woensdag 6 juni 2012

De Pleidooien: 'Ik vraag u onze cliënt vrij te spreken van al hetgeen hem wordt verweten'

Maandag beten de raadslieden van Mohammed 'Moppie' Rasnabe, verdachte in de zaken Cobra, Opa en Tanta, de spits af in de Bunker te Osdorp met een flink pleidooi van rond de 200 pagina's dat zowat de hele dag in beslag nam. Mrs. Jan Hein Kuijpers en Mark Nillesen namen ieder een deel voor hun rekening, Mr. Nillesen het eerste deel. De vermeende bewijzen tegen Moppie Rasnabe werden gedurende deze lange procesdag tot in detail bestreden. Na de afronding rond 17:00 nam Mr. Jon Mul, de derde advocaat van Moppie, tot slot het roer over om te pleiten in deelonderzoek Indiana (poging liquidatie Tony Vaz).


Mr. Jan Hein Kuijpers vertelde de aanwezige journalisten tijdens een eerste onderbreking dat de raadslieden van Rasnabe de bewijzen in de verschillende zaken zouden gaan fileren en tegenover elk feit een ander feit zouden zetten om zo andere, mogelijke scenario's zichtbaar te maken. Een eerste verweer is onder meer gebaseerd op een Spaanse overleveringswet die zou zijn verontachtzaamd door het Nederlandse openbaar ministerie. De verdediging van Rasnabe is van mening dat de overlevering van Rasnabe onrechtmatig is, dat hun cliënt vrijgelaten had moeten worden en dat de zaak Tanta, waar Rasnabe destijds voor is overgeleverd, overnieuw gedaan zou moeten worden.

Mr. Mark Nillesen ging allereerst uitgebreid in op deze onrechtmatigheid in de overleveringprocedure van Moppie Rasnabe vanuit Spanje. Volgens de Spaanse overleveringswet levert Spanje alleen uit als niet de doodstraf of levenslang wordt opgelegd door het land waaraan de verdachte wordt overgeleverd. En wat doet het OM? Men eist levenslang tegen Moppie Rasnabe. Daarom is de verdediging primair van mening dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Subsidiair, in geval het toch tot een veroordeling mocht komen, zou Rasnabe echter maximaal 20 jaar gevangenisstraf kunnen krijgen. Dat was destijds de maximale straf die een verdachte kon krijgen in Nederland. Inmiddels is de maximale tijdelijke vrijheidsstraf wel 30 jaar geworden, maar Rasnabe moet zich verantwoorden voor feiten van voor die wetswijziging.

Ik zal hieronder nog wat opvallende passages uit de pleitnota van Kuijpers en Nillesen bespreken. Zoals ik al eerder vermeldde, het is ondoenelijk ieder pleidooi van a tot z samen te vatten en zal mij beperken tot enkele hoofdlijnen en de conclusies.

Als eerste dossier besprak Mr. Nillesen deelonderzoek Cobra, de dubbele liquidatie in Antwerpen. (liquidatie Henie Shamel/Anne de Witte - 9 mei 1993). Met name de telefoonprints in deze zaak zouden zijn witgewassen volgens de raadsman: In 1994, tijdens onderzoek 'Parthenon', naar de hasj-organisatie van Henk Rommy zijn taps uitgesloten voor bewijs. De Nederlanders geven deze informatie vervolgens toch aan Belgen, waardoor deze tap en/of onderliggende printgegevens kunnen terugvinden en de Belgen spelen op hun beurt de verkregen informatie door aan de Nederlanders.

Zie hier, het witwassen van illegaal verkregen info is geschiedt. Op basis van deze gegevens is namelijk onderzoek gedaan in de zaak Cobra. De Nederlanders hebben uitdrukkelijk sturing gegeven aan het onderzoek van de Belgen, aldus Mr. Nillesen. Conclusie van de verdediging: De prints dienen te worden uitgesloten voor bewijs daar het 'the fruits of the poisonous tree' betreffen.

Het is goed mogelijk dat prints thans worden gepresenteerd in de zaak Opa uiteindelijk afkomstig blijken uit onderzoek Cobra. Dat de prints in Cobra opzettelijk in incomplete vorm worden aangeleverd, omdat het dan lijkt dat de prints -vanwege compleetheid- wel uit Opa afkomstig moeten zijn. Ook in de zaak Opa (liquidatie Tonnie van Maurik - 19 april 1993) luidt de conclusie: Prints dienen te worden uitgesloten van bewijs vanwege de herkomst, te weten Cobra.

