zaterdag 29 oktober 2011

'Er is zo langzamerhand een schijnproces onstaan!'

Het Holleeder-incident. De Holleeder-verklaringen van Peter La Serpe die bewust buiten het liquidatieproces zijn gehouden hebben al evenzoveel stof doen opwaaien als de 11 herinneringen van kroongetuige Peter La Serpe. Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars vertelde dat er een proces-verbaal van CIE-officier Sander de Haas was binnengekomen waarin hij uitlegt dat destijds besloten is de verklaringen die La Serpe had afgelegd over Willem Holleeder buiten het Passage-proces te houden. Het embargo van La Serpe op het openbaar maken van de belastende verklaringen is kortgeleden pas opgeheven. De veiligheidsoverwegingen waarop dit embargo was gebaseerd gelden inmiddels kennelijk niet meer voor La Serpe. Op zich al een vreemd gegeven. Holleeder zat afgelopen 5 jaar namelijk gedetineerd, terwijl Dino Soerel nog in vrijheid was, en Ali Akgün en Sjaak Burger al waren onslagen uit voorlopige hechtenis.


Mr. Meijering: Hoe kan dat door ons begrepen worden nu Holleeder in detentie was en onze cliënten buiten liepen? Ik deel de vreugde mede dat onze cliënten kennelijk niet zo gevaarlijk zijn. Kan het OM dit uitleggen? Waarom moet dit vermeende veiligheidsgegeven boven de waarheid gaan?

De verdediging van Soerel, dinsdag bestaande uit de 3 top-advocaten Mrs. Nico Meijering, Leon van Kleef en Bénédicte Ficq, had daar nog veel meer treffende vragen over. (zie onder) Liefst had de verdediging deze vragen rechtstreeks aan de heer De Haas gesteld. Mr. Nico Meijering verzocht 's ochtends de CIE-officier rechtstreeks vragen te kunnen stellen, echter na de middagpauze bleek dat De Haas niet in de gelegenheid was om naar de Bunker in Osdorp te komen. Volgens Mr. Betty Wind omdat hij nu een andere baan heeft en het daar erg druk mee zou hebben. Er was wel overleg geweest met De Haas. Mr. Betty Wind moest van de rechtbank een datum geven waarop De Haas dan wel in de rechtbank zou kunnen verschijnen, maar uiterlijk 1 of 3 november. 1 november komt De Haas nu naar de bunker in Osdorp.

De verdediging ging in kort beraad over de vraag of zij tijdens deze zitting al vragen aan het OM, in plaats van aan de heer De Haas, zouden stellen over deze kwestie. Besloten werd dat te doen. Dat verliep echter niet van een leien dakje.

Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars irriteerde zich op een gegeven moment terecht aan het vooruitschuiven van bijna alle vragen die aan het OM gesteld werden door de verdediging. Een van de rechters gaf al eerder die ochtend aan met een cynische klank in haar stem dat het toch niet zo moeilijk voor de officieren van justitie was bepaalde vragen te beantwoorden. Ze merkte op: 'Anders zou ik het zelfs nog wel voor u kunnen doen.' Maar nee, de officieren bleven er op staan dat men eerst een beraad wilde houden voor er vragen beantwoord konden worden.

De officieren wilden liefst schriftelijk antwoorden, want, zo zei Betty Wind: 'We hechten er wel aan dat zorgvuldig te doen.' Spontaan antwoorden op vragen deed het OM dus maar sporadisch. Gezucht en gesteun klonk steeds meer door op de tribune, wat vandaag extra opviel omdat deze bomvol zat, oa met een klas VMBOers, meer pers dan anders, zelfs de NOS was aanwezig. Als er wel antwoorden werden gegeven, klonken die vaak zo omslachtig en ver af van de kern, dat zowel rechters als verdediging merkbaar geïrriteerd raakten.

Het OM droeg wel het verbaal van CIE-officier Mr. Sander de Haas voor. De schriftelijke reactie was geen uitgebreidde, volgens officier van justitie Mr. Betty Wind. De vraag stond centraal of het weglaten van relevante informatie over Holleeder het sluiten van een deal met een kroongetuige in de weg zou staan. Het antwoord was: Nee. Het was wel relevante informatie in verband met Holleeder, maar geen informatie die voor de verdachten die nu terecht staan belastend, dan wel ontlastend was. In dat opzicht was het Holleeder-deel niet essentieel. En verder was het beeld dat La Serpe over zijn eigen aandeel in de strafbare feiten volledig open heeft verklaard. Omdat het overgrote deel wel betrouwbaar wordt geacht door het OM, onderschrijft men het verbaal van de heer De Haas.

De uitleg van De Haas was daarentegen voor de verdediging allerminst bevredigend en Mr. Nico Meijering merkte op dat hij het gevoel kreeg dat we over een kwartier alweer naar huis zouden kunnen gaan nadat het OM zei er de voorkeur aan te geven de vragen op een uitloopdag te beantwoorden.

De advocaten van Soerel hadden dus eerder al aangegeven een reeks vragen te willen afvuren op het OM over deze kwestie. Meijering: Cliënt loopt ook over van de vragen.

Voorzitter Mr. Lauwaars was het ermee eens dat de verdediging de vragen zou stellen.
Mr. Lauwaars: We stellen voor dat u het voortouw neemt en de gelegenheid krijgt vragen te stellen. Wij kunnen dan nog vragen wat er blijft liggen.

Mr. Nico Meijering begon aan zijn vragenlijstje. De eerste vraag van de raadsman was: Vindt dit zaaks-OM deze zaak ook belangrijk en waarom vindt zij dit belangrijk?

De antwoorden van het OM kwamen echter maar moeizaam op gang.
Ovj Mr. Hans Oppe: We willen minimaal even overleg over uw vragen hebben....

Zelfs Mr. Lauwaars, die niet vaak wanhopig klinkt, verloor nu duidelijk zijn geduld: Ik grijp nu even in! Als we over elke vraag over zo'n belangrijk onderwerp op deze manier steggelend blijven omgaan, dan begrijp ik werkelijk niet in dit proces waar we mee bezig zijn. De rechtbank zou deze vraag zelf nog wel kunnen beantwoorden. Waarom moet u overleggen waarom dit zo belangrijk is? Ik zou het zo kunnen. Deze irritatie moet mij van het hart.

Op een later moment loopt de temperatuur op tot een kookpunt. De paar vragen die dan wel beantwoord werden door het OM gaven niet het bevredigende resultaat voor de andere procespartijen. Nu vaststond dat Mr. De Haas op 1 november wordt verwacht in de rechtbank, stond de verdediging erop dat er niet eerst een overleg plaats zou gaan vinden in de tussentijd, tussen het zaaks-OM en de (voormalig) CIE-officier De Haas. Volgens het OM zou het echter al te gek zijn dat er geen overleg zou mogen plaatsvinden.

(De veelgehoorde suggestie van bezoekers in de wachtkamer van de bunker was dat het OM nu alles op alles zou zetten voor 1 november eventuele valkuilen dicht te timmeren in samenspraak met de (oud) CIE-officier De Haas en de top van het openbaar ministerie.)

Mr. Meijering kon zijn irritatie ook niet meer onderdrukken: Weet u waarom ze overleg willen? Omdat het één groot mijnenveld is! Ik zou willen dat u het OM opdraagt geen overleg vooraf te hebben.

Iets later:
Mr. Meijering: Ik vraag opheffing in de zaak Soerel. Ja... ik zie u wel lachen. Cliënt is uitgebreid gehoord. Wat gepasseerd is afgelopen weken heeft de temperatuur hoog op doen lopen. Wat betreft het kookpunt loopt de pan nu over. Cliënt weet niet meer in wat voor proces hij terecht is gekomen. Ik denk dat wij straks een half uur nodig hebben om een verzoek te doen. Niet in de laatste plaats om wat La Serpe heeft verteld. Er is zo langzamerhand een schijnproces onstaan!

Het ging zo een tijdje over en weer, maar de vragen werden wel gesteld. Hier volgt de rauwe tekst van de snel genoteerde vragen. (Mogelijk wijken ze enigzins af van de precieze tekst van de verdediging.)

De meeste antwoorden, voor zover die werden gegeven door het OM, moet ik u op dit moment helaas grotendeels onthouden. Het OM zal binnenkort schriftelijk reageren met haar antwoorden.

*
Vragen Mrs. Meijering, Van Kleef en Ficq:
-Begrijpen wij uit opmerking van het OM hedenochtend dat het zaaks-OM het standpunt inneemt dat op basis van de deal Peter La Serpe niet gehouden was de waarheid over de liquidaties te vertellen als het ging om de positie van Holleeder?
Het antwoord van het OM is: Ja, toelichting volgt.

-Kan het OM aanwijzen in het contract waar de 'ja' op gebaseerd is in het contract?

-Hoe ziet het OM een en ander als het gaat om: De kennelijke positie van Willem Holleeder in relatie met Ali. Immers ontbreekt ook Akgün in het contract. Vindt het OM derhalve dat Peter La Serpe ook niet de waarheid heeft hoeven verklaren over Akgün?

-Hoe verhoudt een en ander zich met in contract een aantal verdachten op naam, en de opmerking 'en anderen'?

-Is gedurende de 4,5 jaar op enig moment opgekomen om deze Holleeder-passages uit de kluis te halen, met name sinds Soerel is aangehouden en ook toen Soerel zijn verdediging relateerde aan de positie van Holleeder?

-Kan dit OM beantwoorden, waarom niet in contract is opgenomen dat Peter La Serpe over een aantal personen niet de waarheid hoefde te vertellen?

-Wat kan het OM zeggen over de instructies die La Serpe van De Haas heeft meegekregen in het verloop van het proces indien er vragen over Holleeder kwamen?

OM: De Haas heeft ons meegedeeld dat hij La Serpe niet heeft geïnstrueerd over hoe te verklaren, indien er vragen over Holleeder zouden komen. Hij moest naar waarheid verklaren


-Er zijn veel delen in dossier waar Holleeder voorkomt. De vraag is reeds op 18 juni 2007 gesteld. De vraag of Holleeder op enige manier met de zaak van doen had. Hoe is dit tussen De Haas en La Serpe besproken. Is u dat bekend?

-Er zijn geen instructies door De haas aan La Serpe geggeven?

Opmerking Peter La Serpe: Het laatste stukje van De Haas, over 22 november. Dat was op de dag dat ik correcties aanbracht op de kluisverklaringen. Wat ik over Holleeder zei was een snelle samenvatting. Ik heb gezegd dat ik dat niet in de rechtbank wilde verklaren en er zijn geen vragen over gesteld, geen diepte interview en geen instructies. La Serpe: 'Ik heb De Haas instructies geggeven het niet te melden. Nou ja, intructies... ik zei: Ik ga dat niet zeggen.'

-Hoe ziet het OM het incident met de Holleeder-passages, het feit dat het OM dit in het contract vindt passen en anderzijds de strafvordelijke verplichting die La Serpe heeft de waarheid en niets dan de waarheid te vertellen?

-Hoe kijkt het OM aan tegen het feit dat we 23 vindplaatsen waarbij om Holleeder heen wordt gegaan, cq gelogen over de positie van Holleeder. Verzwegen en gelogen?

-Hoe ziet het OM het in relatie tot een mogelijke meineed?

-Hoe ziet het OM dat in relatie tot art 190 a/b sr.?

-Kent dit zitings-OM het TGB-contract?

-Wordt in het TGB-contract gerefereerd aan bepaalde verdachten en niet naar anderen?

-Eén na laatste alinea, pagina 2. Overleg 22 nov 2006. Peter La Serpe gaf aan in strijd met de waarheid qua van Hout + Jesse en contact Holleeder Vraag: Begrijpt het OM dit nog?
Op 22 nov volgens De Haas verhaal Cor van Hout niet klopt. In dossier diverse vindplaatsen tot 3 weken geleden door La Serpe volgehouden.

-Hoe zit dit nu? Heeft De Haas dit inmiddels uitgelegd?

-Is bij de besprekingen met De Haas voor gekomen Q5. Is vanwege feit dat Holleeder-passages buiten beeld moesten blijven een situatie ontstaan, waarbij Q5 nader diende te worden bezien?
Of zich iets dergelijks heeft voorgedaan?

-Wat vindt dit zaaks-OM enerzijds van het Holleeder-incident en anderzijds de totstandkoming van de deal dat met kleine vissen grote vissen gevangen moeten worden?

OM: Het gaat niet om grote of kleine vissen, maar om een hele school vissen en een reeks van liquidaties die opgelost, dan wel voorkomen konden worden.

-Vindt het OM of De Haas deel uitmaakt van het zaaks-OM?

-Voelt dit OM zich verantwoordelijk voor hetgeen Peter La Serpe met De Haas heeft afgesproken?

-Voelt dit OM zich verantwoordelijk voor het kluisverklaringen-traject zoals door De Haas afgelopen?

OM: Nee. De Haas was destijds CIE-officier, met eigen verantwoordelijkheden en eigen verplichtingen die losstaan van het zaaks-OM.

-De Haas bespreekt een en ander met de parketleiding, met wie? De wit? Of van Straelen, of andere OM-leden?

-Is een en ander aan de CTC (Centrale Toetsings-Commissie) voorgelegd?

-Is het voorgelegd aan het College Procureurs generaal?

-Is een en ander gecommuniceerd met Landelijk Parket, qua Kolbak?

-Hoe kan het OM rijmen dat De Haas vanwege veiligheidsredenen kennelijk accoord ging met
buiten verklaring laten van Holleeder enerzijds en anderzijds dat wel over cliënten en anderen kon worden verklaard?

-Hoe kan dit veiligheidstechnisch begrepen worden? Vooral omdat Holleeder op dat moment gedetineerd zat en Ali en Dino op vrije voeten waren.

-Welke veiligheidsmonitor heeft een en ander meegedeeld?

-Kan hetOM uitleggen waarom het vermeende veiligheid boven de waarheidsvinding moest gaan?

-Waarom ging OM accoord met veiligheidsargument, dus Holleeder mocht niet belast worden,
maar dat Peter La Serpe Holleeder wel mocht belasten qua Cor van Hout?

-Kan het OM duidelijk maken waarom het veiligheidsrisico nu geen rol meer speelt?

