dinsdag 20 september 2011

'Voorzitter, wat een lef!'

Zoals vrijdag aangekondigd kreeg de verdediging van Dino Soerel maandag meteen bij aanvang van de zitting de gelegenheid in een betoog van zo'n twee uur verzoeken tot nader onderzoek te doen. Mr. Nico Meijering was vandaag als enige raadsman aanwezig aan zijde van cliënt Dino Soerel. Alleen medeverdachte Jesse Remmers was aanwezig als toehoorder, omdat zoveel zaken ook zijn zaken raken, aldus Mr. Betty Wind. Nadat de voorzitter Mr. Lauwaars iedereen welkom heette, kon Mr. Meijering meteen beginnen.


De raadsman riep allereerst bij de rechters in herinnering dat de verdediging reeds op 9 juni de noodklok luidde en de rechtbank gemotiveerd had laten weten dat vanwege diverse ontwikkelingen het spreekwoordelijke water de verdediging aan de lippen staat. Het grote probleem voor de verdediging kon gevonden worden in de kennelijke, onder meer bij het OM en recherche, spelende krachtige mechanismen die het Passage-proces slechts één richting in wil leiden: n.l. de richting van de veroordeling. Mechanismen die een normale verdediging kennelijk praktisch onmogelijk moeten maken. In juni liet de verdediging maar liefst een zestal recente voorbeelden voorbij komen waarin mechanismen zonder uitzondering hun schadelijke uitwerking hadden op een eerlijk proces, aldus Mr. Meijering.

Volgens de raadsman waren het voorbeelden die linksom of rechtsom toevallig boven waren komen drijven. Toevallig, aangezien de krachten ook zodanig zijn dat de misstanden zoveel mogelijk verborgen dienen te blijven. Dat geeft bij de verdediging steeds weer een onverteerbare onzekerheid dat deze mechanismen al lang en breed hun werk elders in dit proces hebben gedaan en nog steeds doen, maar dat de verdediging daar geen enkele grip op kan krijgen: wat is er immers nog meer verborgen?

Mr. Meijering: We staan aan de vooravond van sluiting van de onderzoeksfase. Anders gezegd: uw rechtbank heeft aangegeven dat we langzamerhand dit gigaproces moeten gaan afronden en dat dadelijk alleen nog met het noodzakelijkheidscriterium de verzoeken zullen worden beoordeeld. Inhoudelijke verzoeken hebben wij nauwelijks meer. Het onderzoek zal zich ons inziens in hoofdzaak weer dienen te richten op gesignaleerde krachten:

-Krachten die er voor gezorgd hebben dat het Baja-BED-thema zo lang mogelijk onder de pet kon blijven.
-Krachten die kennelijk voort blijven gaan om getuigen met oneigenlijke middelen te bewegen om verklaringen af te leggen. Verklaringen waar aldus per definitie vraagtekens bij moeten worden geplaatst.
en
-Krachten die er voor zorgen dat hoe dan ook La Serpe niet vervolgd mag worden voor de geweldadige dood van Bethlehem.

Meijering: De verzoeken die wij thans doen zijn uiteraard gebaseerd op de stand der dingen ten tijde van het opstellen van deze pleitnota. Zo is nog ongewis wat er aan ontwikkelingen zal voortkomen uit "onthullingen" van La Serpe van vorige week dinsdag 6 september jl. waarin hij zich in weinig gunstige zin uitliet over de Hollowpointgetuige (NN1) en de F-getuigen. Ondertussen heeft uw rechtbank vorige week donderdag een aantal getuigen toegewezen op verzoek van het OM, welk verzoek weer was ingegeven door genoemde "onthullingen".

Een gaaf voorbeeld van de wijze waarop La Serpe in essentie zo veel mogelijk de regie houdt en in ieder geval het doen en laten van het OM regisseert. (.....) Lees hier verder

Diverse verzoeken
-Toevoegen ontbrekende verklaring Ad van Hout (Broer Cor van Hout) waar kennelijk sprake van is.
-De verdediging verzoekt de rechtbank het OM op te dragen alsnog antwoord te geven op de vraag of er nog andere (BOB) onderzoeken zijn uitgevoerd of nog steeds lopen. Volgens de verdediging had dit allang moeten gebeuren en de tijd begint te dringen.