Buiten deze uitsluiting van de tap/printgegevens wordt door de verdediging ook in ogenschouw genomen dat deze incompleet en onbetrouwbaar zijn voor het bewijs. Telefoons wisselden in die tijd vaker van gebruiker vanwege de schaarste van deze ATF's, daar komt het volgens de verdediging op neer. Uit het dossier kan daarom nimmer blijken wie ten tijde van de liquidaties de beschikking had over de litigieuze (betwistte) nummers. Dat uitlenen van ATF's gebruikelijk was in de groep rondom Henk Rommy blijkt onder meer uit tapgesprekken tussen Henk Rommy en zijn vriendin, als ook met ene Tony C.

Mr. Nillesen begint vervolgens aan de zaak Cobra. Gezien de logica houdt de verdediging de volgorde Cobra, Opa en Tanta aan. Cobra is zeer sterk verweven met de zojuist besproken materie.

De verdediging schetst meerdere alternatieve scenario's en noemt mogelijke vijanden van Henie Shamel die er belang bij zouden hebben dat de diamant- en drugshandelaar vermoord zou worden. Nu wordt Henk Rommy aangewezen als mogelijke opdrachtgever, met als uitvoerders o.a. Moppie Rasnabe en Jesse Remmers echter dat is volgens de verdediging wat al te voorbarig.

Moppie was op de avond van de liquidatie gewoon thuis volgens zijn voormalige vriendin Estrella Verbaan. Zij kon zich dat nog goed herinneren omdat ze e.e.a. kon koppelen aan de verjaardag van Moppie. Zij zijn toen nog uit eten geweest met Henk Rommy en zijn vriendin Lonneke bij 'Het Kompas' te Loosdrecht. Zij geeft Moppie dus een alibi.

Het OM gaat ervan uit dat Moppie een aansturende rol heeft gespeeld en de organisator was en Henk Rommy de motiefhouder/opdrachtgever. Het OM beweert dat van 8/9 mei intensief contact was met de telefoon *1810 (op naam van Pauline N, de toenmalige vriendin Jesse Remmers) en *2004 (op naam bedrijf van Lesley V., chaufeur van Jesse Remmers). Echter volgens de verdediging dienen deze contacten te worden gezien tegen de achtegrond van andere contacten. Siegrfied Saez en Kenny Rampenburg hadden ook veel contacten met hun vriendinnen, doch deze vrienden en vriendinnen zijn telkens onverdacht.

Het OM heeft door onrechtmatig tappen geen informatie kunnen bekomen en kan dus niet anders dan speculeren. En al zou men wel kundig hebben getapt, dan nog zou dat tappen waarschijnlijk geen belastende informatie hebben opgeleverd. Er werd immers alleen over koetjes en kalfjes gesproken. Behalve over koetjes en kalfjes kan er natuurlijk ook over de drugswinkel van Henk Rommy gesproken zijn, in code. De drugswinkel van Henk was niet bepaald een 9.00 - 17.00 business.

Mr. Nillesen: De verdediging heeft problemen met getuige Harry W. en kwam uitgebreid aan de orde in het pleidooi. Waar hebben ze deze figuur vandaan getrokken? Alles aan deze getuige riekt. Deze getuige is natuurlijk niet serieus te nemen. Om te beginnen is de disclosure ronduit belachelijk. Na een inhoudelijk proces van 4 jaar verschijnt W. als een 'deus ex machina' ten tonele. Hij verklaart over feiten van meer dan 15 jaar geleden. Hij doet dit ook nog eens op zodanige wijze dat ik de indruk krijg dat hij het gezellig vindt om in de bunker te verklaren. Het is aan de verdediging om deze man eens tegen het licht te houden. Het openbaar ministerie heeft dat immers bewust niet willen doen. Uw rechbank alleen voor zover het betreft de inhoudelijkheid van W's verklaringen. Wanneer de verdediging informeerde naar motieven anders dan die door W. zelf geopenbaard, kreeg de verdediging de deksel op de neus.