-Is er sprake van nog meer verklaringen die in de kluis liggen en die over Holleeder gaan?

-Is er nog sprake van andere verklaringen over betrokkenheid van Holleeder?

-Zijn er nog andere bevindingen buiten het dossier gehouden, in relatie tot achtergehouden verklaringen van Peter La Serpe?

-Zijn er nog andere weglatingen in de verklaringen van Peter La Serpe die slaan op andere verdachten?

-Is er een relatie tussen weglaten Holleeder-passages en anderzijds dat in de 140-verdenking nooit hardop Holleeder is opgenomen?

-Hoe kijkt het OM aan tegen bewijspositie tegen Holleeder in 140 qua 'en anderen'?
OM: Daar kan het OM niet op ingaan, omdat Holleeder hier niet terecht staat. Wel wordt hetgeen nu bekend is over Holleeder van belang geacht in de bewijsvoering mbt de andere verdachten.


-Verschillende verzoeken om de weglatingen bij de rechter-commissaris te laten nakijken.
Het OM heeft toen het standpunt ingenomen dat zelfs de veiligheid van de RC in het geding kan zijn.
Is er een relatie tussen die mededeling en de Holleeder-weglatingen? Zo neen, graag andersinds uitleggen?

-Door verdediging altijd gezegd dat weglatingen inhoudelijke verklaringen betrof.
OM toen: Weglatingen waren onderhandelingen, veiligheid en prive. Neemt het OM dit standpunt nog steeds in?

-Hoe kan dit, terwijl het inhoudelijke passages betrof?

-Wat zijn de redenen geweest om de passages weg te houden?

-Had de keuze met beperkte levensverwachting van Holleeder te maken. Strijd met Landelijk Parket?

-Is er naar aanleiding van het naar buiten komen van stukken nader onderzoek uitgezet door kwaliteits-Officier van justitie of de Rijksrecherche

Vragen Mr. Sander Janssen:

-Is deze kwestie aan de rechter-commissaris voorgelegd bij toetsen rechtmatigheid

-Zo neen, wel besproken?

-Is er recent een terugkoppelijng geweest met andere OM over de beslissingsmodellen zoals toen gehanteerd?

-Is er nu in de afgelopen vier jaar een moment geweest dat bij De Haas of enig OM-lid dit ter sprake is geweest. Bijvoorbeeld de aanhouding van Soerel en de 9 maanden uitstel. Ook toen is nooit gesproken over de vraag of er nog meer was.

-Is de verklaring van La Serpe in het licht van de door hem afgelegde verklaringen getoetst?

-Hoe vaak is De Haas aanwezig, direkt of op de achtergrond, geweest op zitting of rechter-commissaris-verhoor La Serpe?

Opmerking Mr. Frits Lauwaars: Raar dat het OM zelf geen standpunt inneemt, maar zich laat dwingen door vragen.

Mr.Betty Wind: We hebben deze vragen nu beantwoord in een vrij kort tijdsbestek. We zouden op een later moment uitgebreider willen antwoorden op de overige gestelde vragen, bij voorkeur tijdens een zitting op een later tijdstip.

Op dinsdag 1 november gaat het proces verder. De grote vraag is: Hoe redden het OM en De Haas zich uit dit door Mr. Meijering zo genoemde "mijnenveld"?

Bondtehond

woensdag 26 oktober 2011

'Pietje, is dat toevallig Holleeder?'

De Passage-zitting van dinsdag werd gezien als een van de belangrijkste zittingen van de afgelopen 2,5 jaar, zo niet de belangrijkste, aldus Mr. Nico Meijering. De tribune zat dit keer dan ook bomvol verwachtingsvolle procesbezoekers. Teleurstellend was het daarom dat Peter La Serpe met zijn raadsman Mr. Jan Peter van Schaik er nog niet aan toe waren gekomen om dinsdag verder in te gaan op de 8 herinneringen waarover La Serpe vertelde tijdens de zitting van 11 oktober. De 3 reeds genoemde herinneringen tijdens die zitting werden door de kroongetuige zaaksoverschrijdend genoemd. De hartekreet van Mr. Meijering die daarop volgde, werd door de rechtbank beaamd en de voorzitter besloot de behandeling van de 11 herinneringen op te schuiven naar een apparte behandeldag: 25 oktober. Peter La Serpe had dus eigenlijk dinsdag openheid van zaken zullen geven.


Mr. Van Schaik meldde echter dat TGB-officier Mr. Marjolein Verwiel pas korgeleden een fax had gestuurd waarin zij heeft aangegeven over welk gedeelte van 27 A4'tjes van La Serpe zou mogen praten. Volgens La Serpe is op dat stuk van 27 pagina's zijn hele strafrechtelijke verweer gebaseerd. Mr. Verwiel zou La Serpe in die fax hebben laten weten dat hij over 18 pagina's niet mag praten op zitting. En dat is een probleem voor de kroongetuige, aangezien volgens hem nu de hele context wegvalt. En als de context wegvalt is het niet meer in zijn strafrechtelijk belang de rest wel te noemen, aldus La Serpe.

Het probleem voor La Serpe is nu dus niet het gedeelte waar hij wel over mag praten, maar het gedeelte waarover hij gedwongen wordt te zwijgen. Het gevaar voor La Serpe zit hem hierin dat wanneer hij de TGB-afspraken zou schenden, de getuigenbeschermings-deal ontbonden zou kunnen worden. Als hij de punten namelijk wel zou noemen zou het TGB de beschermingsovereenkomst kunnen opzeggen. Dat lijkt hem voor zijn familie en hemzelf een erg onwenselijke situatie, zei hij al op 11 oktober.

Mr. Lauwaars: U zegt eigenlijk: Ik mag zoveel niet zeggen, dat hetgeen ik niet mag vertellen niet in het juiste licht geplaatst kan worden? Het is dan zinloos. Zeg ik het zo goed?
Peter La Serpe: Precies! Het is in ieder geval niet mijn bedoeling alleen over dat kleine gedeelte te praten.

Mr. Lauwaars: Ik roep dan wel bij u in herinnering dat zodra mevrouw Verwiel gespecificeerd zou hebben, ook op verzoek van het OM en de rechtbank, waar u wel over mag praten, dat het aan u en uw raadsman zou zijn of u het risico wil nemen. En daar moet u nog over praten met uw civiele advocaat, begrijp ik het zo goed?
Mr. Van Schaik reageerde: Dat is correct, mijnheer de voorzitter, we hebben destijds gevraagd om duidelijkheid, die duidelijkheid is wat ons betreft niet gegeven. We zullen dus eerst moeten overleggen met de civiele advocaat. En dat gaat niet zo snel. Dat heeft tijd nodig. Juist vanwege de risico's die hier aan kleven voor cliënt maakt het dat er een uitvoerig overleg met de civiele advocaat zal moeten plaatsvinden om te bezien hoe nu verder in deze procedure voor wat betreft de verdediging van cliënt.

Mr. Lauwaars: Ok, dan wachten we rustig af tot u dat overleg met uw civiele advocaat heeft gehad. De risico-afweging is een delicate. Het is zo'n catch 22, waar het proces vol van zit, dat moet mij even van het hart. Dan moeten we maar afwachten tot u het sein geeft dat u weet wat u wilt, en daar dan een dag voor uitrekken. Maar, en dan kijk ik even naar de verdediging en de andere verdachten, we hebben nog een catch 22. Want al zou u zeggen ik neem het risico niet in verband met de getuigenbescherming, dan zullen de andere verdachten en hun advocaat toch wel openbaring willen hebben van alle dingen die u op uw lever heeft, om de doodeenvoudige reden omdat u heeft gezegd dat ze zaaksoverschrijdend zijn. Nou, dat is ons niet ontgaan, zogezegd. En de advocaten van de verdachten ook niet. Dat was ons wel duidelijk. Dan komen we in dat vaarwater en dat is uitermate moeilijk. Dus ook al besluit mijnheer La Serpe dat verweer niet te voeren, omdat u anders de getuigenbescherming opblaast, ik zeg het maar zo eenvoudig mogelijk, zult u toch een en ander moeten vertellen in het belang van de andere verdachten. Dat zal toch aan de orde moeten komen, dus ik wil graag dat u dat erbij betrekt.

De voorzitter stond erop dat er op korte termijn verder op ingegaan kan worden, liefst op 1 of 3 november. Mr. Van Schaik 'opteerde' voor 3 november. De afspraak is nu dat op 3 november verder wordt gegaan met dit belangrijke onderwerp en dat La Serpe en zijn raadsman duidelijkheid geven.
Officier van justitie Mr. Betty Wind merkte op dat Mr. Verwiel in haar fax het heeft over geluidsopnamen en een paar punten waar zij geen mededelingen over kon doen.
Mr. Wind: Dat klinkt niet als 18 pagina's. En hoe zit het met de 11 herinneringen? La Serpe laat het OM, de rechtbank en ook de overige procesdeelnemers nu zitten en daar worden wij nu eigenlijk wel wanhopig van. We willen dan ook, wat mij betreft, dat u de 3e uitlegt waarom het volgens u 18 pagina's van de 27 zijn waarover u niet zou mogen praten. Zo lezen wij de brief namelijk niet.

Peter La Serpe reageerde. Hij vindt het te gek voor woorden dat zijn strafrechtelijk verweer wordt bepaald door TGB-officier Verwiel. Hij had gevraagd de pagina's te specificeren, om niet die beschermingsovereenkomst kwijt te raken. Dat heeft zij niet gedaan. Het is volgens hem nu zo'n beetje fifty/fifty wat hij weg zou moeten laten. Het ene deel is OM-gerelateerd, het andere TGB-gerelateerd. Zijn verzoek om een fax van 2 juli in te trekken, die 8 van de 11 herinneringen onder embargo plaatsen, die weer deel uitmaken van zijn verweer, schenden volgens hem zijn rechten om zichzelf te kunnen verdedigen. Volgens La Serpe is er iets bedacht: 'Leg je klachten maar bij de TGB-officier neer.' De TGB-officier bepaald nu wat hij in zijn strafrechtelijk verweer mag gebruiken, en dat is heel vreemd natuurlijk, aldus de kroongetuige. Het is prima, maar het is een afweging die hij met zijn strafrechtadvocaat zal moeten maken in overleg met de civiele advocaat om te kijken wat de consequenties zijn.

Volgens Mr. Lauwaars is dit niet een goede interpretatie van La Serpe, want zowel het OM als TGB hebben La Serpe best wel ruimte geboden.

La Serpe: De 27 A4'tjes zijn mijn hele strafrechtelijke verdediging. Als ik, om het maar even heel simpel neer te zetten, een relatie tussen Jantje en Pietje duidelijk wil maken, en ik wil dat aan de rechtbank duidelijk maken en de TGB-officier zegt dat ik niet over Pietje mag praten, dan kan ik wel over Jantje praten zoveel ik wil, maar dan zal ik nooit die relatie duidelijk kunnen maken. Mijn strafrechtelijke verdediging is juist die relatie duidelijk maken. Als ik niet over Pietje mag praten, is het niet meer in mijn strafrechtelijk belang om alleen over Jantje te praten. Maar mocht het zo zijn dat wij geen verweer gaan voeren, zal ik in elk geval zoveel mogelijk tegemoet komen aan de wensen van alle partijen.

Mr. Nico Meijering droog: Pietje, is dat toevallig Holleeder? (hard gelach op tribune) Ik vraag het maar even voor de zekerheid....

Mr. Lauwaars: Nou nee, ik denk het niet. Ik denk dat Jantje het zaaks-OM is, en Pietje het getuigen beschermings-OM. Zo had ik het in elk geval begrepen... zo zie je maar.

Mr. Meijering: Nee maar, het is in ieder geval goed te merken dat iedereen wanhopig is. Ik heb hier de brief van 19 oktober van de TGB-officier. Ik heb de brief intussen gelezen. Snel, want ik moet natuurlijk scannen, maar ik lees niets over 6 van de 8 punten.

Rechter: Op pagina 2 bovenaan. Het gaat over 8 punten, waarvan La Serpe het over 2 punten kan hebben.

Mr. Meijering: Ok, 3 zijn er al, 8 punten zijn nog steeds aan de orde. En daarvan begrijp ik nu dat er over een aantal punten al gesproken zou mogen worden...

La Serpe onderbrak de raadsman: Dat is niet waar. Ik begrijp nu de verwarring. Die reactie van Marjolein Verwiel gaat niet over die punten. Het gaat over mijn hele verklaring. Het gaat over 5 deelzaken. Het is nu zo door de rechtbank geinterpreteerd dat er over 2 punten van de 8 gesproken kan worden en de rest niet. Maar het gaat over mijn hele verklaring. Daarvan zegt Verwiel: 'Deelzaken zijn bij mij bekend' En dat gaat niet over die punten zoals de rechtbank dat geïnterpreteerd heeft, dus niet 'over twee punten mag je niet praten en over de rest wel', maar het gaat over mijn hele verklaring. Van één deelzaak weet ik dat het op z'n minst al 5 pagina's betreft.

Het rode lampje van Mr. Nico Meijering op zijn microfoon ging branden.

Mr. Lauwaars beëindigde echter de discussie: Mijnheer Meijering, ik stel voor de hele discussie te verschuiven naar 3 november.

Peter La Serpe: Mag ik tot slot ook nogmaals opmerken dat het wel mijn hele strafrechtelijke verdediging betreft. Ik hoor mensen nu zeggen 'kunnen', maar er is een verschil tussen 'kunnen' en 'willen'. Het is wel mijn strafrechtelijke verdediging en het moet wel mijn strafrechtelijk belang dienen.

Morgen volgt deel II van de zitting van dinsdag 25 oktober, met een verslag over het door rechtbankvoorzitter Mr. Frits Lauwaars zo genoemde 'Holleeder-incident' dat 's middags aan de orde kwam.
Met een overzicht van de vragen die de verdediging aan het Openbaar Ministerie voorlegde.


Bondtehond

maandag 24 oktober 2011

'Heeft u meer gelezen op Crimesite?'

