijn vrouw kreeg een pistool in haar mond en het echtpaar is gruwelijk mishandeld. Kennelijk dachten zij dat bij de toenmalig handelaar in goud, diamanten, briljanten en kunst wat te halen viel. Noorlander zelf is onder andere met een ijzeren staaf op zijn hoofd geslagen en daarbij zwaar gewond geraakt. De overvallers hebben hem daarna ook nog vier jaar lang bedreigd en proberen af te persen. Hij heeft destijds doodsangsten uitgestaan.

De meeste vragen werden dan ook beantwoord met: 'Dat kan ik mij echt niet meer herinneren', 'Dat weet ik niet meer hoor' , 'Dat zegt mij niets' of 'Daar kan ik geen zinnig antwoord op geven'. Sommige vragen wist Huib Noorlander nog maar wel te beantwoorden.

Hier volgt een samenvatting van enkele relevante vragen die onder andere zijn gesteld.

De advocaat van Moppie Rasnabe, Mr.Fébe Schoolderman, die al enkele zitting invalt voor Mrs. Jan Hein Kuijpers en Mark Nillesen, begon na de plichtplegingen en wat vragen over het geheugen door het Hof als eerste met de zaaksgerelateerde vragen.

(samengevat)
Mr. Schoolderman: Meneer Noorlander, u heeft gesprekken gehad met rechercheurs, kunt u zich dat herinneren?
Noorlander: Ja, ze zijn een keer bij me thuis geweest.
Mr. Schoolderman: Ze zijn vaker bij u geweest, kunt u zich dat nog herinneren?
Noordlander: Ja, ze zijn twee keer bij me thuis geweest en één keer een afspraak in Scheveningen, ja. Drie keer als ik het me goed herinner. Ja, twee of drie keer.

Mr. Schoolderman: Weet u nog waar het over ging?
Noorlander: Ik denk over koetjes en kalfjes.
Mr. Schoolderman: Weet u nog wat er gezegd is?
Noorlander: Nee, wie, wat, waar en hoe, dat weet ik echt niet meer. Als ik dat moet zeggen, zou ik gaan zitten raden en dat is niet de bedoeling denk ik.
Mr. Schoolderman: Wat was de reden dat ze u wilden spreken?
Noorlander: De reden kan ik u niet zeggen.
Mr. Schoolderman: Wat me opvalt. U zegt: Ik wil niet dat het op papier wordt gezet als verklaring die ik onderteken.
Noorlander: Nee, ja, nee...
Mr. Schoolderman: Ik zal u even helpen. Het gesprek ging over de dubbele moord in België. Dat was in 1993, weet u dat nog?
Noorlander: Nee...nee...
Mr. Schoolderman: Een dubbele moord in Antwerpen, heeft u daar wel eens over gehoord?
Noorlander: Nee, dat gaat over de vroegere jaren, maar daar moet u me niet teveel over vragen, want dan moet ik gaan zitten raden. Ik denk niet dat ik de intentie had om daar iets van te weten. Ik zou het van horen zeggen moeten hebben, dat kan wel...
Mr. Schoolderman: Dus wat u in 2007 heeft verteld, dat heeft u allemaal van horen zeggen?
Noorlander: Ja, dat weet ik echt niet meer.
Mr. Schoolderman: Ik zal even wat met u doornemen. Het eerste is dat u in de jaren '90 wel eens met geld van Henk Rommy naar België bent gereden. Bent u in de jaren '90 wel eens met geld naar België zijn gereden?
Noorlander: Dat weet ik niet meer.

Hier nam het Hof het hier even over.