Tegen het licht houden, deed de verdediging, en hoe. Op zitting is W. al uitgebreid doorgezaagd over zijn redenen om te verklaren over de '93 zaken, waar het vandaag dus weer over gaat, maar in hun pleidooi laten de advocaten van Moppie Rasnabe werkelijk geen spaan heel van deze koopgetuige, althans een getuige met wel heel ongeloofwaardige motieven en als het gaat om de integriteit van getuige W. die plots is komen opduiken in het liquidatieproces Passage.

De verdediging wantrouwt het dat er geen audio-opnamen zijn gemaakt van verhoren van W. in de aanloopfase richting zijn getuigenis in Passage. Er waren nog maar zes politiekorpsen in Nederland met een ontheffing, waaronder kennelijk het korps dat W. heeft verhoord. De verdediging sluit niet uit dat de problemen, de incidenten met Peter La Serpe, hebben geleid tot deze uitzonderingspositie. Met andere woorden: men heeft ervan geleerd bij het OM. De verdediging is echter een belangrijk toetsingsinstrument ontnomen, stelt Mr. Nillesen. Uiteindelijk is W. niets meer dan een de-auditu getuige. Maar dat is La Serpe natuurlijk ook. Sterker nog, de overeenkomsten zijn zeer opvallend. Beide kunnen de van overheidswege geregelde bescherming goed gebruiken. Dat en geld. Volgens de verdediging kan de verklaring van getuige W. niet als bewijs worden gebruikt. De verklaring is aantoonbaar onbetrouwbaar...

Mr. Nillesen: Conclusie: De verdediging en het openbaar ministerie zijn het er over eens dat cliënt op het moment van de moord gewoon thuis was. Cliënt heeft aantoonbaar geen uitvoeringshandelingen verricht. Er zitten geen harde bewijsmiddelen in het dossier in verband met het vooraf plannen van het een of ander. Een "verklaring" als dat van Harry W. zou in een rechtvaardig strafrecht nimmer het dossier in cliënt's nadeel mogen ombuigen. VRIJSPRAAK.

Mr. Jan Hein Kuijpers nam vervolgens de zaak Opa en als sluitstuk van het pleidooi de zaak Tanta voor zijn rekening. Op zijn kenmerkende vlotte en plezierige wijze van pleiten die ik inmiddels gewend ben van de raadsman ging Kuijpers rap door het pleidooi heen, overigens zonder aan efficiëntie in te boeten, en behandelde hij de laatste twee deeldossiers minitueus tot in de kleinste details.

Opa: De liquidatie van Tonnie van Maurik. Aan de orde kwamen onder meer:
(samengevat)

De vele potentiële kandidaten (verdachten) die ooit in beeld kwamen voor de moord.
- Nan Paul de B.
- Freek S.
- Peter ten W.
- NN (volgens Jacky A.)
- Adem U.
- De zoons van Pinny Song.
- Tonny V. sr.
- Joegoslaven (volgens CID-informatie)
- Taxichaufeur Jaap T.

Kuijpers: Tot voor het requisitoir kregen vooral Jesse, cliënt en Pinny aandacht in verband met dit dossier, terwijl er verschillende scenario's mogelijk zijn, met name richting Nan Paul de B en Freek S. Bij requisitoir veranderde deze houding. Vooral in de richting van Nan Paul de B. die opeens prominent als schutter werd gepresenteerd. De lijn Freek S. heeft het OM om onduidelijke redenen niet doorgezet.

Zolang het OM niet goed kan of wil uitleggen waarom bij dezelfde hoeveelheid bewijs de één wel en de andere niet dient te worden veroordeeld, is er volgens mij überhaupt onvoldoende bewijs.

Telecomgegevens:
De telecomgegevens zoals tapgesprekken en onderliggende printlijsten is de verdediging in Cobra reeds uitvoerig op ingegaan. Primair is de verdediging van mening dat deze uitgesloten moeten worden van het bewijs. De inclompeetheid doet afbreuk aan de bewijswaarde van de informatie, aldus Kuijpers, er kunnen nimmer harde conclusies worden verbonden aan de door het OM gepresenteerde gegevens. Structuren die de opstellers als 'opvallend' kenschetsen, hoeven niet noodzakelijkerwijs opvallend te zijn wanneer deze in het grotere geheel worden geplaatst. Bijvoorbeeld: wanneer de *1810 (Jesse Remmers) en de *9952 (ATF Freek S.) ten tijde van de moord op Van Maurik de Van Madeweg aanstralen, kan dit an sich als belastend worden gezien, doch niet wanneer die telefoons (en opvolgers en/of voorgangers daarvan) daar gedurende langere periode met enige regelmaat aanstralen. (Kuijpers toont vervolgens een lijst met willekeurige voorbeelden - zonder volledig te (kunnen) zijn.)