Vandaag is het getuigenverhoor van getuige Harry W. door de verdediging voortgezet. De getuige die vorige week al verklaarde over de '93-zaken was maandag, in tegenselling tot vorige twee zittingen, nu wel naar de rechtbank gekomen met een advocaat. Deze advocaat nam echter niet naast zijn cliënt W. plaats in de gepanserde getuigencabine, maar keek mee via een speciale verbinding vanuit een andere ruimte in de Bunker, aldus officier van justitie Mr. Betty Wind. Een nogal ongewone gang van zaken dus. Als reden had de advocaat opgegeven dat het bijstaan van een getuige als deze in het milieu niet erg gewaardeerd wordt.


Tevens deelde zij mede dat het openbaar ministerie een rechtshulpverzoek heeft gedaan om Henk Rommy te horen op zitting. Henk Rommy had echter al laten weten vanuit zijn Amerikaanse cel dat hij daar niet aan mee wenst te werken. Dat zal dus niet gebeuren, aldus officier van justitie Mr. Nanette van Ditshuyzen.

Een aantal raadslieden, waaronder Mr. Silvis (Siegfried Saez) en Mr. Nilessen (de tweede advocaat van Moppie Rasnabe) hadden begrepen dat Rommy juist graag zou komen om W. enkele vragen te stellen. Het stond immers op Crimesite, aangezien Rommy daar een vaste rubriek heeft en dat afgelopen week nog schreef vanuit zijn cel. Volgens officier van justitie Mr. Van Ditshuijzen kan dat allemaal wel zijn, dat een verdachte blogt, maar zal iedereen het nu moeten doen met de officiële stukken die er nu zijn.

De advocaten zaten er klaar voor en het verhoor kon beginnen. De rechtbank besloot het zo te doen dat eerst de advocaten van de '93- verdachten vandaag aan de beurt zouden komen. Vorige keer was dat Mr. Sander Janssen, de raadsman van Jesse Remmers. Vandaag kon Mr. Stijn Franken, de raadsman van Pinny Song, die zelf overigens niet aanwezig was, beginnen.

Wel wilde Mr. Janssen eerst nog even weten of het OM de raadslieden vandaag weer zou beletten allerlei vragen te stellen zoals bij het eerste en tweede verhoor? Mr. Wind deelde mede dat getuige W. intussen al is gehoord over die zaken waarover hij vorige keer niet ondervraagd mocht worden, dus zou de verdachte vandaag gewoon mogen antwoorden. De stukken volgen nog.

Mr. Stijn Franken was vandaag samen met confrère Mr. Chrisje Zuur. Op rustige toon, zoals we gewend zijn van Mr. Franken, ondervroeg hij getuige W. De raadsman probeerde te achterhalen op welke wijze de getuige zich had voorbereid op de zittingen. Of W. de kluisverklaringen had doorgelezen voor de zittingen? W. zei van niet. Of, waar en hoe vaak hij de heren De Haas (zaaksofficier) en Zwinkels (TGB-officier) had gesproken voor de verhoren ter zitting op 11 en 13 oktober, en of hij inhoudelijk had gesproken met de heren? W. dacht twee keer, maar wist niet meer waar en wat er precies besproken is.

Of de heer W. op internet, bv op Crimesite, had gelezen? W. had geen internet waar hij verbleef. Of W. bladen of kranten had gelezen? Nee, dat had W. niet. Of W. het had besproken met anderen? Nee, dat niet. Zelfs de zitting van vandaag had W. niet besproken met zijn advocaat, 'alleen gezellig een kopje koffie gedronken' vanmorgen voor aanvang van de zitting. En met Brenk en Schaap, de twee politiemensen, hoe vaak had W. die gesproken? W. dacht 2 keer. En andere politiemensen? Jawel, dat wel, maar W. wist de namen niet meer. Het waren niet de mensen bij wie hij de kluisverklaringen had afgelegd.

(samgevat gedeelte van het verhoor)
Mr. Stijn Franken: Heeft u over andere zaken verklaringen afgelegd, behalve de drugszaak en passage?
Getuige W.: Nee.
Mr. Franken: Heeft u in de tijd met Rommy duidelijk gekregen wanneer Rommy onzin vertelde of de waarheid?
W.: Nou nee, dat kan ik niet weten natuurlijk. Dat IRT-verhaal wist ik wel. (Rommy zou een keer aan Greg Remmers verteld hebben dat W. met het IRT te maken had.)
Mr. Franken: Heeft u later uitgezocht of onzin of waarheid was?
W.: Nou nee.
Mr. Franken: De verhalen over liquidaties, daar heeft u over gezegd dat het grotendeels onzin was. Klopt dat?
W.: Dat weet ik.
Mr. Franken: U heeft er niets mee gedaan?
W.: Nee.
Mr. Franken: Toen u de kluisverklaringen aflegde, was dat alles wat u wist of heeft u informatie achtergehouden?
W.: Nou nee, ik heb niks achtergehouden.
Mr. Franken: Heeft u de verklaringen nagelezen?
W.: Ik ga er wel vanuit.
Mr. Franken: Is alles op papier terechtgekomen?
W.: Ja, dat denk ik wel.
Mr. Franken: Was er niets dat u wist, maar niet vertelde?
W.: Nee.
Mr. Franken: Mag ik concluderen dat alles wat u wist op papier is terechtgekomen?
W.: Dat wel ja.
Mr. Franken: U zei dat u ook nadien wat heeft gelezen. U zei oa op Crimesite. Heeft u ook andere bronnen gebruikt?
W.: Nee.

Mr. Franken: U heeft zich verdiept op Crimesite. U zei: 'Ik heb in de breedste zin gelezen'. Wat bedoelde u?
W.: Dat is summier wat heb doorgelezen.
Mr. Franken: Wat heeft u gelezen over de sportschoolhouder?
W.: Ik weet niet eens dat het een sportschoolhouder betrof.
Mr. Franken: Heeft u meer gelezen op Crimesite?
W.: Nou ja, ik begreep toen beter waarom Moppie zo paranoia op de woonboot heen en weer liep.
Mr. Franken: U zou ook verklaringen hebben afgelegd: 'Moppie en de zoon van Greg Remmers zouden als taak het liquideren van mensen hebben'?
W.: Nou, ik trok die conclusie omdat de vader van Jesse wilde dat er goed voor zijn zoon gezorgd werd in de gevangenis.
Mr. Franken: De tijd dat u met Rommy optrok. Ik heb begrepen dat u concludeerde dat Moppie en de zoon van Greg Remmers de sportschoolhouder hadden geliquideerd.
W.: Na hun verhalen heb ik dat aangenomen.
Mr. Franken: Dat heeft u aangenomen terwijl u nog niet wist of dit op waarheid was gebaseerd?
W.: Ja, dat zou je zo kunnen zeggen.

Opvallend was volgens Mr. Franken dat W. in zijn kluisverklaring niet gezegd heeft dat de opdracht van de liquidatie op de Amsterdamse sportschoolhouder van een prostituée zou komen, en ook niet dat daar 80.000 gulden voor betaald zou zijn. Later heeft W. dat namelijk wel verteld op zitting.
Mr. Franken: Kunt u uitleggen waarom die onderdelen niet in de kluisverklaring zijn terechtgekomen? Heeft u het op Crimesite gelezen?
W.: Nee, ik wist het al. Het is verteld in de auto......

Mr. Franken had enkele artikelen afkomstig van Crimesite (en Bondtehond) uitgeprint. De rechter vroeg of deze stukken aan het dossier konden worden toegevoegd. Dat kon, echter Mrs. Franken en Zuur besloten in de pauze dat het verstandiger is de stukken nog niet toe te voegen. Wellicht op een later moment wel.

Vervolgens was het de beurt aan de raadsman van Siegfried Saez en de twee raadslieden van Moppie Rasnabe. Daar kom ik later deze week zeker nog op terug met een verslag van die verhoren.

Wim van de Pol van Crimesite schreef hier reeds over: Een innige band met Rommy.

De verhoren waren nog niet klaar. Ook Mrs. Meijering en Van der Werf hebben nog een aantal vragen in petto. De rechtbank besloot dus dat W. op 7 november nog een keer terug moet komen. Alle raadslieden kunnen vervolgens nog verzoeken tot nader onderzoek indienen.

1 November wordt nog een behandeldag en 3 november een eventuele uitloopdag. Over het schema buigt de rechtbank zich nog. Verwacht wordt dat na deze dagen het proces weer aardig op schema ligt.

Morgen wordt een belangrijke dag. Dan gaat het liquidatieproces verder met Peter La Serpe en zijn raadsman Mr. Jan Peter van Schaik over 'de Holleeder-verklaring'.

Mr. Nico Meijering kondigde aan dat hij dinsdag vragen wil stellen aan het openbaar ministerie. De Holleeder-passages, de 8 herinneringen van La Serpe en de toevoegingen. Hij heeft het laten indalen bij cliënt Dino Soerel en wil het daar morgen uitgebreid over hebben.

Mr. Meijering richting rechtbank: Het is nogal breed. Overval ik u er niet mee?
Rechter: Nee.

Bondtehond

donderdag 20 oktober 2011

'Mensen doodschieten is natuurlijk uit den boze'

Aanstaande maandag zullen diverse advocaten in navolging van afgelopen twee zittingen wederom de geloofwaardigheid van getuige W. ter discussie stellen. Vorige week maakten we in de Bunker reeds kennis met deze nieuwe getuige van het openbaar ministerie, Johannes Cornelis 'Harry' W (63 jr). Iedereen begreep eerder eigenlijk dat het zou gaan om een nieuwe kroongetuige, echter officier van justitie Mr. Betty Wind vertelde later dat er geen deal is gesloten en dat de getuige gewoon onder naam zou komen getuigen. Dat de raadslieden aanvankelijk dachten dat het om een kroongetuige zou gaan, is niet zo vreemd, aldus advocaat Mr. Marnix van der Werf, aangezien het OM eerder totaal geen tegengeluiden had laten horen toen de verdediging vragen stelde over deze mogelijke nieuwe "kroongetuige".


Mr. Betty Wind gaf als verklaring daarvoor dat de besprekingen nog gaande waren en het nog niet geheel duidelijk was of de heer W. wel onder naam zou gaan verklaren. Uiteindelijk is pas op 25 september door de W. toestemming gegeven aan het OM om zijn kluisverklaringen te mogen gebruiken. Dit nadat er afspraken waren gemaakt betreffende W's veiligheid en een gunst die W van het openbaar ministerie daarvoor terug verlangde.

Het verschil tussen een kroongetuige en een zogenaamde 'begunstigingsgetuige' zit hem erin dat deze getuige geen strafkorting krijgt, maar dat er afspraken met hem zijn gemaakt die gebaseerd zijn op artikel 226 g lid 4 van het Wetboek van Strafvordering. Het OM doet de getuige toezeggingen over zaken die binnen het normale takenpakket van de officier van justitie vallen. Een eerdere zitting liet officier van justitie Betty Wind al weten dat de getuige alleen over '93-zaken zou kunnen verklaren en per moordzaak een kluisverklaring had afgelegd van ongeveer anderhalf A4-tje. De betrokken verdachten die nu terechtstaan voor moorden uit 1993 zijn Jesse Remmers, Mohammed 'Moppie' Rasnabe, Siegfried Saez en Pinny Song.

De nieuwe getuige in Passage wordt verdacht van het beschieten van een huis in Vinkeveen met een raketwerper op 25 januari 1995. Het huis aan de Groenlandsekade in Vinkeveen was van Henk de Vries, de eigenaar van coffeeshopketen 'The Bull Dog' in Amsterdam. In januari werd W. verhoord in de 4050 kilo-zaak tegen onder andere Marco Proper, en sprak in die zaak onder meer over deze raket-beschieting. Het balletje voor wat betreft de '93-zaken in Passage is volgens W. pas gaan rollen toen hij aangaf dat hij in de problemen zou kunnen komen als hij over bepaalde mensen zou gaan verklaren. Toen de recherche doorvroeg zou W. ondanks zijn angst toch andere namen hebben genoemd, waarna de oren van de verbalisant meteen gespitst stonden. W. gaf vervolgens aan ook over liquidaties te kunnen verklaren, met name over mensen die met Henk Rommy te maken hadden.

Er heeft toen zowel een oriënterend overleg als een dreigingsanalyse plaats gevonden tussen Sander de Haas en W's advocaat. De enige voorwaarde waarop W. wilde verklaren was dat hij niet in voorarrest genomen zou worden voor de raket-aanslag in Vinkeveen. De getuige is samen met zijn vrouw afhankelijk van een uitkering en deze zou gestopt worden zodra hij in hechtenis zou komen te zitten. Hij hoopt nu tot zijn 65e vrij rond te lopen, want vanaf die leeftijd gaat hij namelijk AOW krijgen en heeft voorarrest minder consequenties voor zijn vrouw die anders de dupe zou zijn.

De rechter vroeg waarom W. ondanks zijn angst toch is gaan praten? Getuige W. zegt daarover: "Weet je, mijn geweten speelt ook een rol. Mensen doodschieten is natuurlijk uit den boze. Daarom heb ik besloten toch te getuigen."

Van het momenteel lopende liquidatieproces met de codenaam 'Passage' had W. echter totaal geen weet, beweert hij. Pas nadat de politie belangstelling had getoond voor personen en zaken waarover hij praatte, was hij verder gaan kijken op internet, hij dacht op Crimesite, en kwam hij erachter dat het grote liquidatieproces op dit moment speelt. Hij zou daar nooit iets van hebben meegekregen op TV, in kranten en/of bladen.

Dit laatste wordt als zeer ongeloofwaardig beschouwd door de verdediging. Er is ook weinig dat W. niet uit de media zou kunnen hebben opgevangen. De meeste details over de moorden uit '93 zijn reeds lang en breed uitgemeten in de pers, op tv, in boeken, in bladen en last but not least op internet.
Daar doet een vroegere vriendschap, of crimineel zakelijk contact met de beruchte drugshandelaar Henk 'Zwarte Cobra' Rommy weinig aan af. Rommy's advocaat Mr. Mark Teurlings is in ieder geval niet erg onder de indruk van hetgeen W. komt vertellen in navolging op kroongetuige Peter La Serpe.

