woensdag 26 mei 2010

'U mag alles zeggen wat u op uw hart heeft'

De verontwaardiging van Ali Akgün was groot gistermiddag in de rechtszaal van de Bunker. De getuige Q5 weet dan wel allerlei beschuldigingen te uiten aan zijn adres, maar hoe kan iemand nou hele gesprekken volgen terwijl je normaalgesproken nog geen drie woorden achter elkaar kunt horen in al het lawaai van de muziek die nogal hard staat in de Baja Beachclub. Je kunt niet eens normaal praten, laat staan hele gesprekken voeren. Ali nodigde de rechters als wel de officieren uit, desnoods op zijn kosten zei hij erbij, eens terplekke in de Baja te gaan kijken om vast te kunnen stellen of de beweringen van Q5 wel kunnen kloppen. Lauwaars: Op zich zou ik daar wel zin in hebben, maar dit zou een schouw betekenen. Dit gaat iets anders. Meijering: Dit verzoek zou ik willen doen. Ali grapte: Laat ik dit keer maar niet meegaan. Meijering: Het lijkt me logisch dat het op een avond plaatsvind dat het de normale gang van zaken benaderd, om zo'n waarheidsgetrouw mogelijk beeld te kunnen vaststellen. Dan moet wel de situatie hetzelfde zijn, dus een schouw op het moment dat de Baja vol is met 3 a 4000 bezoekers. In een lege Baja klinken geluiden natuurlijk anders dan wanneer er een paar duizend mensen binnen zijn.


Mr. Nico Meijering diende dus een formeel verzoek in voor deze schouw in de Baja.
Rechter: De reden? Het geluid?
Ali antwoordde: Het geluid, de verhogingen, de uitgang. Het schreeuwen. Laat mijnheer Meijering maar wat schreeuwen in de Baja. De auto's. Hij zag me wegrijden in meerdere auto's. Dus of je kunt zien dat je met auto's aankomt of vertrekt.
Kort hiervoor had Ali al puntsgewijs enkele beweringen van Q5 tegengesproken.
Rechter: U mag alles zeggen wat u op uw hart heeft.
Ali:
-Hij zegt dat ik onderdanig ben aan Dino.
Ik zit naast Meijering. Ben ik dan onderdanig? Dit is toch een lachertje?
-Ze kwamen met twee auto's en liepen op beschermende wijze om Ali heen.
In een SL kun je maar met twee personen. Dat wisten ze. Je kunt maar met twee personen in een SL. Dus omdat we met twee auto's kwamen, zouden het bodyguards zijn? Onzin! Het waren voetballers.
Mevrouw de rechter, ik heb in drie dagen alles zitten opschrijven. U mag alles hebben.
-De getuige kan eruit opmaken dat Ali een uitvoerende rol bekleedde?
Hoe kan De Haas dat in godsnaam opschrijven?
Rechter: Uw conclusie is dat als de getuige het niet weet dat De Haas geen ambtsedige verklaring kan opstellen?
Ali: Het is een schijnargument dat gebruikt is om mij binnen te houden.
- Hij heeft mij informatie horen uitwisselen. De Haas zegt: Kunt u nog terughalen wat u uit de mond van Ali vernam? Als je dat niet kunt, waarom beschuldig  je me dan? Hij heeft niks uit mijn mond vernomen. Ik kende die personen niet eens. Nooit van gehoord. Ja, alleen van Mieremet, uit de krant.
Rechter: En Dino?

Ali: Ik ga niet over Dino praten. Met alle respect.
- De RC-verklaringen gaan veel dieper dan de politie-verklaringen. Als hij het doorleest op verzoek verbeterd hij zich steeds. Als u de vorm van een Cognac-glas ziet. Ik dronk nooit Bacardi-Cola. Ik dronk pure Cognac.
Officier van justitie Oppe: U bent dus dronken geweest?
Ali: Dat zal gerust wel eens ja. Zoals iedereen, maar is dat strafbaar? Schei toch uit.
- Op de vraag van Meijering, 'kunt u feiten en omstandigheden aandragen?', nadat hij zei 'hij leek zich te begeven in de kring rond Holleeder en Soerel' en 'hij leek een uitvoerende rol te vervullen', zegt hij: Nee. Als La Serpe hier zou zijn, zou ik hem vragen of hij nog een tweelingbroer heeft rondlopen.....
- Over De Telegraaf. In welke media volgt u het liquidatieproces, in De Telegraaf? Q5 zegt: Nee die lees ik nooit. Later zegt ie: Op internet staat de laatste tijd een foto van een begrafenis. (vader Danny Kuiters - red.) Op de vraag waar ie de foto nog meer heeft gezien zegt hij: In De Telegraaf. Hij las toch nooit De Telegraaf?
- Q5 zegt: Ik weet wel dat Jesse in het passage-proces zit, dat heb ik gelezen. Ik heb u verteld dat ik in ieder geval wel uit de media heb dat Jesse beschuldigd wordt van de moord op Houtman. Ali: Ik eh, ik weet niet wat ik met deze getuige aan moet. Het moet een keer afgelopen zijn.
- Ali heeft een reputatie. Nou ja.... ok. Waar baseert ie die bewering op?
Rechter: Wie heeft er zo'n hekel aan u dat hij zulke dingen verklaard?
Ali: Tja, voor geld doen mensen rare dingen. Ik had allang verklaard dat ik met Dino optrok. Ik zal u zeggen, er loopt in de Baja zo'n clown rond en misschien moeten we die maar eens vragen. Ik weet bij god niet wie dat is. Hij of zij liegt aantoonbaar. Ik zit nu 3 jaar in de EBI. Ik heb 3 dochters.
Rechter: U heeft zich al wel heel vaak op uw zwijgrecht beroepen.
Ali: Nou mevrouw de rechter, dat vind ik niet eerlijk. Als mijnheer Meijering vraagt, en nou zeg je niets meer, dan luister ik daarnaar. Mijnheer Meijering vertrouw ik. Hij is dag en nacht met de zaak bezig, en daar bouw ik op.
Rechter: Dat geloof ik zonder meer.