Kuijpers: Laat ik daarbij stellen dat bij rechtmatig tappen onderhavige discussie niet gevoerd had hoeven te worden; dan wisten we wie gebeld had; dan hadden we stemherkenning. Nu dit niet is gebeurd speculeert het OM naar hartelust. Aanname wordt op aanname gestapeld. Er wordt aangenomen wie de beller is, wie de gebelde is, waarom er überhaupt wordt gebeld en waarom juist vanaf die locatie wordt gebeld. Destijds, voor het sepot van cliënt, kwam men er niet uit. Men kon geen chocola maken van die telecombrij. De vraag is of dit thans anders zou moeten zijn en vooral: waarom? Vanwege de verklaring van La Serpe? Kennelijk...

Kennelijk is het de bedoeling om in ieder geval het door La Serpe genoemde tweetal in te kleuren in het telecomverbaal. Het gaat namelijk uitdrukkelijk over kleuren, invullen, interpreteren van pluri-interpretabele informatie.

Een hilarisch moment tijdens het pleidooi van Kuijpers:

Het ging over getuige W. die op een gegeven moment bij de poltie verklaarde over wat hij wist van de liquidatie van Tonnie van Maurik. W zegt: 'Ze zijn te voet gevlucht heb ik begrepen'.

Nou moet u weten, mobiele ATF-telefoons die in 1993 werden gebruikt waren nog flinke bakbeesten, getuige deze afbeeldingen van het mobieltjes museum die de verdediging heeft opgevraagd. De telefoon die destijds gebruikt zou zijn, de *9952 van Freek S.,was een model met een flink krulsnoer, die wel uit de auto kon, maar dan aan een accu of aggregaat van rond de 5 kilo en een antenne erop, aldus diverse getuigen die Freek S. kenden/kennen en iemand van het het mobieltjesmuseum.

Kuijpers: Wolzak verzint maar wat. Het klopt niet met de historische prints en praktisch is het nagenoeg onmogelijk, vluchten met 5 kilo.
Kuijpers wijkt even af van zijn pleitnota en grapte richting de rechters: Ziet u het voor u, edelachtbare?: Twee daders... rennend... met in de ene hand een pistool en in de andere hand een telefoon met zo'n grote zware accubak van 5 kilo en een lange antenne erop die alle kanten opzwiept.... (De tribune was leeg 's middags, maar Bondtehond kon, overigens net als Lauwaars, een glimlach niet onderdrukken... Kuijpers is altijd wel goed in dit soort sfeerbepalende betogen.)

(Donderdag gaat Mr. Stijn Franken pleiten voor Pinny Song in de zaak Opa.)

Mr. Kuijpers: Conclusie: Terzake Pinny is geen eenduidige lijn uit te zetten, laat staan voor cliënt. Een aaneenschakeling van elkaar tegensprekende de-auditu's maakt dit niet anders. Het openbaar ministerie gaat er inmiddels ook vanuit dat cliënt niet geschoten heeft. Harde aanwijzingen dat cliënt op de plaats-delict is geweest, zijn er niet. De bewering dat cliënt in de organisatie betrokken is geweest, is puur speculatief. VRIJSPRAAK.

Tanta: De liquidatie van Salim Hadziselimovic en Djordje Ilic, aka 'De Barbecuemoorden' Een belangrijk deelonderzoek is die van de moord op de twee Joegoslaven bij de Ouderkerkerplas vlakbij waar de A2 en de A9 elkaar kruizen en op steenworp afstand van Amsterdam-Zuid-Oost.

Mr. Jan Hein Kuijpers (samengevat): Tanta, de zaak waarop cliënts voorlopige hechtenis is gestoeld, althans voor zolang het Europese Hof het in stand laat. Anders dan andere dossiers wordt in deze zaak wel verklaard door betrokkenen, met name Raymond Verbaan (22 verklaringen) en Malika Nassri (15 verklaringen). Normaliter doen verklaringen meer licht schijnen op een gebeurtenis, waarbij geldt dat hoe uitgebreider, gedetailleerder wordt verklaard, hoe duidelijker het allemaal wordt. In het geval van zaaksdossier Tanta echter niet. En dat is opmerkelijk. Ik moest zelfs denken aan Klinkhamers 'Woensdag gehaktdag' of de niet literaire variant in de vorm van Joran van der Sloot: 'De oceaan is groot'.