De getuige zegt namelijk begin jaren negentig met onder meer Henk Rommy en Greg Remmers, de vader van Jesse Remmers, te zijn omgegaan en zou een tijdje samen met Moppie Rasnabe op de boot van Gilbert Rommy, de zoon van Henk Rommy, hebben gewoond. Henk Rommy is de peetvader van Jesse Remmers, echter Jesse Remmers zelf had de getuige nooit ontmoet. Wel wist de getuige tussen neus en lippen door te vertellen dat Jesse verantwoordelijk zou zijn voor de liquidatie van drugshandelaar Ton de Bruin op 10 januari 1992. Jesse zou in vrouwenkleding hebben aangebeld en Ton de Bruin hebben geliquideerd. Opmerkelijk detail in W's verhaal: Jesse zou zo cool zijn dat hij op weg naar deze liquidatie in de Donald Duck zou hebben zitten lezen. Althans, dat had W. een keer van anderen gehoord. Henk Rommy werd door de politie een tijdlang verdacht van het opdracht geven tot deze niet opgeloste moord.

Zittingsdagen dinsdag 11 en donderdag 13 oktober stonden voornamelijk in het teken van het verhoor van deze nieuwe getuige. Harry W. is naar eigen zeggen een oude bajesmakker van Henk 'Zwarte Cobra' Rommy. Zij waren elkaar destijds tegengekomen toen zij onafhankelijk van elkaar in voorarrest zaten en beiden werden verdacht van smokkel van grote partijen hasj vanuit Marokko. W. noemt zichzelf een oude smokkelaar. Vanwege deze gemeenschappelijke intresse/bezigheid waren de twee bevriend geraakt en had Rommy W. onderdak aangeboden. Na diens detentie ging W. voor Rommy werken en mocht hij op een woonboot wonen van Gilbert Rommy. Daarvoor moesten wel eerst twee drugsverslaafde meiden het veld ruimen die nog op de boot woonden.

Tijdens de drie jaar dat W. voor de organisatie van Henk Rommy werkte leerde hij o.a. Moppie Rasnabe kennen, die ook wel eens op de woonboot verbleef, aldus W. Op een dag zat hij met Henk Rommy en Moppie in de auto bij de Rode Brug in Utrecht, waar prostituées in woonboten werken. Rommy zou op een gegeven moment hebben gezegd: 'Moppie is de enige die nog geld van een prostituée krijgt'. Hij doelde daarbij op een liquidatie in Amsterdam die Moppie samen met Jesse Remmers in opdracht van een prostituée zou hebben gepleegd. Volgens W. was Moppie er vrolijk over dat ze daar zo goed waren weggekomen terwijl er kort na de liquidatie een helicopter was ingezet om jacht te maken op de daders. Ze zouden zijn beloond met 80.000 gulden. Het slachtoffer zou een vriend zijn van die prostituée. Pas later had W. begrepen dat het over de liquidatie van Tonny van Maurik zou zijn gegaan in '93. Een naam van de prostituée had W. niet gehoord.

Een ander keer reden Henk Rommy, Moppie Rasnabe en getuige W. weer samen in een auto langs de Ouderkerkeplas bij Ouderkerk aan de Amstel. Henk Rommy zou hebben gezegd: 'Hier wil Moppie altijd graag barbecueën'. W. zou verbaasd hebben gereageerd en is daarop verder gaan vragen. Rommy zou Moppie gevaarlijk hebben willen maken en had een en ander uit de doeken gedaan. Moppie is onder andere verdacht van de dubbele moord op twee Joegoslaven in '93, ook wel de barbecue-moorden genoemd, omdat de auto na de schietpartij met beide slachtoffers erin in brand werd gestoken. Uit het gesprek in de auto maakte de getuige op dat Moppie een dubbele moord had gepleegd uit wraak, omdat de mannen Moppie's vriendin Estrella zouden hebben beledigd.

De derde moord waarover de getuige wetenschap zou hebben gaat om de dubbele moord in 1993 in Antwerpen op drugshandelaar Henie Shamel en diens vriendin Anne de Witte. Henk Rommy zou de opdracht daarvoor hebben gegeven. Moppie zou volgens W. verteld hebben dat Henk Rommy schuldeisers soms opruimde omdat dat 'goedkoper dan betalen' zou zijn. Volgens getuige W. zou Siegfried Saez hebben geschoten, Jesse Remmers 'misschien' en Moppie Rasnabe was de chauffeur die avond. Tenminste, zo had getuige W. het gehoord.

De 3 moordzaken kwamen ter sprake op de eerste dag van het getuigenverhoor. De rechters stelden vele vragen waarbij allerlei smeuïge details ogenschijnlijk achteloos de rechtszaal in werden geslingerd. W. zou in een andere hoedanigheid een prima verhalenverteller zijn. De getuige komt sowieso over als iemand die zichzelf graag hoort praten, zeker als hij op dreef is, en op dreef leek W. verschillende keren.

De rechter vroeg W. eens rond te kijken in de rechtszaal of hij iemand herkende. W. herkende Siegfried Saez als de persoon met de bijnaam 'Oompje', die hem ooit was voorgesteld in Abcoude op de boerderij van Henk Rommy. Oompje zou niet zoals andere criminelen een pistool aan zijn riem hebben gehad, maar droeg twee machinepistolen onder zijn jas. Volgens W. was Bert Schilder daarbij, die het niet kan navertellen omdat die is overleden.

Maandag a.s. zullen de advocaten getuige Harry W. aan een diepgaand getuigenverhoor onderwerpen. Een vervolg op de eerste ronde vragen door Mr. Sander Janssen, de advocaat van Jesse Remmers.

Updates volgen nog in verband met deze getuigenverhoren ter zitting.

Wim van de Pol van Crimesite schreef vorige week:

Getuige W. verdacht raketbeschieting

Rommy gaf opdracht dubbele moord Antwerpen'


De zen-benadering van de nieuwe getuige

Henk Rommy schrijft deze week vanuit zijn cel in Amerika:

'Harry W. zuigt het uit zijn grote duim'


ATTENTIE :

Zou de schrijver van de laatste (anonieme en niet gepubliceerde) reactie onder het artikel 'Ik denk dat Holleeder mij heeft opgepompt' contact met mij op willen nemen via het 'contact formulier' (rechtsboven op deze website) of via emailadres: bondtehond@xs4all.nl
U zou kunnen volstaan met een telefoonnummer en/of emailadres. Er wordt dan z.s.m. contact met u opgenomen. (Uiteraard zullen wij uw naam en eventuele info met grootst mogelijke discretie behandelen.)

Bondtehond

woensdag 12 oktober 2011

'Het is vandaag de dag van de hartekreten'

Maandag ging de rechtbank verder met de inhoudelijke behandeling van de zaak Soerel. Met name de liquidatie van Thomas van der Bijl werd opnieuw van a tot z behandeld, zij het in grote lijnen. Ik zal u echter niet vermoeien met reeds vaker gehoorde en beschreven details. Veel opzienbarender was hetgeen Peter La Serpe in de loop van de zitting vertelde. De kroongetuige was overigens niet helemaal in zijn goede doen vanwege ziekte. Zijn stem klonk zachter als anders. Laten we het erop houden dat hij een griepje heeft. Desondanks was hij toch naar de bunker-rechtbank in Osdorp gekomen om te getuigen in het liquidatieproces.


Vanuit zijn cabine las La Serpe een schriftelijk stuk (zie onder) voor ivm de beperkingen die hij ervaart om zichzelf te kunnen verdedigen. De verdediging van Soerel luidde daarop wederom de noodklok tijdens deze zitting. Mr. Nico Meijering uitte zijn 'hartekreet' richting de rechtbank, nadat Peter La Serpe via het schriftelijk stuk had laten weten dat hij 11 herinneringen had genoteerd die zijns inziens mogelijk, zelfs waarschijnlijk, tot een ander eindoordeel van de rechtbank zou kunnen leiden wanneer deze herinneringen niet door de rechtbank zouden worden gehoord.

Bij het nalezen van zijn opgebouwde dossier over openbaar ministerie en TGB (Team Getuigen Bescherming) zijn deze 11 herinneringen boven gekomen, aldus de kroongetuige. La Serpe noemde maandag 3 van de herinneringen in het stuk dat hij voordroeg. De andere 8 mag hij niet vertellen omdat deze onder het embargo van een fax van de hoofdofficier en het OM vallen. Volgens La Serpe zou zijn veiligheid en de veiligheid van zijn aanverwanten in de toekomst niet gewaarborgd zijn. Als hij ze namelijk wel zou noemen zou dit tot gevolg kunnen hebben dat TGB de beschermingsovereenkomst opzegt en dat de verdachten vrijkomen. Dat lijkt hem voor zijn familie en hemzelf een onwenselijke situatie.

La Serpe: Ik ben pas bereid deze 8 herinneringen in de rechtbank te vertellen als onze veiligheid in de toekomst is gewaarborgd en ik de garantie krijg dat ik niet zal worden gesanctioneerd. Tevens zal de fax van de hoofdofficier volledig moeten worden teruggetrokken. Wat ik wel kan vertellen is dat het 8 zaaksoverschrijdende herinneringen zijn die ongeveer dezelfde magnitude hebben en groter, als de herinneringen die ik u ga vertellen. Wat ik u ook kan vertellen is dat door deze herinneringen die ik u ga vertellen al mijn eerdere afgelegde verklaringen in een volstrekt ander licht zullen worden bezien.

-Het gaat onder andere over de ontoelaatbare wijze waarop ik in het voortraject door de CIE ben bewogen om kroongetuige te worden en de ontoelaatbare methodes die door de CIE zijn gebruikt om mijzelf en anderen te laten belasten.
-Het gaat over een stilzwijgende afspraak met een magistraat om bewust informatie achter te houden voor de advocaten, de verdachten en de rechtbank.
-Het gaat over het bewust achterhouden van relevante informatie over de totstandkoming van de kluisverklaringen door overheidsmedewerkers en over het aansturen van tactische verhoren bij de politie en in de rechtbank.
-Het gaat over meineed van verschillende overheidsmensen, waaronder mijn runners Henk en Karel, die ook de runners waren van wijlen Willem Endstra. Het is niet voor niets dat in de OM-deal is opgenomen dat ik over de totstandkoming van de OM-deal niets mag vertellen en het is niet voor niets dat mij door de hoofdofficier een verbod is opgelegd openheid van zaken te geven.

Het niet mogen vertellen van deze 8 herinneringen betekent dat wij verschillende verzoeken niet kunnen doen, zoals verzoeken tot het horen van meer dan 10 getuigen die de herinneringen kunnen bevestigen en aanvullen.

Herinnering 1:
Ik herinner mij dat ten tijde van het afleggen van kluisverklaring 15, de liquidatie van Kees Houtman, er foto's aanwezig waren van de plaats delict. Mijn voormalig advocaat Mr. Boonstra heeft de foto's "per toeval" kunnen bekijken en mij op verschillende zaken gewezen. Ik weet niet alles meer, maar ik herinner mij dat hij mij vertelde dat hij op de foto's gezien had dat er meerdere kogelgaten in de Combo (bestelautootje van Houtman op plaats-delict) zaten. Ik heb die foto's zelf ook gezien, maar niet kunnen bekijken. Ik herinnerde het mij weer toen ik het nalas in het dossier.

Kroongetuige: Als ik mij goed herinner hebben alle betrokken mensen van de CIE omtrent dit punt meineed gepleegd door te stellen dat er geen documentatie aanwezig was ten tijde van de verhoren en dat zij niet op de hoogte waren van de feiten en omstandigheden op de plaats delict. Verder hebben de mensen van de CIE ook op andere punten meineed gepleegd, maar dat staat in de 8 herinneringen die ik van de hoofdofficier en het OM niet mag vertellen.

Herinnering 2:
In dat zelfde verhoor heb ik van een CIE-rechercheur gehoord dat de Combo andersom stond. Of dit Henk (mijn runner) of Z036 was, weet ik niet meer.

Herinnering 3:
In een ander verhoor, op dezelfde locatie, zat ik naast de CIE-rechercheur die nieuw voor mij was (Z036). Het verhoor ging over de "barbecue-moorden". In dit verhoor heb ik verschillende keren in het aantekenboek kunnen kijken van de rechercheur naast mij. Ik deed het expres maar niet, maar het lag open en bloot zodat ik er niet omheen kon. Een van de dingen die ik mij nog herinner gezien te hebben is het type wapen dat is gebruikt. Wat ik nog zeker weet, is dat ik '38-special' heb zien staan. Hoewel ik nog wel meer heb gezien, heb ik dat niet genoteerd en kan ik mij op dit moment ook niets specifieks meer herinneren. Ook dit stond in mijn dossier en herinnerde ik mij weer toen ik het teruglas.

Dit zijn de herinneringen die ik moet vertellen uit hoofde van de OM-overeenkomst. Mijn recht op een vrije strafrechtelijke verdediging zou niet ter discussie mogen staan, maar ik heb sterk de indruk dat de rechten die mij rechtens toekomen als verdachte moeten wijken voor mijn plichten als kroongetuige. Volgens de staat ben ik verplicht mij volledig te bezoedelen, maar zou ik niet vrij mijn verdediging mogen voeren en heb ik ook geen recht op afdoende veiligheid na detentie. Dit is niet de afspraak en komt ook niet overeen met mijn recht op een eerlijk proces zoals dat is vastgelegd in 6 EVRM.

Ik wil uw rechtbank wijzen op een proces verbaal van officier Sander de Haas van 17 mei 2010 waarin hij zegt dat ik, voorafgaand aan mijn beslissing om kroongetuige te worden, aan hem heb gevraagd of ik vrij was in het voeren van mijn strafrechtelijke verdediging. Hij heeft me uitgebreid verzekerd dat dit zo was. Uit de fax van 2 juli 2010 van de hoofdofficier blijkt echter het tegenovergestelde en uit het overeenkomstige standpunt van het zaaks-OM, eveneens.

Ik heb nooit afstand gedaan van mijn verdedigingsrechten en het is mij ook nooit voorgelegd dat daar überhaupt discussie over kon zijn, behalve dat ik mijn recht om te mogen zwijgen zou opgeven. Sterker nog, voorafgaand aan dit hele cirucus is mij verteld dat ik vrij was om mijzelf in de rechtbank te verdedigen zoals mijn advocaat en ik verkiezen.