Hierna kwam Mr. Nico Meijering aan het woord.
Mr. Meijering: Ik wil een paar dingen benoemen die naar voren kwamen. Ik wil wel erop wijzen dat Q5 heeft gezegd dat hij heeft opgevangen dat er over liquidaties gesproken is en dat hij niet de precieze bewoordingen had gehoord. Opvallend is dat hij zegt, ik kan het mij niet herinneren, een maand later ineens wel. Of Q5 zelf gedronken had, dat is buiten het proces-verbaal gehouden. Later zegt hij dat hij nuchter was. Dat valt op in het PV wat later is afgenomen. Er zijn meerdere vragen gesteld. Of hij de officieren kende? De Haas kende hij niet. De wind kende hij niet. Plooy en Teeven is afgeschermd. Of hij de getuige kende? Dat is afgeschermd. Of er contact is geweest? Is afgeschermd. De beantwoording is afgeschermd. Dit wilde ik opmerken.

Mr. Meijering later: Ik wil duiden dat het verhoor van Esther S. op audio is opgenomen. Het is een zakelijke weergave. Er is een wat wonderlijke passage. Er zouden meer personen uit de onderwereld komen. Daar wordt over gezegd: Wel een mooie foto hebben we daarvan hè? Antwoord is: Ja. Daar had ik een verzoek over. Wat ik van belang vindt. Esther S. zegt dat Holleeder, Akgün en Soerel regelmatig met elkaar omgingen in de Baja. Waar staat dat in de verklaring? Je ziet de vraag, hoe vaak was dat? Antwoord was dat dat twee keer in de maand was. Je kunt er niet uit opmaken of het cliënt ook betreft. Mijn verzoek is of de audio-opname van het verhoor van S. ter beschikking komt naar de EBI? Dan kan mijn cliënt dat behoren. Door deze opname te beluisteren, zou dat meer duidelijkheid geven.

Weer later: Uit het Q5-gebeuren moet naar voren komen dat Q5 niet eerder in Passage is voorgekomen. Heeft Q5 in een ander onderzoek verklaringen afgelegd? In het kader van de dubbeltelling, heeft Q5 eerder bij de CIE verklaringen afgelegd m.b.t. het Passage-onderzoek?
Rechter: Dit was afgeschermd.
Mr. Meijering: De redenering die de RC erop na heeft gehouden is deze dat Q5 wel eens een informant geweest zou kunnen zijn. Wij hebben daar een belang. Ik zou daar opheldering over willen hebben. Heeft de RC Q5 van informatie voorzien? Op het moment dat er onzichtbaar info wordt verstrekt, hebben we het over 'equality of arms'. Het antwoord dient wel te komen.

Verder kwamen twee vermiste kaartjes/plattegronden aan de orde van het plaats delict Houtman, met een door La Serpe getekend overzicht. Mr. Sander Janssen had dit al aangekaart tijdens vorige zittingen. De raadsman van Jesse Remmers heeft 12 maanden op antwoord moeten wachten, op de vraag waar die kaartjes/plattegronden zijn gebleven. Ze zijn getekend tijdens twee verschillende verhoren. De eerste tijdens een CIE-verhoor in de beginfase. Later een tweede tijdens verhoren van het onderzoeksteam die de liquidatie van Houtman onderzoekt. Deze twee bewijsstukken zijn zoekgeraakt. De verdediging denkt dat Peter La Serpe zijn rol bij de liquidatie van Houtman heeft verzonnen en daarom is het van groot belang dat de kaartjes boven water komen. Mr. Janssen wil weten of La Serpe nu daderkennis had of niet. Daarom wil hij politieman T054 horen over wat er nu gedaan is om die kaartjes boven water te krijgen.

Mr. Meijering sloot zich aan: Ik geloof niet dat het zoek is. Ik geloof niet dat een tekening die La Serpe maakt, dat dat dan zoek raakt. We hebben het vaker gezien, dat het dan later wel weer boven water komt. Vingerafdrukken en tekeningen raken niet zoek. Het is zeker van belang. Ik heb gewezen op het argument van niet-ontvankelijkheid, als we gaan stapelen.

Het OM vroeg de rechtbank de verzoeken af te wijzen. Het belang van de kaartjes wordt volgens Mr. Betty Wind opgeblazen omdat de route die is getekend ook in het proces-verbaal staat. Daar zou het ook uit op te maken zijn. Verschillende vragen m.b.t. getuige Q5 kunnen niet beantwoord worden, aangezien deze al bij de RC gedeponeerd zijn en daar ook thuishoren, aldus Wind. De schouw in de Baja zou afgewezen moeten worden omdat volgens hen Q5 daarbij aanwezig zou moeten zijn en dat is onmogelijk. Ook zou de situatie veranderd kunnen zijn.

Daar had Moppie Rasnabe wel een opmerking over: Mevrouw de rechter, in de Baja verbouwen ze echt niet steeds. Dat is al jaren niet veranderd. De mensen lopen daar in Bikini.

Lauwaars meldde aan het einde van de zitting dat er een belangrijke beslissing is genomen. Het requisitoir wordt nu over de zomer heen getild. Alles schuift wat op omdat de F1 + F3-getuigen gehoord moeten worden. Daarna komen er waarschijnlijk nog onderzoekswensen, dus voor de zomer gaat dit allemaal niet lukken. De knoop moest dus doorgehakt worden. Zo komt de uitspraak rond half Februari te staan. Er komt nog een nieuw schema.

Dinsdag 1 Juni om 9:30 gaat het proces verder. Behandeld zullen komen de zaken die Mrs. Meijering en Janssen vandaag aan de orde stelden.