Raadsheer: Meneer Noorlander, kent u Henie Shamel?
Noorlander: Ja, de naam wel.
Raadsheer: Man of vrouw?
Noorlander: Dat is een man...ja.
Raadsheer: Leeft-ie nog?
Noorlander: Nee, dat weet ik niet... nee.
Raadsheer: Kent u Henk Rommy?
Noorlander: Ja, dat dacht ik wel, de naam ken ik wel.
Raadsheer: Was dat een vriend van u, of een zakenrelatie?
Noorlander: Nee, nee, ik heb vroeger in de antiek gezeten en andere dingen, schilderijen enzo, en hij kocht nog wel eens wat.
Raadsheer: Ja... ja, u zei net: Daar heb ik geen intentie in om daar iets van te weten. Daar ben ik niet bij betrokken geweest.
Noorlander: Nee, en geen wetenschap.
Raadsheer: Die woorden gebruikte u. Toch nog even: De dubbele moord in Antwerpen en Henie Shamel. Kan het zijn dat Henie Shamel daar is vermoord?
Noorlander: Dat zou ik niet weten. Nu u het me zo vraagt, zou ik het niet kunnen zeggen.
Raadsheer: Nee... nee, u weet dat niet?
Noorlander: Nee, misschien, ik ik, ik weet niet wat er in mijn hoofd gebeurd is om daar antwoord op te kunnen geven. Daar kun je dan wel een antwoord op geven, maar...

Raadsheer: Meneer Noorlander, Henie Shamel, die naam kent u. Weet u waar Henie Shamel vroeger de kost mee verdiende?
Noorlander: Ja, dat weet ik wel. Ik weet wel wat ie toentertijd deed, ja... ja, niet precies hoor, maar ongeveer... eh... had hij bemoeienis met drugs of zoiets, dat weet ik wel.
Raadsheer: En weet u wat voor soort drugs dat waren?
Noorlander: Niet punctueel, maar eh...
Raadsheer: Nee niet punctueel, maar zo ongeveer, pillen, heroïne, cocaïne, hasjisch?
Noorlander: Nee, nee, ik denk meer aan hasj...
Raadsheer: U denkt aan hasj.
Noorlander: Daar moet ik iets tussen zeggen, ik heb hem leren kennen, want ik zat vroeger in goud en juwelen. En briljant. En hij kocht briljant van mij. Zo is dat contact vroeger een beetje geweest. En dan moet u me niet op woorden aansluiten, maar ongeveer...
Raadsheer: Maar hij zat dus in de drugs, ongeveer. Voerde hij die in?
Noorlander: Dat zou ik niet weten.
Raadsheer: Waar kwam Henie Shamel vandaan? Uit welk land, buitenland? Nederland?
Noorlander: Buitenland.
Raadsheer: Waar moet ik dan aan denken? Een land waar hasj vandaan kan komen? Niet Scandinavië of zo?
Noorlander: Nee..nee..
Raadsheer: Zat Rommy ook in de hasj?
Noorlander: Nou, dat zou ik niet kunnen zeggen, dan moet ik gaan zitten raden. Dat heb ik nooit gehoord of Rommy in de hasj zat. Nee, ik heb dat nooit openlijk gevraagd.
Raadsheer: Maar nu gebeurd het wel eens dat je iets weet zonder dat je daar openlijk naar hebt gevraagd...
Noorlander: Dat is ook zo, ja.
Raadsheer: Of dat je het gehoord hebt, of gezien hebt?
Noorlander: Ja, maar dan moet ik vermoedens uitspreken en dat wilt u niet.

later:
Raadsheer: Kenden zij elkaar Shamel en Rommy?
Noorlander: Ik kan niet zeggen dat ze elkaar goed of niet goed kenden, Daar zou ik geen antwoord op kenne geven.
Raadsheer: Hadden zij wel eens contact met elkaar, voor zover u weet?
Noorlander: Nou, dan moet ik gaan zitten raden. Ik denk het wel.
Raadsheer: Hebben ze wel eens contact gehad omdat u daar tussen zat?
Noorlander: Nee... nee, absoluut niet.
Raadsheer: Weet u of Rommy geld nog kreeg van Shamel? Begin jaren '90?
Noorlander: Nee, daar staat me niks van bij.
Raadsheer: Nee?
Noorlander: Nee. Als u misschien alles op papier had gezet, dat ik thuis in mijn gedachte alles goed na had kenne gaan... maar zo opeens, als u een eerlijk antwoord wilt, dan zeg ik nee.
Raadsheer: Ja, we vallen met de deur in huis, zeg maar... Ehm... Wat weet u eigenlijk van Rommy?
Noorlander: Niks.
Raadsheer: Helemaal niks?
Noorlander: Nee. Ik zou niet kunnen zeggen dit of dat, of dat... Dan zou ik liegen als ik daar antwoord op geef.
Raadsheer: Had u vaak contact met hem, begin jaren '90?
Noorlander: Nee, want dan zou ik het wel weten.
Raadsheer: U zegt: Nee, want dan zou ik het wel weten...
Noorlander: Ja, als je het hebt over mensen als mijn vader en moeder, mensen die dicht bij je staan, in alle eerlijkheid, ja dan kan ik het zeggen, maar nu zou ik u daar geen antwoord op kenne geven.
Raadsheer: Maar u maakte net wel een onderscheid, meneer Shamel stond dichterbij dan Rommy.
Noorlander: Ja, dat is het gevoel.
Raadsheer: Ja, maar dat gevoel herleidt je tot iets, maar zag u Shamel vaker dan Rommy?
Noorlander: Ja, ik denk haast van wel, aan de ene kant, maar aan de andere kant niet. Je schets je een beeld van dit of dat is leuk en dan weet je dat nog, maar als het weg is, dan is dat ook weg. Daar kan ik geen eerlijk antwoord op geven.