Alle andere verdachten hebben het recht wel om in vrijheid samen met hun advocaat de voor hen beste strafechtelijke verdediging te kiezen, maar voor kroongetuigen gelden ineens andere regels die nergens zijn vastgelegd, waarover met mij geen afspraken zijn gemaakt en die iedere rechtsgrond missen.

Mijn advocaat, Mr Jan Peter van Schaik, heeft in oktober 2010 verschillende verzoeken ingediend bij de rechtbank, waaronder een verzoek tot de niet-ontvakelijkheid van de staat. Op dit verzoek, de staat niet-ontvankelijk te verklaren, reageerde de rechtbank naar Mr. Van Schaik om dit verweer, zoals te doen gebruikelijk, tot het einde van het proces te bewaren. Ik moet mij nú echter strafrechtelijk kunnen verdedigen en dit kan niet wachten tot het einde van dit proces.

Als laatste zou ik een suggestie willen doen aan de rechtbank. Als de rechtbank overtuiging zoekt of ik wel of niet geschaad wordt in mijn strafrechtelijke verdediging en in welke mate, en of mij proceshouding dat ik niet meer vrijelijk kan getuigen terecht is, stel ik voor om dit eerst ter beoordeling aan de rechter-commissaris voor te leggen, voordat de rechtbank zijn standpunt bepaald. Ik ben bereid onder vooraf gemaakte afspraak van strikte geheimhouding, de rechter-commissaris inzicht te geven in mijn strafrechtelijke verdediging. Ook zal ik hem verduidelijken op welke wijze het embargo in de fax, het verbod uit de OM-deal en de afwezigheid van veiligheid in de toekomst mij het getuigen onmogelijk maakt.

Dank u wel. Peter La Serpe

Dit zijn natuurlijk booming-openbaringen die La Serpe hier voor de rechtbank doet. Overigens waren dit ook zijn eigen woorden. Rechtbankvoorzitter Mr. Lauwaars merkte op een gegeven moment op: 'Het is vandaag de dag van de hartekreten', daarmee doelde hij vooral op de hartekreet van Mr. Nico Meijering die daarin met stevige bewoordingen duidelijk maakte dat het water de verdediging zo onderhand (weer) aan de lippen staat. Als de rechtbank aan deze ontboezemimgen van de kroongetuige voorbij zou gaan en niet ingrijpt, dan staat de verdediging totaal in het hemd, aldus de raadsman.

Mr. Meijering (samengevat):La Serpe komt met 11 zaaksoverschrijdende punten. Meijering citeert: 'Het gaat om ontoelaatbare methodes om mijzelf en verdachten te belasten'. Voorzitter, moeten wij dit allemaal maar een beetje langs ons heen laten gaan? Moeten we nu echt dit laten passeren? Dit is toch wat u direct aangaat? La Serpe zegt dat er wel degelijk materiaal is laten zien.

Meijering herhaalt de 3 punten: '1/ Hij had op meerdere foto's gezien dat er kogelgaten in de Combo zaten. 2/ De Combo stond anders geparkeerd. 3/ Ik heb meerdere keren het aantekenboekje van de rechercheur in kunnen zien, oa zag ik dat het wapen een .38-special was'.

Mr. Meijering: Voorzitter, u bent twee jaar in het ooitje genomen. Mijnheer La Serpe komt met een kluisverklaring die jaren is achtergehouden en in de kluis is blijven liggen. De Haas vond het goed. Voorzitter, hoe lang gaat dit nog door? Die 8 punten moeten op tafel komen.

Later stelt Meijering dus dat het belang gigantisch is en vraagt de rechtbank een beslissing te nemen dat de 11 punten (in totaal) zullen worden ingebracht in het proces.

Mr. Meijering: Als u die beslissing gaat nemen, daarmee geeft u de heer La Serpe een 'Laissez-passer' voor de beveiligingsperikelen. Hij doorbreekt dan niet het kennelijke contract dat hij heeft gesloten, dan wel met het openbaar ministerie, dan wel met het landelijk parket als het gaat om zijn beveiliging, u kunt A, vanwege de grote belangen die er liggen die beslissing nemen, en B, en nogmaals ik vind ook dat u dat zou moeten doen, want als u zegt, ja, dat is een 'ver van onze bed-show' en daar gaan wij geen beslissingen over nemen, ik heb al even aangegeven, dan staan wij hier totaal in ons hemd. Gelet op wat mijnheer La Serpe hier gisteren kenbaar heeft gemaakt, en als tweede, nogmaals, doet het beveiligingsprobleem zich dan niet voor, want mijnheer La Serpe heeft dan zelf een nieuw contract gesloten. Dus dat is een beslissing die ik u vraag te nemen.
Rechter: Vandaag nog?
Mr. Meijering: Althans, voor de 24 en 25e. Het is nu blijven liggen.

Het OM liet bij monde van Mr. Betty Wind weten dat zij het verzoek van de verdediging La Serpe te horen over de punten graag ziet toegewezen.
Mr. Wind: We willen graag dat La Serpe over alle punten openheid van zaken geeft, behalve waar het de beschermingsovereenkomst met het TGB en zijn beveiliging raakt Wij willen opheldering over alles. We willen het naadje van de kous weten. 

De rechtbank ging in beraad, nadat voorzitter Lauwaars eerst had laten weten dat hij wel langzamerhand de leiding weer een beetje terug zou willen hebben. Nu lopen er diverse dingen allemaal door elkaar en hij wil niet dat er steeds allemaal nieuwe agendapunten aangereikt worden, die allemaal keihard door elkaar lopen en allemaal van groot belang zijn, maar de rechtbank wil de agendapunten één voor één afhandelen en daar de tijd voor nemen. Om nu al te beslissen over de 11 punten van La Serpe gaat de rechtbank echter wat te snel. Daarover wil men later pas beslissen. Men wil de ontwikkelingen eerst afwachten. Donderdag de 27e komt te vervallen. Donderdag a.s. 9:30 gaat het proces verder met het verhoor van W.

Enkele agendapunten, om een idee te geven wat er momenteel speelt, en wat Lauwaars bedoelde:
- Mrs. Meijering, Van Kleef en Van der Werf (Soerel, Akgün en Burger) willen donderdag veel vragen stellen aan de dinsdag reeds gehoorde begunstigingsgetuige W. vanwege het grote belang dat er ligt.
- Mrs. Nillesen (Moppie Rasnabe), Janssen en Malewicz (Jesse Remmers), Mr Silvis (Siegfried Saez), Mr. Stein Franken (Pinny Song) willen allen nog vragen stellen aan de W.
- Het niet-ontvankelijkheids- en TGB-gebeuren van La Serpe 25 oktober.
- Het agendapunt ivm de Holleeder-verklaring gaat naar 24 oktober.
- De behandeling ivm de 11 herinneringen van La Serpe gaat naar 25 oktober.
- Mr. Jan Peter van Schaik gaat overleg plegen met de civiele advocaat La Serpe. (Korver Advocaten)
- Het horen van getuigen, de verbalisanten Z34, Z35 en Z36, is toegewezen, wel bij de rechter-commissaris.
- Mevrouw Verwiel van het TGB is op vakantie. Mr. Betty Wind had toegezegd aan haar te vragen over welke punten La Serpe nou eigenlijk mag praten zonder zijn beveiligings- overeenkomst te schenden. Zij had de TGB-officier echter niet kunnen bereiken.

Op de tribune klonken geluiden van afkeuring en verbazing dat de TGB-officier op vakantie is en niet bereikbaar bleek te zijn. Nogal onhandig op zo'n belangrijk moment. Voorzitter Mr. Lauwaars liet zijn ongenoegen ook blijken.
Mr. Lauwaars: Ik wil iets zeggen. Mevrouw Verwiel die op vakantie is. Net nu we zo'n belangrijk punt behandelen. Ik spreek mijn irritatie er over uit en mijn verbazing....

*

Peter La Serpe (11-10-1964) was dinsdag overigens de 'jarige Job', aldus Mr. Meijering
.

*

Donderdag dus verder. Soerel en La Serpe hebben afstand getekend. De hele donderdag zal in het teken staan van het getuigenverhoor van W.

(Binnenkort volgen nog details uit het getuigenverhoor van W.)

Bondtehond

dinsdag 11 oktober 2011

'Ik denk dat Holleeder mij heeft opgepompt'

Dino Soerel, de koning van de onderwereld? Dino, de gevaarlijkste? Wat heeft deze hoofdverdachte van het openbaar ministerie in het liquidatieproces nu eigenlijk zelf over dit soort benamingen te zeggen? De afgelopen jaren kwamen deze termen vele malen voor in artikelen die in de media verschenen. Aangezien Soerel voortvluchtig was, kon hij zich nooit verweren tegen dit soort aantijgingen, vandaar dat hij al kort na aanvang van de inhoudelijke behandeling van de zaken waarvan hij wordt verdacht, verzocht gelegenheid te krijgen onderstaande verklaring te mogen voordragen in de bunker.


De rechtbank zegde Soerel toe dat hij later zeker in de gelegenheid gesteld zou worden zijn handgeschreven verklaring voor te lezen. Vanwege allerlei andere tussentijdse gebeurtenissen in het liquidatieproces was het verslag van deze zitting er even bij in geschoten. Die had u dus nog tegoed.

De Rechter later: Wilt u nu dat stuk voordragen? Gaat het over die periode waar we het net over hadden, 2000 tm 2004?
Soerel: Het gaat over die periode ja, oa over Willem Endstra en wat hij besproken heeft met de CIE en daaraan vooraf.
Rechter: Ja.
Soerel: Dus dat sluit aan.
Rechter: Prima, dan zou ik zeggen begint u daar nu mee. U krijgt nu gelegenheid om uw stuk voor te lezen.
Soerel: Ja, het duurt ongeveer 15 minuten, denk ik.
Rechter: Prima. Geen probleem, gaat uw gang.
Mr. Betty Wind: U heeft het op schrift zie ik, mogen wij daar ook een kopietje van?
Soerel: Ja tuurlijk, ik krijg ook veel van u.... hehehe.
(ook gelach op tribune)
Mr. Wind glimlachte flauw: Dat klopt, maar daar zijn wij dan ook voor.

VERKLARING DINO SOEREL:

Soerel: In de visie van het OM blijkt uit de gesprekken van Willem Endstra met de CIE dat Willem Endstra Soerel nadrukkelijk in de hoek van de geweldplegers plaatst. Ook zouden deze gesprekken steun moeten geven aan de opdrachtgevende positie van Soerel. Endstra beschouwt Soerel als de leidinggevende van de criminele organisatie. Ik ontken bovengenoemde verdenkingen met klem. Ik wil graag reageren op deze CIE-gesprekken van Willem Endstra.

Ik wil eerst 2 stappen teruggaan voorafgaand aan de gesprekken van Endstra met de CIE, en dan eerst naar de mislukte aanslag op John Mieremet op 26 februari 2002. Volgens de politie - het nummer is dan van het dossiernummer, en de pagina, die had ik erbij- was deze aanslag meteen de breuk tussen John Mieremet enerzijds, en Willem Holleeder en Endstra anderzijds.

Vermoedelijk bracht deze aanslag ook de breuk tussen Holleeder en Willem Endstra naderbij. Voor deze aanslag hadden Holleeder, Mieremet en Endstra een zowel vriendschappelijke als zakelijke relatie. Er waren samen vakanties, etentjes, telefoongesprekken, oud&nieuw-feesten en onroerend goed-zaken, niets aan de hand. Alles terug te vinden in de verklaringen en telefoon-taps in het Kolbak-onderzoek. Later in dat jaar, 6 maanden na de mislukte aanslag op hem, stapte John Mieremet in augustus en september van 2002 naar De Telegraaf voor een interview met John van den Heuvel en doet een boekje open over zijn criminele handel met Holleeder en Endstra, en dan met name over het afpersen van de zakenmensen.

("Nou, ik heb citaten van die krantenartikelen, u heeft er zojuist ook al iets over gelezen. Er staat bij waar ik ze vandaan heb. Ik heb ze uit het Kolbak-dossier, daar zijn ze ook te lezen")

Volgens John Mieremet zou het plan voor het afpersen van vermogende zakenmensen enkele jaren daarvoor zijn ontstaan. 'Sam Klepper en ik waren de drugshandel een beetje zat, de risico's waren te groot en met andere activiteiten viel veel meer geld te verdienen. Er is een plan uitgewerkt om zakenmensen te gaan afpersen. Daarbij speelde ook Heineken-ontvoerder Willem Holleeder en vastgoedhandelaar Willem Endstra een rol. De tactiek kwam erop neer dat via Holleeder contact werd gemaakt met vermogende onroerend-goed handelaren. Het ging om mensen met wie Endstra zaken deed. Maar soms kwamen contacten ook tot stand in een bij zakenmensen populair café in Amsterdam.

Volgens Mieremet werd er door Holleeder voor gezorgd dat er op een normale manier zaken, meestal vastgoedtransacties, werden gedaan. Op een gegeven moment werd er een verhaal opgehangen dat Sam Klepper en ik het op een bepaalde zakenman hadden voorzien. Holleeder kwam dan met een oplossing. Hij kon dan zogenaamd voorkomen dat er geweld zou worden gebruikt, maar dan moest er wel grof betaald worden. Om duidelijk te maken dat het menens was, werden slachtoffers soms beschoten of thuis bezocht. Sommige zakenlieden werden zo bang dat ze bedragen tussen de 10 en 20 miljoen betaalden. Dit gebeurde dan in de vorm van fictieve leningen waarbij Willem Endstra ook een rol speelde. Endstra verstrekte ons zogenaamd een lening en verrekende dat later weer met de afgeperste zakenmensen via vastgoedtransacties.

("Dit is dan het tweede artikel van augustus de week daarvoor, en daarin verteld John Mieremet dus wie hij verdenkt van het opdracht geven van de aanslag op hem. U heeft het zojuist ook al voorgelezen, ik zal het alsnog doen".)