Bondtehond

dinsdag 25 mei 2010

'Als ze met iets kunnen komen, verklaringen, foto's, taps, dat ik Dino kende, mogen ze alles bewezen verklaren'

Allereerst besteedde de rechtbank in het liquidatieproces vanmorgen aandacht aan het vorige week afgewezen wrakingsverzoek. De wrakingscombinatie zag geen reden de rechters te wraken. Conclusie was dat ook al zouden de rechters foute beslissingen hebben genomen, dat dit nog geen reden is de rechtbank partijdig te noemen. Hierna kwam het verzoek opheffing voorlopige hechtenis van Pinny Song aan de orde. Ook dit verzoek is afgewezen. De rechtbank zag nog voldoende gronden de voorlopige hechtenis te laten voortduren. De bezwaren zijn nog aanwezig en onverkort van kracht. Ook het beroep op redelijke termijn is verworpen. De schorsing is ook afgewezen omdat het algemeen belang groter is dan het persoonlijke belang van Pinny Song, aldus de rechter. Na deze mededelingen ging de rechtbank over tot behandeling van enkele afzonderlijke punten. Er waren stukken binnengekomen m.b.t. de sturing van La Serpe, een proces-verbaal van de heer v/d Brenk m.b.t. de vindplaats van de hulzen en de Z34-, Z35- en Z36-verbalisanten.


Zij vertellen dat La Serpe zijn verhaal moest doen en dat zij weinig tactische informatie ter beschikking hadden. Er viel volgens deze rechercheurs dus weinig over te dragen. Over het kaartje en de plattegrond zei T29 nooit iets bewust uit een proces-verbaal te hebben gehouden. De rechtbank ziet wel aanleiding tot nader onderzoek of er nog een andere verbalisant betrokken is geweest bij het verhoor van La Serpe. Een verzoek van Mr. Sander Janssen om te onderzoeken welke tactische informatie er op een laptop stond is echter afgewezen.

De anonieme bedreigde getuige Q5, die zegt aanwezig te zijn geweest in de Baja Beachclub terwijl Willem Holleeder, Dino Soerel en Ali Akgün spraken over op handen zijnde liquidaties, is verhoord door de rechter-commissaris. Normaalgesproken gebeurt dit bij de RC op kantoor. Uit veiligheidsoverwegingen is er echter voor gekozen de vragen van de verdediging via door de raadslieden van te voren opgeschreven vragen te laten plaatsvinden. Geen van de raadslieden heeft de getuige dus rechtstreeks kunnen horen. Nadat de rechter had medegedeeld geen idee te hebben wie de getuige is, las zij voor uit de verklaringen van Q5. Gedeeltes waren afgeschermd, op het moment dat dit iets over de identiteit van de getuige kon prijsgeven. De rechter spreekt voor het gemak van 'hij', maar het zou net zo goed een 'zij' kunnen zijn.

Samegevat door rechter:
De getuige Q5 kent Willem Holleeder, Dino Soerel en Ali Akgün uit het uitgaansleven. Soerel kwam met Akgün als vrienden en waren close. Soerel en Akgün zaten samen in de drugshandel. Ze hadden altijd enige Turken om zich heen lopen. Die gedroegen zich als bodyguards. Ze hadden in ieder geval een beschermende rol. Ze reageerden echter nooit op de metaaldetectors. Ze reden wel weg in meerdere auto's. Naam van de Turken...(afgeschermd). Heeft nooit iemand zien ingrijpen. Heeft met eigen ogen gezien dat ze ook in andere horeca kwamen. Er waren conflicten met Houtman, Van der Bijl en Hingst. Dat heeft hij van Soerel. Thomas van der Bijl was een vriend van Cor van Hout. Van der Bijl wilde wraak op Holleeder. Thomas van der Bijl zou een aanslag aan het voorbereiden zijn, hadden ze gehoord. Dat had een relatie van Soerel gehoord...(naam afgeschermd) Q5 had dat gehoord in de Baja. Houtman was een goede vriend van Mieremet en Van der Bijl. Houtman en Van der Bijl deden ook zaken. (redenen afgeschermd) Over Mieremet werd negatief gepraat. Evert Hingst was een arrestatie-risico voor Soerel en Holleeder.

Ze stonden links van de bar. De portiers regelden dat. De muziek staat iets zachter daar. Ze gaven fooien van honderd euro. De getuige kent Holleeder en Soerel al jaren. Het groepje van Akgün kwam in 2005 paar keer in de Baja. Het groepje wisselde van samenstelling. Het groepje trok veel aandacht. Bestond o.a uit Turken en portiers. Holleeder dronk bier. Akgün en Soerel dronken baco's. Ze kwamen jarenlang een paar keer per maand. Ali kwam meestal laat in de nacht, zo rond 03:00. Dit stond in een eerste verhoor.

In een later verhoor over het gedrag: Akgün en Soerel kwamen altijd samen. Ali was sympathiek. Ze gaven honderden euro's fooi aan de portiers. Dino en Willem strooiden met geld. Willem dronk zo'n twintig biertjes. Dino was nooit zichtbaar dronken. Ali ook niet, die kwam slim over. Willem praatte van mond tot oor, maar als ze dronken waren schreeuwden ze ook over een halve meter afstand. Dino stond altijd in de aandacht. Willem zocht naar aandacht als hij dronken was. Ze praatten over Van der Bijl, Houtman en Mieremet. Dat ging over een aanstaande liquidatie. Akgün zei weinig. Die keek op naar Dino. Dat kon je merken.

Tussen Holleeder, Akgün en Soerel werd info uitgewisseld over de slachtoffers. Twee of drie maal dat wist ie niet. Had het wel vaker gehoord op meerdere avonden. Willem ging dansen van man tot man en werd steeds luidruchtiger als hij dronken was. Als ze dronken waren, werd er geschreeuwd. Ali was daar altijd bij. Dino zei meerdere malen: Ze gaan eraan. We pakken ze. Er werd meerdere keren over gesproken. Willem schreeuwde vaker: Die pak ik. Die maak ik af. Dino schreeuwde in het oor van Willem. Heb letterlijk opgevangen dat er drie zouden worden geliquideerd. Meerdere personen hebben dat kunnen horen. Er zijn zo'n 3000 tot 4000 personen binnen meestal. Dino was machtiger dan Willem. Dat zag je aan de manier waarop ze om hem heen stonden. Ze praatten ook met anderen. Ze zonderden zich niet af.