II BED-Baja
Zeer uitgebreid wordt door Mr. Meijering ingegaan op het Baja-BED thema.
De verdediging van Soerel, Akgün en Burger wenst te horen op zitting: getuige T055, getuige dhr. Gietema (onderzoeksleider Passage)en de verbalisant T051 of T054. Tevens wordt gevraagd om toevoeging van stukken die T055 heeft aangeleverd aan Dhr. Gietema op basis waarvan dhr. Gietema zijn Baja-BED proces-verbaal van 26 mei jl. heeft opgemaakt.

De verdediging wil de onderste steen boven krijgen wat betreft, de door Gietema zo genoemde, 'begripsverwarring' rond de BBC (Baja Beach Club).

Mr. Meijering: Simpelweg gaat het hier om de vraag wanneer de recherche en het OM op de hoogte zijn geraakt van het feit dat La Serpe van meet af aan over BED heeft gesproken terwijl de andere getuigen in deze (Mevrouw Maria Houtman, dhr. Fred Teeven en getuige Q5) het over Baja Beach Club hebben gehad. Het juridische belang ligt daar waar het OM tot oktober 2010 de bezwarenconstructies tegen met name cliënt Akgün en Soerel telkens heeft opgetuigd aan de hand van de stelling dat 'alle' getuigen het hier telkens over de BBC hebben gehad. Indien men al eerder zou hebben geweten dat zulks niet het geval is geweest, zou het OM, met het oog op een te voeren verweer in deze, mogelijk in strijd met enig beginsel van behoorlijke procesorde hebben gehandeld. Diverse aanwijzingen dat men dit reeds veel eerder heeft geweten zijn terug te vinden in het door ons geformuleerde verzoek om deze getuige en dhr. Gietema te horen.

Meijering vraagt zich af: Waarom was dit al niet met zoveel woorden ons en vooral uw rechtbank duidelijk gemaakt? Allemaal redenen om (destijds) de betrokken verbalisanten te horen. De hier toegewezen getuigen zijn inmiddels gehoord en de conclusie van de verdediging naar aanleiding van die verhoren is dat de betrokken verbalisanten kennelijk nog steeds niet van zins zijn geweest om daadwerkelijk de feiten die hier achter schuil gaan op tafel neer te leggen. Het is daarom dat het van belang is dat opnieuw, maar thans onder ede, deze getuigen bij uw rechtbank zullen moeten worden gehoord.

Hoewel de inhoud ons inziens reeds voldoende grond opleveren om dit verzoek toe te wijzen zal ik desalniettemin enkele 'highlights' er uit lichten waaruit zonneklaar blijkt dat de verbalisanten bepaald nog niet het achterste van hun tong hebben getoond.

Lees : Getuige T055

III La Serpe en Bethlehem
Het volgende thema betreft het gegeven dat La Serpe ondanks de reeks getuigen die tegen de kroongetuige verklaren, (getuigen: F1, F3, Rob de Wit, Peter 'Peerke' S., Hollowpoint-getuige NN1 en Jesse Remmers, die zich hiermee zelfs aangeeft bij de liquidatie van Gerrie Bethlehem aanwezig te zijn geweest) -nog steeds maar- niet vervolgd wordt voor de zaak Bethlehem. Dit is bijna niet uit te leggen aan vaste Passage-toeschouwers en -geïntresseerden, laat staan aan een leek op gebied van strafrecht. De rest van de pleitnota van Mr. Meijering gaat met name daar over.

Mr. Nico Meijering: 'De verdediging wenst nog nader onderzoek te kunnen doen naar de krachten die koste wat kost willen verhinderen dat La Serpe wordt vervolgd voor Bethlehem. Tevens willen wij een te herhalen oproep doen om tot vervolging over te gaan. Wij hebben reeds op de vorige zitting kenbaar gemaakt dat het niet langer bestaanbaar kan zijn dat het OM blijft stil zitten in deze. Het OM heeft het vervolgingsmonopolie.