'Het motief achter de aanslag vormt volgens Mieremet een zakelijk miljoenegeschil met twee mensen, Heinekenontvoerder Willem Holleeder en Willem Endstra. Sam Klepper en ik zijn een aantal jaren geleden door Willem Holleeder met Willem Endstra in contact gebracht. Ook andere jongens uit het milieu deden of doen volop zaken met Endstra die bereid is grotebedragen te investeren in onroerend goed zonder naar de herkomst van het geld wordt gevraagd. Je kunt hem zien als de 'Bank van de Onderwereld' en Holleeder als zijn bewaker'. ("Dan krijg je onderop nog dat stukje van dat binnenstormen op dat kantoor.")

'Ik was het gedoe met Endstra en Holleeder zat en mijn vriendin wilde haar geld, in totaal zo'n 50 miljoen gulden. Dat vonden de heren erg lastig. De situatie werd steeds grimmiger. Ria mocht niet meer op het kantoor van Endstra komen in IJmuiden en ook niet meer op het kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam-Zuid. Op een gegeven moment was ik het zo beu, dat ik met een pistool het kantoor van Endstra ben binnengestormd. "Ik ga het regelen, Johnny", beloofde Endstra. In plaats daarvan stuurden ze een huurmoordenaar op mij af'. ("Dan loopt het artikel nog een stukje door, en dat heb ik onderstreept, waar hij dus aangeeft van eh... wie hij ziet als opdrachtgevers.)

'Maar degenen die hier thuis op feestjes kwamen, mijn kinderen op schoot namen en krokodillentranen huilden toen ik was neergeschoten, terwijl ze zelf de opdracht gaven, kunnen hun borst natmaken. Ik ben bereid zelf 10, 12, 15 jaar achter de tralies te gaan zitten, maar ik neem er wel een paar mee'. ("Tot zover de citaten".)

Sam Klepper en John Mieremet als geweldadige criminelen, Holleeder als oplosser en Endstra als leningen-verstrekker. Helemaal niets over Soerel. Dat kon ook niet, want ik had helemaal geen bemoeinis met al deze mensen. Niet met Klepper, niet met Mieremet, niet met Holleeder, niet met Endstra en ook niet met de betrokken zakenmensen.

Rampzalige publicaties natuurlijk voor de zakenman Willem Endstra. Mogelijk funest voor zijn bedrijf. Als je als zakenman met Holleeder, Klepper en Mieremet in verband wordt gebracht, en dan wel met afpersing en liquidatiepogingen. Naar aanleiding van de publicaties in De Telegraaf, zag ik een reactie van een verbalisant, uit Kolbak bekend. Onderaan nummer 67 staat: Kennelijk werkt de door Mieremet geënsceneerde druk. Dat Willem Endstra zo gauw om is, doet vermoeden dat er veel waarheid in zit van hetgeen wat door Mieremet wordt beweerd. (einde citaat)

Vervolgens stapt Endstra 6 maanden later, 20 maart 2003, na alle publicaties in De Telegraaf naar de CIE en begint te spreken over de groepering die zich bezig houdt met afpersingen.

(Soerel licht toe aan rechtbank: "Daarachter heb ik de pagina's staan en een gesprek. Het eerste is een gesprek, het tweede is de pagina")

'En gezien de verhoudingen denkt Endstra dat Dino Soerel de baas is van het groepje.'   He?!
Soerel: Dat 'He?!' slaat op mijn reactie toen ik dat las. Mijn mond viel echt open. Hij, daar bedoel ik mee Willem Endstra, heeft zijn eigen betrokkenheid helemaal weggepoetst en in één keer ben ik uit het niets de baas. Hij benoemt ook de afgeperste zakenmensen: Smit, Friedländer, Hummel, Wijsmuller en De Vlieger. Precies die zakenmensen die John Mieremet bedoelde en wat later ook in het Kolbakproces duidelijk werd. Alle afpersingen in die periode waarover John Mieremet in zijn Telegraaf-interview sprak. Alleen had Endstra geen enkele rol meer, en was Dino nu ineens, uit het niets, de baas. Volgens Endstra was de affaire begonnen bij de poging tot liquidatie van Ronald van Essen in december '99, ook exact de door Mieremet aangehaalde periode van samenwerking tussen Holeeder, Klepper, Mieremet en Endstra.

Ik vond, en ik vind, dat nog steeds ongelofelijk. Ik vind het ook onbegrijpelijk dat de CIE-mannen waar Endstra mee sprak hem niet confronteerden met de slechts 6 maanden daarvoor gepubliceerde uitspraken van Mieremet in de Telegraaf. En dat ze niet aan Endstra vroegen of voorhielden: 'Maar hoe zit het dan met jouw rol in die afpersingen, want volgens Mieremet puntje, puntje, puntje, want die beschrijft dan wel de rol van Endstra. Of dat ze hem vroegen of voorhielden, van: 'Maar Mieremet noemt Dino helelmaal niet als betrokkene bij die afpersingen, laat staan als baas'. Tijdens de gesprekken met de CIE sprak Endstra ook over liquidaties en het OM zoekt daarin de opdrachtgevende positie van Soerel. Endstra heeft 15 gesprekken gevoerd met de CIE. Daarin sprak hij over het geven van een opdracht en wie dan wel de opdrachtgever was voor liquidaties of pogingen daartoe, van liquidaties van onder andere John Mieremet tot Sam Klepper, van Ronald van Essen tot Cor van Hout. Hij gaf daarbij ook de motieven. Ik heb het geteld, en een ieder die de Endstra gesprekken heeft gelezen, ziet dat Endstra plusminus 70 keer verwijst naar anderen dan mij als opdrachtgever. Dat moet het OM toch ook zijn opgevallen? Niet één keer spreekt Endstra direct over Soerel als opdrachtgever van welke liquidatie dan ook. Dus hoezo de opdrachtgevende positie van Soerel?

("Later in het pleidooi zullen we hier uitgebreider op ingaan, want als er 70 keer over gesproken is, zijn er ook 70 citaten, maar dat is een beetje teveel om dat nu eh.. te... ik wilde het nu een beetje beknopt houden. Ik citeer wel enkele uitspaken van Endstra over die eh... bepaalde opdrachten")

Citaat Endstra:
En hij, effe voor de duidelijkheid, dat zijn niet mijn woorden, dan heeft ie het over Holleeder.
Zegt Endstra: En hij heeft gewoon Van Hout omgelegd, zijn eigen zwager.
("Dan komt er iemand van de CIE")
CIE-er : Dat zegt ie, of eh...?Endstra: Dat zegt ie gewoon. Hij zei van te voren dat ie hem ging pakken.

Nog een citaat:
Endstra: Maar hij zegt "Ik ben een beest", want hij heeft dus eerst vrienden gemaakt met Sam en John, zijn beste vrienden een broodje brengen 's morgens en op een gegeven moment heeft ie dus geld afhandig gemaakt, en hij heeft ze gewoon effe laten vermoorden, tenminste, die Klepper is al gelukt.

Derde citaat:
CIE-er: Maar hoe weet je nu dat hij Sam heeft laten omleggen?
Endstra: Omdat ie dat gezegd heeft. Hij heeft het mij verteld. Hij zegt: "Ik heb hem om laten leggen".
CIE-er: Waarom? Endstra: Hij zegt: "Dat was een groot gevaar".Dan vraagt die CIE-er: Voor wie?
Endstra zegt dan: Voor hem, en voor mij.

Ander citaat:
CIE-er: Ja, hij was toch bang voor Cor van Hout.Endstra: En toch heeft ie hem vermoord, maareh, hij schiet iedereen dood. Hij schiet mij ook dood als ie kan. En toen zegt ie, weet je wel, hij zegt: "Nee, ik ben een beest", en dat had ie helemaal bedacht. Van te voren had ie helemaal hun vertrouwen gewonnen, toen ie dat had heeft ie geld van ze afgepakt en toen ging ie ze vermoorden en hun spullen afpakken. Dat was het hele plan, issie gewoon
jaren mee bezig.


Ander citaat:
Endstra: Iedereen die hij wil omleggen doet ie heel aardig tegen.
Laatste citaat:
CIE-er: Heb ie het nog over Mieremet dan?
Endstra: Ja, die wil ie ook nog vermoorden. Hij heb dus zo'n lijstje, hij zegt: "Ja, wacht maar, er is nu allemaal wel een beetje veel aandacht, maar dat lijstje staat nog".

("Nogmaals voor de duidelijkheid, dit zijn de woorden van Willem Endstra, en hij heeft het daarbij niet over mij als opdrachtgever. Hoewel, wat ik zojuist voorlas, dit is pas het eerste gedeelte daarvan, bij het pleidooi zullen we daar nog dieper op in gaan.")

Volgens het openbaar ministerie plaatst Endstra Soerel nadrukkelijk in de hoek van de geweldplegers. Ik citeer enkele uitspaken van Endstra omtrent geweldplegers en/of moordenaars.

Citaat:
Paja is de vriend van Holleeder. Hij zat ook heel vaak in Den Haag. Zaten ze.
Nee dat klopt, ze zien elkaar elke dag. Paja orkestreert de moordenaars.

Tweede citaat:
Ze hebben gewoon motorgangs die iedereen neermaaien uit Joegoslavië, dat doen ze via Paja. Maar goed, dat moet Paja regelen, dat kunnen hun dus niet, dus dat moet Paja regelen. Hij schijnt elke ochtend in Den Haag te zitten met die Paja, met die Joegoslaven, met die Paja.

Volgende citaat:
Ik denk wel eens in mijn bed, ik denk wel eens een mes tussen zijn ribben te steken. Dat soort gedachten krijg je natuurlijk. Maar dan komen, zegt hij, dan komen Paja en die Turken. Hij zegt: "Je hele familie wordt uitgemoord"

Ander citaat:
Verder zegt Endstra dat de door Holleeder gebruikte moordenaars overgenomen zijn van het duo 'Spic & Span'.
Endstra: Maar hij doet het dus niet zelf hè. Hij heeft zijn teampje.
CIE-er: Ja, zijn vriendjes, ja. En daar spelen zijn Joegoslavische contacten een rol hè?Endstra: Ja. ("Deze passage heb ik er ook bijgezet, omdat in de voorgeleidingsmappen stond dit citaat ook, alleen daar waren de laatste drie regels, met die Joegoslavische contacten, van Endstra, die waren daarbij weggelaten. Dat vond ik wel opvallend".)

Ander citaat, dan over de moordenaars:
Het zijn wel Joegoslaven. Daar schermt Holleeder mee, dat ie 40 moordenaars heeft hè, dus Colombianen, Albanezen, Russen, Marokkanen, en het belangrijkste de Joegoslaven. Ik denk dat dat het enige is waar je naar moet kijken, bij wijze van spreken. Die Turken, dat zijn geweldsmannetjes, maar die hebben geen hersenen.

Soerel: Ik ben er niet bij geweeest en heb Endstra niet hoogstpersoonlijk zwaar bewapend bedreigd, zoals Endstra zegt. Dat is onzin. Zoals ik al zei, dat hij meermaals in die gesprekken aangeeft dat het Joegoslaven zijn geweest die een vuurwapen in zijn buik hebben geduwd. Feitelijk neemt ie dan min of meer die beschuldiging van het bedreigen weer terug. Endstra benoemt ook geen geweldadigheden van mij, niet tegen onroerendgoed-handelaren, niet als moordenaar, dat zijn volgens Endstra Colombianen, Russen en andere nationaliteiten, maar vooral Joegoslaven, Niet als geweldpleger, dat was een Turk volgend Endstra, zonder hersens. Dus hoezo Soerel in de hoek van de geweldplegers, voortvloeiende uit andere oneliners, zoals ik ze noem, bij Endstra? Totaal ongefundeerd overigens.

'Dino is de koning van de onderwereld, de ongekroonde'
Nou, ik neem nauwelijks de moeite om hierop te reageren. Maar hoe komt Endstra, die niks met criminelen te maken wil hebben, hier nou bij? De CIE-verbalisanten sloegen overigens ook niet enthousiast aan, gezien hun reactie tijdens dat gesprek. En het lijkt me toch echt wel dat deze mensen daar meer van zouden weten.

'Dino is de gevaarlijkste' En dan is mijn vraag: Hoezo dan? En waarom dan? Wees eens concreet dan als je komt met zo'n beschuldiging.

Dan heeft ie het over: 'Die Dino-dreiging' Hij staat gewoon doodstil te kijken. Ik kan u vertellen, ik denk dat het daarover, over dat moment gaat, want daar heb ik hem een keer gezien. Dat was op een moment bij een grage, bij de garage van Brouwer in Haarlem. Holleeder en Endstra waren daar, 's morgens was het. Hun waren daar al aanwezig, Holleeder en Endstra waren er al, ik kwam eh.. aanrijden. De deur stond open... of de deur stond half open, zo'n grote roldeur. Daar moest je onderdoor. En ik hoorde geschreeuw. Dus ik hoorde Holleeder schreeuwen, tegen Brouwer. En Brouwer schreeuwde weer terug. Dus ik kom net binnen lopen, en het ging over een reparatie, er was een nieuwe deur besteld en die was besteld in Duitsland, en die was nog niet geleverd, dus die reparatie was nog niet volbracht, of hij was er nog niet eens aan begonnen. Daar was het over dacht ik. Daar was Holleeder heel boos over tegen Brouwer, en die gingen tekeer tegen elkaar. Endstra stond er ook bij, die stond er bij te kijken en die zei ook niks, en ik kwam net binnen lopen en ik stond er ook naar te kijken, maar ik vond het eigenlijk een beetje.... ik wil niet zeggen genant, maar ik dacht, waar maak je je eigen druk over? Wat ken die man er aan doen?

Zo stond ik erbij te kijken, en op een gegeven moment dacht ik, ja dit gaat nergens over, en toen heb ik me omgedraaid en ben ik gewoon weggelopen. Aan de overkant is een eh... viswinkel. Dus daar ben ik rustig een broodje gaan eten en een kop koffie gedronken, tot dat ik zag dat ze wegwaren. Dat is het enige moment dat ik Endstra heb gezien dat ik dit in plaats. Ja, hij zegt: 'Dino stond doodstil', ja dat vindt hij doodeng, dat was die Dino-dreiging... Nou, dat was een beetje..eh.. ik weet niet waarom hij dat zo uit in die gesprekken. Wat mischien belangrijker is, hoe komt Endstra aan deze uitspraken? Endstra heeft na de beruchte foto van hem en Willem Holleeder geen contact meer met Willem Holleeder in het openbaar. Ze hadden afspraken in het Amsterdamse Bos en bij Endstra thuis, hockeyveldjes, enzovoort, enzovoort. En ze waren altijd 1 op 1. Ik citeer enkele uitspraken van Endstra zelf en van één getuige.