In een ander verhoor zegt Q5 ook over andere horeca: Ik weet niet precies waar de gesprekken over liquidaties over gingen. Je kwam daar echt niet zomaar bij. Had wel de indruk dat ze zakelijke dingen appart bespraken. Heb wel rechtstreek uit de mond van Holleeder en Soerel gehoord over Hingst, Mieremet en Houtman. En rechtstreek van iemand die zich in het groepje bevond. Ook van een relatie van Soerel. Kort daarop waren de liquidaties. Een paar weken later.Weet het zeker van Holleeder en Soerel. Ongeveer een week later werd van Kleef vermoord en het verhaal ging dat Thomas daar achter zat.


De rechter houdt Ali voor: Hij concludeert dat u een een uitvoerende taak had omdat u zich wat onderdanig gedroeg. U zat erbij als er over liquidaties gesproken werd. Hij zag u knikken. Q5 zegt: Ali beschikte over mensen die konden uitvoeren. Die Turken. Ali stond bekend als een gevaarlijke jongen. Weet niet of de opdracht van Holleeder kwam of Soerel, of dat het uit wetenschap kwam van anderen. Of Ali daar ook was, weet ik niet. Het verstrekken van de opdracht 12 dagen ervoor, dat zou kunnen. (voor een liquidatie - red )

Ali Akgün had tot nu toe gezwegen, maar merkte nu op richting de rechter: Mag ik wat aanvullen? Die Q5 zegt dat het 12 dagen ervoor was. Als dat zo is dan had ie Jesse Remmers moeten zien. Waarom vraagt de officier van justitie niet of ie Jesse had gezien?

De rechter vraagt of de reacties later kunnen en gaat verder: Heeft nooit van Jesse Remmers gehoord. Of Jesse is gezien, dat antwoord wordt afgeschermd. Of ie andere mensen had gehoord die omgelegd moesten worden? Dat niet. Niets over Hilligers gehoord. Nooit over de ruzie tussen Önder en Akgün gehoord. Had het er nooit over gehad voor die tijd. Was pas onder de indruk nadat ze werkelijk omgelegd werden. Hij is zelf naar de politie gestapt. De politie heeft gevraagd of hij het liquidatieproces had gevolgd. Na het verhaal vroeg men naar Jesse. Die kent hij niet. Anderen kent hij ook niet. Hij krijgt geen tegenprestatie voor hetgeen hij verklaard. De getuige is gehoord of hij media-kennis had. Heeft wel es een krantje, een tijdschrift of op Crimesite gelezen. De onmin over Holleeder en Mieremet kende hij wel. Heeft geen boeken gelezen. Is nooit betrokken geweest. Er is overal over de liquidatie van Mieremet gesproken. Weet niet veel van Passage. Reageert wel of Esther S. bij het groepje was. Antwoord is afgeschermd. Van een aantal andere getuigen waren de antwoorden van afgeschermd. Personeel van de Baja.

De rechter-commissaris had de indruk dat de getuige naar waarheid had geantwoord. De enige keer dat er oprechte opwinding was, was over de vraag naar de reden van verklaren. Getuige antwoordde zonder aarzelen. Heeft de reden van zijn wetenschap genoemd. Heeft geen aanleiding om te liegen. Geen verborgen agenda. Heeft geen reden om aan te nemen dat de getuige niet naar waarheid zou antwoorden. Heeft duidelijk beantwoord. Heeft inzicht gegeven over de reden hoe hij aan zijn wetenschap komt. Getuige werd wel geïrriteerd dat steeds hetzelfde werd gevraagd, maar heeft wel steeds alles en volledig geantwoord. Er is geen reden om aan te nemen dat Q5 onbetrouwbaar is.

Rechter: Wilt u reageren op alles wat is voorgehouden?

Ali Akgün: Ja dat wil ik. Over Q5 dat hij me in 2001, 2002 en 2003 in de Baja heeft gezien met Dino Soerel is onzin. Ik kende Dino nog niet eens. Als ze met iets kunnen komen, verklaringen, foto's, taps, dat ik Dino kende, mogen ze alles bewezen verklaren. Hoe kun je nou met iemand in de drugs zitten die je niet eens kent?
Rechter: Hij zegt wel dat hij zich niet meer precies kan herinneren wanneer het was.
Ali Akgün: Dit klopt niet. Het is een leugen. Laat ze komen, de Nationale recherche. Als dit al niet klopt, wat moet ik dan van de rest denken? Die Turken. Ik zou met Turken lopen. Ik ben zelf een Turk. Een beschermende rol. Hoe komt ie daarbij? Mevrouw de rechter, ik was nooit boos. Nu wel. Ik was nooit in de Baja met Turken. Ja, ik ben er twee keer geweest met Turken die ik erheen bracht omdat ze even in Nederland waren. Ik zelf kwam er heel vaak.

Nu komt er een of andere idioot, op de vraag hoe ie erbij komt, weet ie het niet. Waarom verklaard zo iemand dan over me? Ik weet nog precies wat voor dag ik daar was. Het was met een voetbalwedstrijd. En waarom ben ik nooit aangehouden in de zaak 'Zuil'? (onderzoek drugshandel Dino Soerel - Red.) Waarom ben ik niet voor de rechter gesleept? De CIE-info is in elkaar gezet. Met de officier. Hij weet een ding, dat ik onderdanig was naar Dino. Ik ben onderdanig naar elke vriend toe. Dino is een vriend van me en zal dat altijd blijven ook. Ik heb met Dino nooit over liquidaties gesproken. Die vrienden zijn voetballers. Het moet een keer ophouden! Wat dachten ze, we hebben niet genoeg? En Holleeder. Het was hoi, hoi. Ik ken hem net als u. Die hele vent intresseert me niet. Waarom ben ik niet in 'Kolbak' opgehaald? Ik was een vriend van hem? Ik had niets met die man.