Totale afhankelijk van het OM. Afhankelijk als het gaat om het onmetelijke belang om de zaak Bethlehem voorgelegd te krijgen aan uw rechtbank. En zolang dat niet gebeurt, wordt dat belang achtergesteld bij het kennelijke belang aan de zijde van het OM om de vervolging van cliënten met "sucses", met een veroordeling te kunnen afronden.

Zolang het OM La Serpe niet in deze gaat vervolgen, wordt de verdediging afgehouden van uw integrale beoordeling van de vraag of La Serpe hier schuldig is en of hij aldus zich tevens schuldig heeft gemaakt aan het lelijkste wat een kroongetuige ook maar kan doen: het wijzen naar een ander terwijl hij het zelf gedaan heeft. En daar nog eens een ruime beloning voor opstrijken. De nachtmerrie van de wetgever die in de voorbije rechtsgeschiedenis al met horten en stoten uiteindelijk overstag is gegaan.

En daarmee wordt de verdediging tevens afgehouden van een mogelijke ultieme consequentie: uitsluiting van het door deze kroongetuige aangereikte bewijs. Zo niet vanwege redenen van rechtmatigheid, dan toch wel vanwege ongeloofwaardigheid. Immers, wie in staat is gebleken niet naar zich zelf maar voor een beloning naar andere te wijzen, is in staat om over alles te liegen voor een beloning. Maar het OM wil niet. En dat begint zo langzamerhand krampachtige vormen aan te nemen.'

Volgens het OM zou de verdediging 'schaakspelletjes' spelen ten nadele van La Serpe en de politie die aan zuivere waarheidsvinding doet.
Meijering: Die moet u vooral even onthouden voor de rest van dit betoog.

Op 23 mei zegt het OM: Wat wij met name willen betogen is dat uw rechtbank niet - onder het mom van het aan de kaak stellen van de rol van La Serpe- terecht moet komen in het ter zitting van het Passage-proces proberen een zaak die niet ten laste is gelegd op te lossen. Daarmee is noch het Passage-proces, noch het belang van de zuivere waarheidsvinding gediend.

Meijering: Dat is ons inmiddels meer dan duidelijk geworden: uw rechtbank mag inderdaad niet van het OM tot een oordeel komen over de rol die La Serpe in de zaak Bethlehem heeft gehad: daarmee "is noch het Passage-proces, noch het belang van de zuivere waarheidsvinding gediend."
Meijering: Voorzitter, wat een lef! Wat een lef om uw rechtbank op dergelijke wijze te declasseren. Waarom zou uw rechtbank daartoe niet in staat zijn? Waarom zou daarmee dit proces noch de waarheidsvinding gediend zijn? Mischien moet het OM dat nog eens uitleggen. Maar ik blijf hier nog even bij de veel door het OM met de mond beleden zuivere waarheidsvinding.

De raadsman gaat vervolgens in op de getuigenis van Peter 'Peerke' S. over de ontmoeting die hij had met La Serpe, Richard Ebeli en Jesse Remmers bij het zogenaamde "Kop & Schotel" (AC restaurant Lage Weide) maar vooral op de bevindingen van rechercheurs daarover na een nader verhoor van Peerke S. en onderzoek naar de telecom- (taps), print- en peilbaken-gegevens.

Het OM kwam tijdens de zitting van 7 juni jl. tot een ver gaande conclusie en deed daarmee een poging getuige Peerke S. in verlegenheid te brengen, aldus Meijering. Mr. Betty Wind hield S. voor dat het OM onderzoek had gedaan. Ze wilde S. confronteren met stukken.
OM op zitting: Uit tapgesprekken van getuige S. blijkt dat er een veelheid aan afspraken heeft plaatsgevonden op verschillende locaties, maar dat er niet één afspraak uit is op te maken die de verklaring van de getuige ondersteunt.