Citaat:
Endstra: Nee, zijn boekhouder *Marcel Kaatee komt steeds vertellen dat ik  daar en daar moet komen. Hij zegt altijd wanneer ik moet komen en dan praat hij altijd alleen met me.


(*Marcel Kaatee is vrijgesproken)

2e Citaat:
Endstra: Nou, dat heb ik dan weer, een bedreiging.
CIE-er: Waar was dat?
Endstra: In het bosplan. Ja Kaatee zei dat ik in het bosplan moest komen,  en ik kwam aan. Hij (Holleeder) zegt: Die ouwe, als je de rest niet betaald, die ouwe vermoord je binnen twee tellen, weet je wel. Ja, binnen twee tellen wordt je omgelegd.
CIE vraagt dan: Weer alleen?
Endstra, over Holleeder: Hij was weer alleen.

Een citaat van Bram Zeegers, de advocaat van de oudste zoon van Willem Endstra:
De ontmoetingen tussen Wim en Holleeder waren altijd 1 op 1 in het Amsterdamse Bos.

Ik ben er nooit bij geweest. Ik weet ook niet wat daar besproken is tijdens die 1 op 1 ontmoetingen, maar ik heb sterk het vermoeden dat Holleeder uit mijn naam allerlei onzinnige verhalen over mij heeft opgehangen in zijn belang. In het belang van Holleeder dan.

Daarbij heeft Endstra op sommige momenten ook aantoonbare leugens over mij tegen de CIE vermeldt. Zoals ik al eerder zei over die pillenperiode en met Van Daalen en Van Essen helpen ontsnappen. De wapens in de Nachtwachtlaan en niet te vergeten dat Moszkowicz-moment. Wat mij het meeste typeerde aan Endstra tijdens die gesprekken, is als ik dan eh... ik kom natuurlijk ook ter sprake, dan heeft ie het over mij en nu komt het
 
Ik ben er nooit bij geweest. Ik weet ook niet wat daar besproken is tijdens die 1 op 1 ontmoetingen, maar ik heb sterk het vermoeden dat Holleeder uit mijn naam allerlei onzinnige verhalen over mij heeft opgehangen in zijn belang. In het belang van Holleeder dan

Citaat: Endstra: Enne, onze vriend Dino dat is de koning, de ongekroonde.
De CIE: Ik blijf het raar vinden.
Endstra: Ja, ik geloof het. Sidderen en beven, alle boeven...
CIE: Ja?
Endstra: Ze beven en sidderen. Ik kan je een verhaal vertellen, maar goed,
dat, dat.....

("De CIE, die kennelijk dan toch denkt, nou komt er iets.")
De CIEer zegt dan: Nou, dat is toch belangrijk.
Endstra zegt dan: Ja, maar dat voegt niets toe.

Mijn verbazing was natuurlijk: Dat voegt niets toe.
Dus je vertelt van alles over Holleeder, over het afpersen, over het geven van opdrachten van liquidaties, in elk geval op Sam Klepper, Cor van Hout en op Mieremet, waar ie dus van te voren of achteraf over was ingelicht. En dan wordt je uitgenodigd om over Soerel te vertellen en dan is het antwoord: Dat voegt niets toe.

Hierbij wil ik het voorlopig laten. Het is een beetje beknopt, in het pleidooi zullen we er uitgebreider op ingaan, en dan wil ik eigenlijk wel teruggaan waar ik het met u over had, gisteren was dat geloof ik, of vorige week, eh ja, over dat 'kopstuk' en 'top-crimineel'. Wat ik eigenlijk al zei, dat wil ik nu eigenlijk wel motiveren, dat met mij, rondom mijn persoon. Na de publicaties in 2006, dus na de arrestaties kwamen eerst de publicaties op internet, en daarna kwamen ze in boekvorm uit (De Endstra-tapes). Oneliners zoals ik ze noem, de Koning van de onderwereld, de gevaarlijkste, nou dat, daar zit verder geen onderbouwing bij, maar vanaf dat moment is het door de media overgenomen. Ik herken nog die koppen in De Telegraaf, 'Baas Holleeder achter moord Imaç' enne, 'De Koning van de Onderwereld' en zo zijn er nog wel een paar citaten. Zoals over Imaç zijn we achter gekomen, heeft mijnheer La Serpe over gezegd, ja: Zo heb ik dat nooit gezegd.

Ja, dan gaat dat broeien en mijn wegblijven heeft natuurlijk ook geen positieve bijdrage geleverd. Dat heeft de hype natuurlijk ook alleen maar groter gemaakt. Maar na 2006 is die beeldvorming... Tja, dat heeft natuurlijk gigantische vormen aangenomen. En als je dan...  Mijn mening is, dat dat gebaseerd is op die Endstra-gesprekken. En dat is zo'n beetje het begin geweest van die gekte, vind ik. Als je nog daarbij ziet, de aanhouding op zich, op de Rozengracht. Als van te voren de lokale nieuwszender AT5 van te voren wordt aangeroepen om maar aanwezig te komen zijn, want er gaat natuurlijk wat gebeuren en er staat dan een hele cameraploeg klaar, en daarna persconferenties van: "We got him!", ja dan ben je natuurlijk eh... klaar. Dus op uw vraag,van wat is het kopstuk, wat is een top-crimineel? Ja, dat is dan, denk ik.... ik denk vanuit de media gekomen. Ik denk ook niet dat dat op een andere manier naar buiten is gekomen, eh... naar voren is gekomen.

Rechter: Mag ik daar even op ingaan? Want u beschrijft nu wat er na de achterbankgesprekken is gebeurd, maar je zou je ook kunnen afvragen, hoe komt Endstra daar nou aan en u zegt dat uw beeld is dat Holleeder uw naam heeft gebruikt. En mijn vraag is nou: Wat voor positie had u nou dat Holleeder u zo dreigend kon neerzetten, dat Endstra die toch geen kleine jongen was, daar zo van onder de indruk raakte, dat kennelijk Mieremet zich daardoor laat overtuigen als men met uw naam komt, dat u kennelijk een soort reputatie krijgt, terwijl u zich hier heeft gepresenteerd, nou als een soort vriend van Holleeder, maar niet in de zaken met hem, wat in de kleinere hasjtransportjes en enig verleden in het Freefighten, maar ook niet al te veel. Hoe kunt u zo'n reputatie hebben dat dat zo opborreld.

Soerel: Ja... laat ik vooropstellen, ik ben niet het braafste jongetje van de klas. Daar zijn...eh, daar spreken ook zaken uit het verleden. Ik verwijs in ieder geval naar Zuil, en naar bepaalde mensen die ik ken. Ik ben geen onbekende, en ik ben ook niet het braafste jongetje van de klas. Dat zou wel heel schijnheilig en doorzichtig zijn om mezelf zo te presenteren. Hoe Endstra daarbij komt, dat heb ik ook al aangegeven, dat kan niet anders dan door Holleeder. En Holleeder heeft er wel de hand van om, mensen te zeggen van nou die en die, bv freefighters, ik zeg maar wat, te zeggen van die en die horen bij elkaar, die en die groepen, daar heeft ie wel.... kijk, het is natuurlijk makkelijk om te zeggen van, kijk dat is de gevaarlijkste.

Rechter: Ja, maar u heeft ook gezegd, dat doet ie wel met meer mensen. U heeft de naam van Dick Vrij genoemd en u heeft in het kader daarvan ook onderzoekswensen ingediend. Mijn vraag is nu: Wat is er nu zo bijzonder aan u, dat Endstra, zelf geen kleine jongen, zo bang voor u kan worden, dat iemand dan Mieremet, zelf ook helemaal geen kleine jongen, kennelijk daar een soort waarheid in ziet, en zich door Endstra laat overtuigen. Wat was er nou zo bijzonder aan u dan?

Soerel: Ja, dat vraag ik mij zelf natuurlijk ook af, want als je dan vraagt, van wat heb je dan uitgespookt dat ik eh... ik geloof niet dat John Mieremet zo onder de indruk was van mij, dat geloof ik niet, dat zie ik er niet in terug, en tegen Endstra, daarom haalde ik dat citaat ook aan, dan zegt Endstra tegen de CIE zegt, dat zou Holleeder dan tegen hem gezegd zou hebben: Ja die ouwe vermoord je binnen twee tellen. Dat was een afspraak 1 op 1. Dus dat zegt Holleeder tegen Endstra, als je niet betaald dan vermoord die ouwe je binnen een of twee tellen. Die ouwe, dus Hillis bedoeld, zit dus waarschijnlijk in het buitenland, dus dat is een gesprek, maar daarmee kun je wel iemand bang maken, als je zegt van, nou eh, die vermoord je zo binnen een of twee tellen, destijds heeft ie dat ook gedaan met Joegoslaven, als personen, dreigen met Boemannen zeg maar.

Rechter: Ja, maar ik denk niet dat Holleeder, als die ...(onverstaanbaar)... pakt en zegt die vermoord je binnen twee tellen, dat die andere erg onder de indruk zijn, zeker niet als die andere in datzelfde milieu zitten en een heleboel mensen kennen.
Soerel: Ja maar, Willem Endstra zat dan wel in het, hoewel hij dat zelf altijd ontkent heeft, maar die zat wel in datzelfde milieu. Alleen die was natuurlijk meer met het geldverhaal bezig. Die was niet zozeer dat hij hij zich omringde met sterke mannen.
Rechter: Nee maar volgens Mieremet waren toch veel mensen klant bij hem.
Soerel: Daarom zeg ik, hij...
Rechter: Dus langs die weg kent hij natuurlijk wel een boel mensen, en ongetwijfeld ook met reputaties, en dus zal ie ongetwijfeld ook zijn eigen veiligheidsrisico hebben ingecalculeerd, dus nogmaals, waarom wordt Endstra dan zo bang van Holleeder die met uw naam gooit, terwijl u alleen wat Freefight en hasjtransportjes doet, en dat dit er vervolgens uit voortvloeit. Ik snap het gewoon niet.
Soerel: Ja eh, dat probeer ik u uit te leggen, ik denk dat Holleeder mij heeft opgepompt. En ik bedoel, ik zit hier natuurlijk ook niet voor een paar hasjtransportjes, want ik ben natuurlijk met mensen omgegaan die natuurlijk wel een bepaalde naam hebben. En dan noem ik Mink Kok en Femer, dus ik bedoel van ik ga hier niet zitten van ik ken helemaal niemand, maar ik ken ook niet iedereen. En daar is is is Holeeder op gaan surfen, naar Endstra toe. En dan zeg ik, dan haal ik aan, dat zie je ook terug in die CIE verhalen: Ja, ik durf het niet tegen Dino te zeggen. Of zoiets, zoiets dergelijks.
Rechter: De grote mensen die u net noemt, ik noem ze maar even groot, die noemen u in het cirkeltje met Holleeder en Hillis, dus het is niet alleen maar Endstra, het zijn er meer. Dus, hoe komen die daar dan bij, als klein hasjtransporteurtje? Nou ja, die vriendschap met Holleeder, laten we daar maar niet verder over doorgaan.
Mr. Nico Meijering: Welke grote jongens doelt u nou op?
Rechter: Nou ja, bv Mink Kok, nou ja, daar komen we nog op, over die drie jongens die met elkaar op dat eilandje zitten. Eh, ik wil maar zeggen, het is niet alleen van Endstra afkomstig. Er zijn meer bronnen in ieder geval, waarvan we niet hebben kunnen vaststellen dat Endstra hun primaire zegsman is. En mijn vraag aan de heer Soerel is, hoe komen al die mensen die dus in dat milieu verkeren daar dan bij?

Soerel: Dan is het in eerste instantie mischien goed om te weten wanneer die getuigengesprekken dan zijn gevoerd. Want als die na 2006 zijn gevoerd, dan is dat mischien wel uitlegbaar. Dan is dat mischien naar aanleiding van die CIE gesprekken. 

Tot zover.

Morgen een verslag van de zitting van dinsdag 11 oktober.
 
Bondtehond

maandag 10 oktober 2011

Het Liquidatieproces - Onverminderd spannend

Het grote liquidatieproces Passage is al enkele jaren bezig en niet eerder heb ik zittingsverslagen moeten uitstellen tot een nader te bepalen tijdstip. Wegens persoonlijke omstandigheden is dat nu het geval en ben ik voor het eerst enkele zittingen achter geraakt. Mijn excuus hiervoor. Dat wil echter niet zeggen dat ik niet aanwezig was in de bunker, geen notities heb gemaakt en die niet alsnog zal publiceren. Volgende week is het sowieso herfst- vakantie, ook voor de rechtbank, dus is er extra tijd om weer up to date te geraken.

Alvast bedankt voor uw begrijp.

Stay tuned !

Bondtehond

woensdag 5 oktober 2011

'Heeft uw broer verder wat over de Neus verteld?'

De zittingen rond verdachte Dino Soerel zijn al enkele dagen bezig en hoewel er steeds iets tussen komt, zoals de laatste bekentenis van kroongetuige Peter La Serpe over de geheime kluisverklaring waarin hij Willem Holleeder linkt aan een liquidatie, zit er nu redelijk progressie in de zaak Soerel. Langzaam maar zeker, soms met kleine stapjes, of met toestemming van de verdediging in wat grotere stappen,behandelen de rechters de deeldossiers Agenda, Perugia, witwassen en de vermeende criminele organisatie waarbinnen dat zou hebben plaatsgevonden. (Art.140)


De meeste zaken zijn reeds lang en breed aan de orde geweest bij de andere verdachten, dus Mr. Nico Meijering is zeer goed op de hoogte van de inhoud van de meeste deeldossiers. Vandaar dat de rechtbank soms vraagt of het nodig is opnieuw van a tot z door de dossiers heen te gaan. Tenzij Soerel zelf wil dat de rechters de zaken verder uitdiepen, staat Mr. Meijering toe de wat grotere lijnen te volgen. Soerel heeft overigens een behoorlijk goede dossierkennis opgebouwd in de zeven maanden voorbreidingstijd die hij destijds kreeg. Je zit er soms van te kijken hoe goed hij in staat is details te benoemen of weet waar bepaalde zaken terug zijn te vinden binnen zijn dossier.