Rechter: U ontkent het plaatje dat u in de Baja Beachclub was? Die situatie, is die niet voorgekomen, met z'n drieën?
Ali: Ik ben drie keer met Dino in de Baja Beachclub geweest. Daar was geen Holleeder bij. De 1e keer was ik daar samen met Holleeder? De 2e keer was ik daar een paar keer in de week? De 3e keer was ik daar een paar keer in de maand? Ze moeten nou stoppen met Holleeder in mijn mik te douwen. Hey en Hoi, meer niet! Ik zou niet zeggen dat Holleeder een vriend van me is.
Rechter: U kende Willem Holleeder niet?
Ali: Als ik hem tegenkwam in een restaurant zei ik hoi, en als ik hem in de horeca tegenkwam zei ik hem gedag.
Rechter: U kende hem van....?
Ali: Ik kende hem van zien. Ik praatte niet over liquidaties. Dat is onzin!

Woensdag het tweede gedeelte van de zitting.....

Bondtehond

woensdag 19 mei 2010

'Het zijn vermoedens, gevoelens, veronderstellingen, gissingen en conclusies'

Het verzoek van advocaat Mr. R.D. Meerman van Kantoor Plasman tot opheffing voorlopige hechtenis van zijn cliënt Pinny Song zou bijna ondergesneeuwd worden door het wrakingsverzoek dat dinsdag diende. Aan het einde van de dag besloot de rechtbank echter toch nog het verzoek te behandelen zodat donderdag kon komen te vervallen. Dit tot genoegen van Pinny Song zelf, die er echt doorheen zit onderhand, maar ook van haar familieleden die haar bijna iedere zitting steunen door aanwezig te zijn op de publieke tribune. Pinny zit al meer dan 2 jaar vast in HvB Nieuwersluis. De indruk bij velen bestaat dat zij meegenomen wordt in de carroussel van het grote liquidatieproces, terwijl het OM de verdenkingen toch niet goed hard lijken te kunnen maken, mocht er al sprake zijn van een strafbaar feit. Mr. Meerman deed dan ook maar een poging de hechtenis op te laten heffen, dan wel te schorsen.


Mr. Meerman: Op geen enkele manier staat vast dat cliënte een definitieve afspraak had gemaakt met Tonny van Maurik op de dag van de moord (19/4/1993)bij het toenmalige Altea hotel. In haar afgelegde getuigenverklaring van 20 april 1993, verklaart zij, dat zij tegen Van Maurik heeft gezegd, dat zij hem nog wel zou bellen voor een definitieve afspraak. Dat zij hem die dag niet meer had gebeld voor een definitieve afspraak, ligt in het feit dat zij – met buikklachten- in de namiddag met haar man Teun Visser naar het ziekenhuis was gegaan en vandaar met haar man laat in de avond thuiskwam. De verklaringen van Karin S. kunnen op geen enkele manier worden getoetst nu zij op 5 januari 2005 is overleden. Opmerkelijk is, dat zij niets belastend heeft verklaard in haar twee verklaringen afgelegd in mei 1993 – een maand na de liquidatie-, maar op 3 en 4 augustus 1993 plotseling belastend gaat verklaren. Opvallend is ook, dat alle afgelegde verklaringen door Swager bekend waren bij het OM in 1993, terwijl daarna een kennisgeving van niet verdere vervolging volgde. Kennelijk zijn haar verklaringen toen niet zwaarwegend geweest.

Buiten het feit dat Swager een motief heeft om belastend over cliënt te verklaren (namelijk: zij verkeerde in financiële nood; zij kreeg geen geld meer van cliënt, dat haar was toegezegd en dreigde uit haar woning te worden gezet; tevens wilde zij de uitgeloofde beloning opstrijken), dient aan de betrouwbaarheid van de door Swager afgelegde verklaringen over de beweerdelijke betrokkenheid van cliënte bij de liquidatie van Van Maurik ernstig te worden getwijfeld, mede gelet op de verklaringen zoals afgelegd door de kroongetuige La Serpe. La Serpe verklaart enerzijds dat hij aanneemt dat Henk Rommy de opdrachtgever zou zijn en anderzijds – stellig en zonder voorbehoud- dat hij van Remmers heeft gehoord dat Van Maurik dood moest van Henk Rommy en dat Remmers hem vertelde dat hij deze klus heeft gedaan in opdracht van Henk Rommy. Later heeft La Serpe verklaard dat hij mogelijk de conclusie heeft getrokken dat Henk Rommy de opdrachtgever was omdat Remmers 150.000 gulden voor de liquidatie zou hebben verkregen. Volgens La Serpe hield Moppie zich op de achtergrond en deed meer het financiële gedeelte.

Die verklaring verdraagt zich niet met die van Swager, namelijk dat cliënte opdrachtgever zou zijn alsmede haar zou hebben verteld, dat Moppie Tony wel een week of drie achtervolgde om hem neer te leggen. De verklaringen van La Serpe zijn voor cliënte relevant, nu hij door de vele gesprekken die La Serpe heeft gevoerd met Remmers, derhalve over informatie beschikt over mogelijke betrokkenen (=verifieerbaar), Nan Paul de Boer (op de PD aangetroffen sigaretten peuk), Freek Stevens (vermoedelijk de bedrijfsauto van Stevens op PD) alsmede uit de verklaring van La Serpe evident naar voren komt, dat cliënte noch Rasnabe door La Serpe als betrokken bij de liquidatie worden genoemd. Volgens Karin Swager zou cliënte aan Moppie fl.10.000,-- hebben betaald voor het aanschaffen van een vuurwapen.

Na de liquidatie op Van Maurik wordt een telefoongesprek aangehaald tussen Saez en Rasnabe (5 mei 1993) waarin Rasnabe vraagt of het goed is dat Saez "die dingen"gaat kopen en dat Rasnabe Saez daarvoor wel 10.000 gulden geeft. Vermoedelijk gaat het volgens de politie om de aanschaf van wapens. Dit gesprek wordt dan zonder enige onderbouwing geprojecteerd op de verklaring van Swager i.v.m. mijn cliënt, zijnde dat de verklaring van Swager aan betrouwbaarheid zou winnen. Ook de verklaring van Swager dat op zondag 18 april 1993 gepoogd is in opdracht van cliënte een aanslag te plegen op Van Maurik in Breukelen, kan naar het rijk der fabelen worden verwezen. Immers die avond en nacht verbleef cliënte bij Tony van Maurik in zijn woning. Swager heeft die avond cliënte, die in gezelschap was van Van Maurik, nog gesproken.