later:
Raadsheer: Volgens de politie zou u tijdens een gesprek met hen op 8 augustus 2007 hebben gezegd dat Henie Shamel is vermoord en dat u weet dat de moord is gepleegd door 2 Schiedammers, en dat u weet dat een van die Schiedammers Saez heet. Als ik u dit zo zeg, wat is dan uw reactie als u dit hoort?
Noorlander: Ja, nee, dat is echt niet zo. Dat denk ik niet. Als ik...
Raadsheer: Wacht even, wat bedoeld u met: dat is echt niet zo? Heeft u dit niet gezegd? Of is dat niet de waarheid?
Noorlander: Nee, dat denk ik niet. Anders had ik het misschien wel geweten, maar er gaat geen belletje rinkelen bij me nu. Als ik een goed antwoord wil geven, dan raad ik ernaar, en dat...
Raadsheer: Dus ik hou het u voor en dan zegt u: 'Er gaat geen belletje bij me rinkelen nu'?
Noorlander, Nee, nee en ik weet niet of dat echt gebeurd is. U leest het me nu voor, maar het is niet iets dat ik nu zeg het is dat en dat.
Raadsheer: Nee...

Raadsheer: U heeft het misschien al gezien, er zit hier iemand naast de advocaat die u vragen stelde zojuist, kent u die meneer?
Noorlander keek richting Moppie Rasnabe: Nou, ik kan het zo niet zeggen.
Noorlander keek nu iets beter met een hand voor zijn ene oog waar hij binnenkort aan geholpen wordt in het ziekenhuis, naar eigen zeggen.
Noorlander: Oh die? Ja eh, dat zie ik echt niet.
Raadsheer: En als u dichterbij gaat staan?
Noorlander: Ja, nee, ik zie het nu. Maar ik ken hem echt niet. Nee.

later:
Raadsheer: Kent u de naam Saez? Siegfried Saez?
Noorlander: Nee.
Raadsheer: Kent u iemand die in de wandelgangen Moppie wordt genoemd? Of werd genoemd? Moppie?
Noorlander: Dat is een hondennaam.
Raadsheer: Misschien dat sommige mensen die naam aan hun hond geven, dat weet ik niet.
Noorlander: Ja, haha... Moppie...
Raadsheer: Maar 'Moppie' zegt u dus niets?
Noorlander: Nee, absoluut niet. Het verleden ligt te ver weg voor me. In het ziekenhuis vragen ze van die dingen om te kijken hoe het met me gaat en nu is het heel erg. Als ik straks thuis ben, dan weet ik niet meer wat u gevraagd heeft.
Raadsheer: Nog één vraag dan van mijn kant. De naam Rommy kent u.
Noorlander: Ja. Daar heb ik wel een herinnering aan.
Raadsheer: Is dat een voornaam of een achternaam?
Noorlander: Dat kan ik zo niet zeggen.
Raadsheer: Een bijnaam?
Noorlander: Nee.
Raadsheer: Als ik nou de naam Henk zeg, Henk Rommy, zegt u dat wat?
Noorlander: Nee... absoluut niet meer... Nee, ik zit zo te graven omdat heel veel weg is.