Meijering maakte echter met sucses bezwaar tegen het voorhouden van stukken die de verdediging en de rechtbank niet hebben kunnen controleren. Het OM liet het er niet bij zitten: S. moest en zou geconfronteerd worden met bevindingen uit het oude dossier (KTZ30 - een onderzoek dat in 2002 liep naar Peerke S.) S. wordt uitgenodigd om tapgesprekken uit maart/april 2002 in relatie tot de afspraak met Remmers door te nemen. De verdediging mocht daar niet bij aanwezig zijn, omdat het OM (daar gaan we weer) 'dit verhoor wilde laten plaatsvinden in het opsporingsonderzoek in de zaak Bethlehem.' Verder moest het verhoor in 'alle rust'.

Verbalisanten T055 en collega komen naderhand met een conclusie: De ontmoeting kan wel haast niet hebben plaatsgevonden. Wij denken van niet.
Mr. Meijering: Wat we zien is dat T055 en zijn collega een tijdslijn voor die avond trachten te maken en de stellige conclusie aan verbinden dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor het plaats hebben van de veelbesproken ontmoeting bij het AC-restaurant Lage Weide te Utrecht.

Mr. Nico Meijering liet het er echter ook niet bij zitten en is zelfs de route als omschreven in de conclusie zelf gaan rijden. Wat hem namelijk opviel was dat verbalisanten volledig voorbij gaan aan de periode liggend tussen 21:33 en 22:14 uur. In de conclusie staat namelijk: de telefoon van S. om straalt 21:33 een zendmast aan in Maarssen. Hierna is S. om 22:14 in de omgeving van zendmast De Meern, Meerndijk, alwaar S. een afspraak zou hebben gehad met vermoedelijk Adnan G.

Meijering heeft het stuk zelf dus gereden en deed daar, zich keurig houdend aan de snelheidslimieten, 8 minuten over. Als je dat iets ruimer neemt, inclusief arriveren en in- en uitstappen, hou je dus precies een tussentijd van een half uur over.

Meijering: De vraag die bij de verbalisanten ongetwijfeld is opgekomen, is wat er in die tussentijd van zeker een half uur zou kunnen zijn gebeurd. Een vraag die de verbalisanten kennelijk niet in dit verbaal hebben willen stellen. En dat is heel voorzichtig uitgedrukt uiterst opmerkelijk. Want de vraag die deze ervaren rechercheurs zich toch kennelijk gesteld hebben, is de vraag of S. al dan niet voldoende tijd gehad heeft om stil te staan en vervolgens een ontmoeting te hebben.

En dan wordt het des te meer opmerkelijk nu de verbalisanten ook toch wisten dat er tussen 21:33 en 22:14 in totaal 8 keer wordt ingebeld naar twee getapte nummers van S., maar er in geen van deze gevallen een verbinding tot stand kwam. Anders gezegd: Peerke nam niet op.

Meijering: Dan zou er wel eens iets anders aan de hand kunnen zijn. Een afspraak mischien tijdens welke afspraak S. even niet gestoord wil worden. Of bijvoorbeeld als gewoonte heeft zijn telefoon even in de auto te laten. Waarom vermeldt T055 en collega deze mogelijkheid niet hardop in het verbaal?

Tot zover. Er zijn echter nog veel meer vragen die de verdediging wil stellen aan T055 en collega. Maar ook wil de verdediging S. nogmaals op zitting horen.

Meijering aan het einde van zijn betoog: Ik resumeer hier in het kort wat hier aan de hand is: (Lees HIER)


De rechtbank deed na een uur beraad meteen uitspraak. Op één verzoek na werden alle verzoeken afgewezen: Verbalisant T055 moet uitleggen waarom hij Peerke S. niet heeft voorgehouden de periode waarvan Mr. Meijering heeft aangetoond dat S. in de buurt van AC Restaurant Lage Weide was, waar die bespreking plaatsvond.

Donderdag 29 september gaat het proces verder met de inhoudelijke behandeling van de zaak Soerel.

Bondtehond