Betekenis wordt door het OM gehecht aan het feit dat op de dag van de moord om 15.24 uur telefonisch contact heeft plaatsgehad tussen de vaste telefoonlijn van de ouders van cliënte, waar cliënte op dat moment was, en het telefoonnummer eindigend op *1810*. Zowel cliënte als haar ouders en zuster Paula van Vliet, die allen aanwezig waren in de woning van haar ouders reppen geen woord over een telefoongesprek, dat voor- dan wel na het gesprek met Tony van Maurik met de gebruiker van het nummer *1810*zou zijn gevoerd. Uit onderzoek is gebleken, dat één van de gebruikers van *1810* Rasnabe is. Het is niet onaannemelijk dat er vanuit de woning van de ouders door Paula van Vliet is gebeld met Moppie Rasnabe voor het afspreken over het brengen- dan wel halen van de was. Immers Paula van Vliet als cliënte hebben verklaard, dat Paula een tijdje de was voor Moppie deed. Ook de telefonische contacten met *1810* met het huisnummer van de woonboot van cliënte is verklaarbaar, immers de jongste zoon, Paul Visser had nog regelmatig telefonisch contact met Moppie.(Zie verklaring van Paul Visser bij de RC op 9 februari 2010)

Waardepapieren Een motief zou volgens het OM kunnen zijn, dat hij was vermoord vanwege spaarbrieven. Zoals uit het onderzoek is gebleken, waren de spaarbrieven niet inwisselbaar noch door een particulier noch door een bank of andere geldinstelling. Immers deze papieren waren kort na ontdekking van de diefstaldoor de bank ongeldig gemaakt. Deze papieren had cliënte op verzoek van Tony van Maurik bewaard en zij had deze papieren al heel lang in het bezit. Volgens cliënte wist Van Maurik dat deze papieren niets waard waren. Opvallend in het dossier is, dat veel getuigen niet verklaren over feiten of omstandigheden, die zij zelf hebben waargenomen of ondervonden. Het zijn vermoedens, gevoelens, veronderstellingen, gissingen en conclusies. Dat is ook niet verwonderlijk als getuigen worden gehoord na 16/17 jaar. Het verhaal is een eigen leven gaan leiden. Deze verklaringen kunnen dan ook niet serieus worden genomen.

Geweld Ook het feit dat cliënt zou worden mishandeld door Van Maurik; daar zijn geen aanwijzingen voor. Niemand heeft ooit waargenomen dat Van Maurik fysiek geweld heeft gebruikt tegen cliënte. Cliënte is niet het type, dat zich laat mishandelen. Dat wordt ondersteund door vele getuigen die bekend waren met het karakter van Tonie van Maurik en verklaren, dat het gebruik van fysiek geweld niet bij hem paste. Uit hetgeen ik naar voren heb gebracht dient de voorlopige hechtenis te worden opgeheven wegens het ontbreken van ernstige bezwaren.

Subsidiair.
Het ontbreken van gronden. Cliënt wordt over één kam geschoren met de andere verdachten, die een groot belang hebben bij de afgelegde verklaringen van de kroongetuige. De zaak van cliënt -van 17 jaar geleden- is niet relevant met betrekking tot de verklaringen tegen de medeverdachten van de kroongetuige. La Serpe heeft ten aanzien van cliënt ontlastend verklaard. Cliënte heeft geen belang bij het feit of de verklaringen van La Serpe tegen de overige verdachten nu wel of niet gebruikt kunnen worden in dit proces. De zaak van haar had ook kunnen worden afgesplitst. Alleen omdat de verdachten van de moord op Van Maurik van meerdere liquidaties worden verdacht, loopt zij noodgedwongen mee in het ‘carrousel’ met als gevolg, dat zij in voorlopige hechtenis dient te wachten op de uitspraak, die zo als het er nu uitziet pas eind van het jaar/begin volgend jaar zal plaatsvinden. Dat is onwenselijk lang en in strijd met de jurisprudentie van het EHRM. De arresten waarin het EHRM heeft geoordeeld over de vraag of de voorlopige hechtenis toelaatbaar is, zijn gewezen naar aanleiding van de vraag of artikel 5, lid 3 van het EVRM was geschonden. Deze bepaling schrijft voor:"ieder heeft het recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of hangende het proces in vrijheid te worden gesteld", tenzij er gronden zijn die het voorarrest kunnen rechtvaardigen

De enige grond is de 12 jaar grond. Met alle respect, het is niet goed voorstelbaar dat na 17 jaren na de liquidatie nog sprake is van een maatschappelijke beroering, die het delict heeft veroorzaakt. In het kader van de vraag die uw rechtbank thans dient te beantwoorden, is met name de jurisprudentie van het EHRM inzake de Europese grond ‘disturbance to public order’ van belang. In het kader van een verdragsconforme interpretatie van de ernstige geschokte rechtsorde zijn met name de hiervoor genoemde grondregels van belang:

-Voorlopige hechtenis is een ultimum remedium (vrij, tenzij…)
-Argumenten ter rechtvaardiging van voorlopige hechtenis mogen niet allen worden gebaseerd op de ernst van het feit (voorlopige hechtenis mag niet worden gebruikt als ‘voorstraf’)
-Argumenten ter rechtvaardiging van voorlopige hechtenis mogen niet uitsluitend worden gebaseerd op abstracties en algemene veronderstellingen, zij moeten (mede) zijn gebaseerd op de concrete feiten en omstandigheden van het specifieke geval dat voorligt.

Op basis van deze verdragsconforme interpretatie dient uw rechtbank een inschatting te maken of het gevaar (maatschappelijke onrust)dat de voorlopige hechtenis beoogt weg te nemen, zich in onderhavige zaak zal realiseren, indien cliënte op vrije voeten zal worden gesteld.