Vandaag stond een getuige op het programma op verzoek van de verdediging. Tijdens het kenbaar maken van de onderzoekswensen had de verdediging verzocht om de heer Jopie van der Bijl, de broer van Thomas van der Bijl, als getuige te mogen horen op zitting. De rechtbank wees dat verzoek toe. Dinsdag was het zover. Jopie zat al in de wachtkamer en was er helemaal klaar voor. Tegelijk met de raadslieden liep de getuige de bunker-rechtszaal in.

Voorzitter Mr. Lauwaars opende de zitting, maar een van de vrouwelijke rechters nam de eed af bij Johannes Gerardus van der Bijl en nadat zij had gevraagd of hij familie had in de zaal, wat hij ontkende, nam zij ook het eerste gedeelte van het verhoor voor haar rekening.

(Wat volgt is een samenvatting)
Rechter: U bent de broer van Thomas van der Bijl. U heeft al eerder contacten gehad met de politie. De verdediging heeft gevraagd u te mogen horen. Het OM kan u ook vragen stellen, en uiteraard de advocaten.

We beginnen met de moord op Kees Houtman.Op dat moment is uw broer gaan praten met Maria Houtman. Heeft uw broer verteld wat hij heeft besproken?
Jopie: Remmers en Burger hebben daar bijgehoord, vertelde hij. Dat stond ook op een briefje.
Rechter: U heeft dat briefje ook gegeven aan de politie. Wat werd er over gezegd?
Jopie: Er werd niet veel over gezegd. Hij was een beetje van slag af. En die minidisk gaf ik, zo'n Cd-rom met dat gesprekje. Ik heb er nooit naar gekeken. Het was een fotokopie.
Rechter: Een fotokopie?
Jopie: Ja.
Rechter: Wanneer was dat?
Jopie: In december of januari, dacht ik.
Rechter: Hij zei zomaar, ik heb een briefje?
Jopie: Ja, dat gaf ie aan me.
Rechter: Had u contact met Maria Houtman?
Jopie: Nee. Gewoon een bakkie drinken. Niet over de zaak praten.
Rechter: Dat lag nogal moeilijk?
Jopie: Ja.
Rechter: Is er over het lijstje gesproken?
Jopie: Niet met mij.
Rechter: Wat werd er wel gezegd?
Jopie: Die Neus pakt me.
Rechter: Zei ie dat?
Jopie: Hij zei dat ie vermoord zou worden. Hij had een kogelvrij vest aan en een pistool bij hem.
Rechter: En andere mensen?
Jopie: Nee, dat weet ik niet.

Rechter: Verteld u eens hoe u aan dat andere briefje kwam?
Jopie: Ik kreeg een briefje met namen erop in het café. Dino Soerel zou erachter zitten en Fred Ros. Die zou in Spanje zitten.
Rechter: Welk café?
Jopie: Dat weet ik niet meer.
Rechter: Kwam u daar vaker?
Jopie: Nee, ik kwam niet vaker.
Rechter: Hoe kwam u in dat café?
Jopie: Ik ben gewoon gegaan.
Rechter: Waarom dacht u dat u daar wat zou horen?
Jopie: Dat waren café's waar mijn broer wel eens kwam.
Rechter: Welk café?
Jopie: Weet ik niet meer.
Rechter: Of wilt u dat niet zeggen?
Jopie: Iemand gaf me gewoon een briefje.
Rechter: Daar waren mensen die u vraagt of ze wat weten, keken ze niet raar toen u dat vroeg?
Jopie: Nee.
Rechter: Van wie kreeg u dat briefje?
Jopie: Weet ik niet.
Rechter: Dus u gaat naar een café, wat werd daar gezegd.
Jopie: Fred Ros heeft het uit laten voeren en die zit in Spanje.
Rechter: Heeft u er verder over gevraagd?
Jopie: Nee, ik was blij van wie ik het kreeg.
Rechter: Dus u kunt niet vertellen wie de bron was?
Jopie: Nee.
Rechter: Vlak na zijn dood?
Jopie: Ja, drie of vier weken daarna.
Rechter: U heeft op een gegeven moment contact gekregen met Gietema.
Jopie: Ja.
Rechter: Heeft u het toen verteld?
Jopie: Ja.
Rechter: Wat?
Jopie: Dat Dino Soerel de opdrachtgever was en Ros de uitvoerder was, toen we met de familie de eerste keer kwamen.
Rechter: Gietema vertelde dat u kwam en dat het toen al in de media was verschenen.
Jopie: Dat weet ik niet.
Rechter: Wat deed u met het briefje?
Jopie: Ik heb het weggegooit.
Rechter: Wilde Gietema het niet hebben.
Jopie: Nee.
Rechter: Hoe reageerde de heer Gietema?
Jopie: Weet ik niet.
Rechter: Heeft u Maria Houtman gesproken wie de opdrachtgevers waren?
Jopie: Nee.
Rechter: Waarom zo verschillend omgaan met de briefjes? Het ene briefje heeft u bewaard en het andere weggegooit.
Jopie: Weet ik niet meer.

OM: Mijnheer Van der Bijl, u heeft het briefje een dag later weggegooit. De dag nadat u het kreeg. Heeft u nog gedacht het briefje aan de heer Gietema te geven?
Jopie: Nee.
OM: U zei later dat u zei dat u niet wist van wie het briefje kwam. Kunt u nog bedenken, als u diep graaft in uw geheugen, waar dat briefje vandaan kwam?
Jopie: Nee.

Vervolgens kon Mr. Nico Meijering vragen stellen aan Jopie van der Bijl.

Mr. Nico Meijering: Waarom, u was natuurlijk op de hoogte van de geweldadige dood van uw broer, waarom bent u zelf op onderzoek uit gegaan?
Jopie: Ik wilde weten wie erachter zat en dat het opgelost wordt.
Mr. Meijering: Dat was de reden, om een bijdrage te leveren om de gruwelijke moord op te lossen?
Jopie: Ja.
Mr. Meijering: Heeft u nog iets anders gedaan?
Jopie: Nee.
Mr. Meijering: U heeft het al eerder verteld, over dat Thomas u een en ander heeft verteld: 'Ik ben de volgende. De Neus pakt me'. Heeft uw broer verder wat over de Neus verteld?
Jopie: De Neus bedreigde Endstra. Flipper zou de Neus aanpakken.
Mr. Meijering: 2003 'Mij is ook verteld dat de Neus Flipper heeft doodgemaakt'. Heeft uw broer dat verteld bij leven van Flipper of daarvoor.
Jopie: Daarvoor ja.
Mr. Meijering: U heeft nog iets verteld. Dat Holleeder van Hout heeft vermoord. Hij verteld het voor die tijd. U zegt dat hij dat steeds heeft verteld. Heeft hij dat voor die tijd verteld?
Jopie: Voor die tijd.
Mr. Meijering: Heeft hij verteld hoe hij het wist?
Jopie: Nee.
Mr. Meijering: Ik weet hoe moeilijk het was voor u. U had een goede vertrouwensband met uw broer. Bepaalde dingen heeft hij met u gedeeld. Kunt u iets bedenken waarom hij dit met u deelde?
Jopie: Nee.
Mr. Meijering: Heeft Thomas wat verteld over afpersing?
Jopie: Over Endstra en Houtman heeft ie verteld.
Mr. Meijering: Kunt u de rechtbank vertellen wat u daarover weet?
Jopie: Ze kwamen in de Scheldestraat en toen moesten ze stoppen bij een winkeltje. Dat pand was van Mieremet. En ze wilden niet dat daar aangezeten werd. Toen moest Houtman betalen.
Mr. Meijering: Om hoeveel ging dat?
Jopie: 1,1 miljoen.
Mr. Meijering: En Endstra? Wat vertelde hij?
Jopie: Nou dat Endstra afgeperst werd door de Neus.
Mr. Meijering: Wanneer?
Jopie: Dat weet ik niet meer.
Mr. Meijering: Vriendschap, weet u daar iets van, tussen Cor van Hout en Endstra?
Jopie: Weet ik niet.
Mr. Meijering: Ik zie op pagina twee van uw verklaring: 'Toen Flip nog leefde, ging hij Holleeder aanpakken omdat hij zijn vriend Endstra bedreigde'.
Jopie: Ja, dat vertelde mijn broer.
Mr. Meijering: Cor van Hout en Endstra waren bevriend, zegt u?
Jopie: Ja, ze zaten in het onderhoud van de panden. Flip en Endstra gingen toen goed met elkaar om. Mijn broer en Flip onderhielden de panden van Endstra.
Mr. Meijering: Maar dat is al lang geleden hè?
Jopie: Ja, hij had Holleeder wat aan willen doen. Had ie het maar gedaan, dan hadden ze alletwee nog geleefd.
Mr. Meijering: Ja goed, u zegt: 'Ze wilden hem wat aandoen'
Jopie: Ja, ze stonden te stotteren en hij (Thomas) was helemaal van slag af. Hij was er ziek van.
Mr. Meijering: U begrijpt dat 'ze' wat wilden doen?
Jopie: Ja, Thomas wilde de Neus omleggen.
Mr. Meijering: Nu bedoelt u Holleeder ombrengen?
Jopie: Ja,  hadden ze het maar gedaan.
Mr. Meijering: Wie zou het doen?
Jopie: Ja, hij. Of mischien zou ie het wel laten doen.
Mr. Meijering: Hoe kwam u tot de conclusie dat ze dat wilden doen?
Jopie: Ja, dat zag ik gewoon.
Mr. Meijering: Hoe dan?
Jopie: Aan hem.

Rechter: Waarom moesten deze punten aan de orde komen?
Mr. Meijering: Ik ben vanmorgen nog even door de verklaring heen gelopen. Ik zal nu komen aan de punten.
U bent verhoord bij de rechter-commissaris. U bent stellig dat u de naam Soerel bij de recherche heeft laten vallen. Nu bent u alle keren door de leider van het onderzoek de heer Gietema gehoord. Gietema is door ons gehoord en heeft verklaard dat u allerlei namen heeft laten vallen, maar nooit de naam van Soerel. Kunt u daar op reageren?
Jopie: Op het hoofdbureau kwam ik, daar was Teeven ook bij. Toen heb ik Soerel genoemd. Daar waren mijn broers en zusjes bij.
Mr. Meijering: Maar heeft u er een verklaring voor dat Gietema nimmer de naam Soerel heeft horen zeggen?
Jopie: Weet ik niet.
Mr. Meijering: U weet het niet. Ik denk dat u, heel graag deze moord wil oplossen. Ik heb moeten constateren dat de heer Gietema zegt dat u Soerel nooit heeft genoemd. Wij denken dat u de moord erg graag op wil lossen. U wilt daar graag aan bijdragen door de naam Soerel te noemen omdat u weet dat hij verdachte is.

Rechter: Er vielen veel namen, Ros, Remmers, Burger. Er staat mij bij dat hij zei: 'Er werden veel namen genoemd'  'Volgens mij heeft Gietema niet verklaard dat hij zeker weet dat de naam Soerel niet is gevallen.
Mr. Meijering: U wijst mij terecht daarop. Maar ik kan u verklaren waarom ik dit zo durf te formuleren., aangezien ik er sterk op vertrouw dat de heer Gietema de naam wel genoteerd zou hebben als die genoemd zou zijn.
Jopie: Ik blijf erbij, de naam is genoemd. Teeven was er ook bij.
Mr. Meijering: U bent meerdere keren geweest hier op zitting in de bunker. Ook toen Maria Houtman heeft verklaard. U heeft dat gehoord. Kunt u dat herhalen wat zij verklaard heeft op zitting?
Jopie: Nee, dat weet ik niet meer.
Mr. Meijering: Dank u wel.

Mr. Leon van Kleef: Toen u bij de heer Gietema kwam, had u het briefje toen bij u?
Jopie: Nee, het zat in mijn hoofd.
Mr. Van Kleef: Heeft Thomas wel over Soerel gesproken?
Jopie: Nee.

Mr. Sander Janssen: Er is eerder over het briefje gesproken. U zegt het volgende: 'Ik ben op onderzoek uitgegaan en heb van iemand een briefje gekregen met namen er op. Dat briefje zou u hebben weg gegooid. Bij de politie verklaart u echter helemaal niet over een briefje. U zegt het van iemand te hebben gehoord, maar u noemt dat briefje niet.
Jopie: Dat zeg ik gewoon. Dat was ook zo.
Mr. Janssen: Kunt u aangeven waarom u het in die tijd niet over een briefje heeft ?
Jopie: Nee dat weet ik niet.
Mr. Janssen: U zegt bij de politie : 'Ik heb het gehoord' en hier zegt u: 'Ik heb een briefje gekregen'. Heeft u een verklaring daarvoor?
Jopie: Nee.
Mr. Janssen: Dank u.

Peter La Serpe stelde ook een vraag.
La Serpe: Ik vroeg mij af, toen hij dat briefje kreeg of hij behoefte had om met iemand te bellen?
Jopie: Nee.
Rechter: Had u behoefte iemand te vertellen?
Jopie: Nee.
Rechter: Wilde u het niet delen?
Jopie: Ik heb het enkel aan mijn zusjes en broertjes verteld.

OM: U zegt:'Ik kreeg het briefje. Dino is de opdrachtgever, en Ros is de uitvoerder.'
Jopie: D. Soerel en Ed Ros.
OM: Wat werd erbij verteld?
Jopie: Niks.
OM: Geen vragen meer.

Rechter: Dank u wel, mijnheer Van der Bijl.
Jopie mocht gaan, en verliet de rechtszaal.

De rechtbank wil 10 oktober verder met Perugia, de organisatie, de professionaliteit, de telecomgegevens en met de kluisverklaring van Peter La Serpe.

Soerel krijgt dan nog gelegenheid vragen te stellen, voor zover het hemzelf betreft. De rechtbank wil maandag proberen alles af te ronden. Wel zal de verdediging vragen willen stellen over de kluisverklaring van kroongetuige La Serpe.

Bondtehond