later:
Raadsheer: Meneer Noorlander, dit wil ik nog graag van u weten. Ik heb de naam 'Moppie' genoemd. U zegt: ik sla daar niet op aan, dat is een hondennaam. 'Rasnabe', zegt u dat iets?
Noorlander: Nee, helemaal niets.
Raadsheer: Nou, dan probeer ik een andere naam: Remmers? Zegt die naam u iets?
Noorlander: Nee, helemaal niets.
Raadsheer: Jesse Remmers?
Noorlander: Helemaal niets.
Raadsheer: Greg Remmers?
Noorlander: Niks, niks, niks, niks!... niks, niks. He-le-maal niks! Dat zeg ik u, ik weet het echt niet.

Zo ging dat nog een poosje door, de andere raadsheren namen het soms over, maar Noorlander z'n geheugen bleek ook een gatenkaas. De man wist nog maar enkele dingen te vertellen. Onder meer dat hij mensen voor zich had werken als controleur in de havens, die goederen controleerden in pakhuizen, wat erin en eruit ging, aldus Noorlander. Jos van der Meer van Club Mayfair kende hij nog wel, althans de naam zei hem wel wat. Sexhuizen riep wel herinneringen bij hem op. Er zouden vroeger gokkasten in de club van Jos van der Meer hebben gestaan van Noorlander. De naam Lonneke T., de ex-vrouw van Henk Rommy, zei hem niets.

De raadsheer confronteerde Noorlander met een tapgesprek waarin Moppie Rasnabe bij hem over de lijn komt en zegt: 'Je bent nog moeilijker bereikbaar dan de Paus'. Maar ook dat zei Noorlander niets. Of hij zelf in de hasj gezeten had vroeger, daar kon hij niet van zeggen in wat voor geest dat gebeurd zou zijn en hoe hij daarover gesproken zou hebben met de politie, zei Noorlander. Wel kon hij zich herinneren dat hij een tijdje had vastgezeten op verdenkingen van hasjtransporten, onder andere in Spanje in de Carabanchel-gevangenis in Madrid. Maar voor die verdenkingen is hij vrijgesproken. Wel heeft dat een grote impact op zijn leven gehad vertelde hij. Die dingen heeft hij dan nog wel herinneringen aan, zoals ook die overval op hem en zijn vrouw.

De advocaten en het OM kregen ook nog ieder een vragenronde, maar ook hen moest Noorlander veel antwoorden verschuldigd blijven.

De voorzitter gaf op een gegeven moment aan dat het hem moeite koste te geloven dat Noorlander niets meer wist van hetgeen hij met de politie over had gesproken in 2007. Niet over de moorden, niet over Rommy en de Schiedammers, of de namen die hij daar destijds aan koppelde, eigenlijk geen één detail wist Noorlander nu nog terug te halen. In zijn woorden: He-le-maal niks! Noorlander kon dat wel verklaren: Inderdaad deed hij dat niet, want als hij halve antwoorden gaat geven of zeggen: ik denk het wel, ik denk het niet, dan is dat niet rechtstreeks eerlijk. En in dit geval weet hij het echt niet. En of dat nou door zijn hersens komt of niet en of het nou allemaal waar is, dat weet hij niet, en de voorzitter moest volgens hem zelf ook weten dat de rechercheurs je woorden in je mond kunnen geven, bij wijze van spreken, en als je dan gaat zitten van: Ja, dat was zo, of dit en dat is gebeurd, om eraf te zijn, ja dan weet ik ervan, maar ik-weet-het-echt-niet, benadrukte de 80-jarige Noorlander.

Tot zover de heer Huib Noorlander. 's Middags was het verhoor van getuige Reginald Theodor B. aka Jake B.. Daar kom ik nog wel eens op terug in de toekomst. Hij had in elk geval veel minder last van geheugenverlies dan de laatste twee.

Maandag staat getuige Malika Nassri op de rol. De weerbarstige getuige zal wel blij zijn Mr. Jan Hein Kuijpers maandag weer te zien sinds de vorige keer. June A. wordt later gehoord.

Bondtehond