De verdediging is van mening, dat in onderhavige zaak geen concrete aanwijzingen zijn, dat vrijlating van cliënte in afwachting van het verdere proces mogelijk wel tot maatschappelijke onrust zou leiden. (Ik verwijs naar de uitspraak van de rechtbank Haarlem d.d. 13-4-2007 LJN:BA2938) Ook is de voorlopige hechtenis van de medeverdachten Nan Paul de Boer en Freek Stevens op enig moment door uw rechtbank opgeheven. Heeft de invrijheidsstelling van deze twee verdachten de rechtsorde ernstig geschokt. Ik dacht van niet.

Nu er geen gronden zijn, verzoek ik uw rechtbank de voorlopige hechtenis op te heffen en cliënte in vrijheid te stellen.

Meer subsidiair.
Cliënte zit in voorarrest sinds 29 september 2008 ( 20 maanden).Voor het zelfde feit heeft zij ook al eens van 27 juli 1993 tot 5 oktober 1993 in voorlopige hechtenis gezeten (ruim2 maanden). Dat staat gelijk met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van bijna 36 maanden minus de VI. Naar het oordeel van de verdediging is de situatie van artikel 67a, lid 3 Strafvordering aan de orde.

Schorsing is gerechtvaardigd -zoals ik reeds hiervoor heb betoogd- op grond van de lange duur van het reeds ondergane voorarrest van ruim 22 maanden en de lange tijd die nog zal verstrijken voordat in haar zaak vonnis zal worden gewezen. De gelijktijdige berechting van zaken tegen de medeverdachten is in de zaak van cliënt niet noodzakelijk zoals ik reeds heb aangegeven. Er is duidelijk sprake van overschrijding van de redelijke termijn en dat is in strijd met de jurisprudentie van het Europese Hof en van de Hoge Raad. De medische situatie van cliënte is ondanks haar operatie op 3 februari 2009 nog steeds problematisch. Zij heeft constant pijn in haar onderbuik. Ik verwijs daarvoor naar het bijgevoegde medisch dossier van de P.I. Nieuwersluis.

Redenen om cliënt te schorsen.

De beslissing volgt op Donderdag 25 Mei.

Bondtehond

'Aan de orde is het vierde wrakingsverzoek in het onderzoek Passage'

Het Openbaar Ministerie bracht na het wrakingsverzoek van Mrs. Kuijpers en Millesen advies uit aan de wrakingscombinatie in de bunkerrechtbank. Officier van justitie Betty Wind droeg het advies voor. Dit kon in het kort volgens Wind. Het OM zou het OM niet zijn als deze zou adviseren het verzoek toe te staan. Het werd dan ook al meteen aan het begin van haar betoog duidelijk dat het OM op afwijzing aanstuurt. Na 3 eerdere afgewezen verzoeken sinds de start van de inhoudelijke behandeling zou ook dit wrakingsverzoek hetzelfde lot moeten treffen, aldus Wind. De officier van justitie lichtte het advies toe, maar eerst merkte zij op dat zij het ongepast achtte dat de raadslieden van Moppie Rasnabe openlijk in de media de rechtbank bekiritiseerden. Dit verdiend volgens Wind niet de schoonheidsprijs. Volgens haar zou enige terughoudendheid op zijn plaats zijn geweest.


Officier van justitie Betty Wind vervolgens:
De raadsman heeft ter onderbouwing van zijn verzoek aangevoerd;
1 - dat het OM voor de rechtbank heeft bepaald waar de grens ligt tussen het domein van het TGB en het domein van de deal en daarmee van de rechtbank.
2 - dat de rechtbank ambtshalve gehouden is alle feiten in het kader van de (on)rechtmatigheid van de deal te toetsen en niet bereid is gebleken scenario's anders dan die van het OM te toetsen.
3 - dat de rechtbank daarmee kennelijk de verklaringen van La Serpe met betrekking tot het TGB-traject van onvoldoende gewicht heeft geacht voor nader onderzoek, terwijl de rechtbank de zaaksinhoudelijke verklaringen van La Serpe telkens wel van voldoende gewicht heeft geacht voor het verlengen van voorarrest.
4 - dat de rechtbank daarmee telkens ten nadele van Rasnabe de verklaringen van La Serpe tweeledig waardeert: waar voor zover belastend, onwaar voor zover ontlastend. Daarmee zou de rechtbank de schijn van partijdigheid op zich hebben geladen.

Uw wrakingskamer heeft te beoordelen of zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert dat aan de onpartijdigheid van de rechtbank getwijfeld moet worden of dat daaraan door Rasnabe objectief gerechtvaardigd getwijfeld kan worden.

De rechtbank heeft een tussenbeslissing genomen op een punt waarop door de verdediging, waaronder die van Rasnabe een tussenbeslissing is gevraagd. De tussenbeslissing is zeer uitgebreid en grondig gemotiveerd en van partijdigheid of vooringenomenheid is volstrekt geen sprake.

Anders dan de raadsman stelt is het onjuist dat het OM voor de rechtbank heeft bepaald waar de grens tussen beide trajecten, het TGB-traject en de OM-deal, ligt. Er is over de verzoeken tot nader onderzoek van de verschillende verdachten uitgebreidt debat gevoerd, waarbij het OM naar de wet en regelgeving en de wetsgeschiedenis heeft verwezen en de raadslieden uitgebreidt hun standpunten en verzoeken hebben kunnen toelichten. De rechtbank heeft vervolgens als onafhankelijk college een beslissing genomen. De rechtbank heeft onder verwijzing naar de wet en regelgeving en de wetsgeschiedenis, die door de rechtbank duidelijk zeer uitgebreidt is bestudeerd, geoordeeld dat de strafrechter in beginsel slechts heeft te oordelen over de rechtmatigheid van de OM-deal en niet over afspraken in het kader van getuigenbescherming en onderhandelingen daaromtrent.