Verschillende geopperde scenario's spreken elkaar tegen en kunnen juist door de veelheid daarvan, niet tot één overtuigend beeld leiden.

Kuijpers gaat uitgebreid in op deze veelheid aan mogelijke daders, mogelijke schutters en verschillende (mogelijke) motieven genoemd in Tanta waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Hij zet een overtuigend beeld neer, voor zover de raadsman dat tijdens zittingen nog reeds niet had gedaan.

Getuige Malika N.:
Iemand die veel verschillende versies heeft verteld is getuige Nassri. Ik herinner me de zittingen met de opmerkelijkste getuige (op zitting) in Passage, na La Serpe zelf dan, nog als de dag van gisteren. ( Malika Nassri : 22 september 200924 september 200925 september 200929 september 2009 /  9 maart 2010 / 10 maart 2010/ )

Je zou bijna zeggen dat N. een persoonlijke vete aan het uitvechten was tegen Mr. Kuijpers zelf. De advocaat kon weinig goeds doen bij deze vrouw. In '93 was zij de vriendin van Raymond Verbaan, een heroïne-prostituee. Zij zou door Verbaan meermaals in elkaar geslagen zijn en ze zou ondergedoken zijn geweest in een 'Blijf van mijn lijf-huis'. Geen makkelijke getuige.

Er was op ziting soms geen land met haar te bezeilen. Zuchten, steunen, woedeuitbartingen, schreeuwen, Kuijpers uitschelden, niets leek haar te weerhouden zichzelf volkomen belachelijk te maken, van jammeren en smeken als een dreinend klein kind of ze eindelijk weg mocht tot woedend wegrennen uit de rechtszaal aan toe.

De conclusie van Kuijpers m.b.t. Malika Nassri luidt: Nassri heeft verschillende versies in haar hoofd van hetgeen gebeurd zou zijn, soms zelfs innerlijk tegenstijdige versies. Het zou kunnen zijn dat zij zelf om de hete brei heen draait omdat ze er zelf bij was. Het zou kunnen zijn dat ze niet precies weet wat er gebeurd is en mitsdien de ontbrekende puzzelstukjes in alle vrijheid zelf invult. In alle gevallen is haar verklaring ongeschikt om als bewijs te gebruiken.

De lakmoesproef te dier zaken is de verklaring van haar voormalige partner, Peters. Hij onderkent dat er in de loop der jaren verschillende versies van het verhaal zijn afgelegd, waarbij zij de ene keer wel aanwezig was en e andere keer niet; waarbij de ene keer een zekere Moppie betrokken was en de andere keer een Jeffrey. Maar ja, als ze er zelf bij was, kan Nassri dat niet zeggen, want dan 'gaat ze voor moord', en als ze er niet bij was, blijft het natuurlijk gokken, want ze was er niet bij.

Over getuigen W. en GLS (Guiseppe 'Peter' La Serpe) is ook genoeg gezegd. Er komen echter nog veel meer pleidooien en om niet al teveel in herhaling te vallen, zal ik het beargumenteren van de (on)betrouwbaarheid van La Serpe bewaren voor latere zittingen.

Mr. Kuijpers: Eindconclusie: Ik vraag u onze cliënt vrij te spreken van al hetgeen hem wordt verweten. Ik vraag u tevens de voorlopige hechtenis per ommegaande, doch in ieder geval vóór uw vonnisdatum, op te heffen. Zoals betoogt zijn er geen ernstige bezwaren meer; er is geen wettig en overtuigend bewijs.

*

Mr. Jon Mul nam vervolgens zaaksdossier Indiana (poging liquidatie Tony Vaz) voor zijn rekening. Daar kom ik nog op terug op een later moment.

*

Donderdag 7 juni het pleidooi van Mr. Stijn Franken in de zaak Opa, voor zijn cliënt Pinny Song.

*

* bij nummers = zijn de laatste 4 cijfers van gebruikte telefoonnummers.


Bondtehond