Geschillen tussen een kroongetuige en de Staat op dit punt horen in beginsel bij de civiele rechter thuis. Er zal, zo heeft de rechtbank op basis van de wet en de wetsgeschiedenis geconcludeerd, een begin van aannemelijkheid moeten zijn dat dat sprake is geweest van onrechtmatig gebruik van informatie of onrechtmatige beïnvloeding van de getuige door of mede door de zaaksofficieren inclusief de CIE officier wil nader onderzoek daarnaar aangewezen zijn. Of er zal sprake moeten zijn van zwaarwegende aanwijzingen dat er sprake is van excessieve of volstrekt niet te onderbouwen beschermingsmaatregelen of toezeggingen daartoe, waartoe geen redelijk handelend officier van justitie had kunnen komen, willen verzoeken tot nader onderzoek naar beschermingsmaatregelen en onderhandelingen daarover, voor toewijzing in aanmerking komen. De verzoeken van de verdediging dienen daarbij tegen de achtergrond van artikel 359a Sv te worden beoordeeld.

De rechtbank is vervolgens tot de conclusie gekomen dat de verschillende verzoeken moeten worden afgewezen omdat -kort samengevat en zakelijk weergeven- hetgeen is aangevoerd ofwel buiten het voor de strafzaak van belang zijnde kader van 359a Sv valt, ofwel omdat geen sprake is van het begin van aannemelijkheid van het onrechtmatig gebruik van informatie of onrechtmatige beïnvloeding van de kroongetuige ofwel omdat van de vereiste zwaarwegende omstandigheden niet is gebleken. Het namens Rasnabe gedane beroep op de Karman-doctrine kan volgens de rechtbank geen doel treffen, omdat het hier om een heel andere situatie gaat dan waar het Karman-arrest op zag.

Goede lezing leert dat de rechtbank heeft aangenomen dat hetgeen door La Serpe is aangevoerd ofwel niet relevant is voor de rechtbank in de strafzaak te nemen beslissingen ofwel dat hij onvoldoende heeft aangevoerd om aannemelijk te maken dat sprake is geweest van ontoelaatbare toezeggingen, het onrechtmatig gebruik van informatie of onrechtmatige beïnvloeding. Over de betrouwbaarheid van La Serpe en zijn zaaksinhoudelijke verklaringen heeft de rechtbank zich in deze tussenbeslissing in het geheel niet uitgelaten. Ook in eerdere beslissingen heeft de rechtbank daaromtrent nog geen standpunt ingenomen. Integendeel. De rechtbank heeft juist telkens uitdrukkelijk overwogen daarover pas na afloop van het totale onderzoek ter zitting een standpunt te willen innemen en heeft er telkens blijk van gegeven dit uitgangspunt ten volle te hanteren. Opmerking verdient in dit verband nog dat de ernstige bezwaren die de rechtbank telkens hebben gebracht tot de beslissing van de voorlopige hechtenis van Rasnabe ook bepaald niet uitsluitend gestoeld zijn op de verklaringen van La Serpe. In de zaak Tanta (dubbele liquidatie Ouderkerkerplas, 1993) zijn deze beslissingen zelfs uitsluitend gebaseerd op andere bewijsmiddelen.

De conclusie moet zijn dat -in de bewoordingen van de jurisprudentie- geen sprake is van zwaarwegende omstandigheden die maken dat aan de onpartijdigheid van de rechtbank getwijfeld moet worden. Zo Rasnabe vreest voor vooringenomenheid, is die vrees niet objectief gerechtvaardigd. Onze conclusie is daarnaast dat de rechtbank het bepaald niet heeft verdiend om vanwege de laatste tussenbeslissing opnieuw tegenover een wrakingskamer te zitten, Integendeel. Het is een tussenbeslissing die vanwege haar grondige opbouw en onderbouwing de boeken in kan gaan en waaruit niets maar dan ook niets blijkt van vooringenomenheid. Wij adviseren tot afwijzing van het wrakingsverzoek.

De uitspraak van wrakingkamer volgt op Dinsdag 25 Mei.

Bondtehond

'Men zal zich afvragen, wat gebeurt er toch allemaal in die Bunker?'

Dinsdag diende het wrakingsverzoek van Mr. Jan Hein Kuijpers in de zaak van zijn cliënt Mohammed 'Moppie' Rasnabe in de bunker te Osdorp. De huidige rechtbank met rechtbankvoorzitter Lauwaars en beide vrouwelijke rechters hadden plaats gemaakt voor de wrakingscombinatie en zaten nu in de zaal. In beginsel worden wrakingsverzoeken achter gesloten deuren behandeld, meldde de voorzitter van de wrakingskamer, echter omdat de rechters, het OM en de raadslieden daar geen bezwaar tegen hadden, werd het een openbare behandeling. De verdachten Fred Ros, Sjaak Burger en Pinny Song mochten ook bij de behandeling aanwezig zijn. Ali Akgün en Jesse Remmers hadden vanochtend ieder afstand getekend en waren in de EBI te Vught gebleven. Mr. Jan Hein Kuijpers kwam met een betoog van meer dan een uur waarin hij samen met zijn kantoorgenoot Mr. Nillesen het wrakingsverzoek motiveerde. Lees hier het wrakingsverzoek.        De uitspraak op dit wrakingsverzoek is op Dinsdag 25 Mei.


De rechtbank zou de schijn van partijdigheid hebben gewekt bij de advocaat van Moppie Rasnabe omdat verklaringen van La Serpe volgens de raadsman wel voor waar worden aangenomen waar deze belastend zijn en voor onwaar waar deze ontlastend zijn. Deze reactie komt op de tussenbeslissing van 27 April. Alle verzoeken tot onderzoek werden die dag afgewezen. De raadslieden wilden onderzoek naar het onrechtmatig handelen van het TGB (Team Getuigen Bescherming) en het Openbaar Ministerie. Omdat de rechtbank een oordeel heeft gegeven over de geloofwaardigheid van Peter La Serpe zou de rechtbank ook de schijn van vooringenomenheid hebben gewekt. Mr. Nillesen wees op jurisprudentie waar de beslissing van de rechtbank niet mee in overeenstemming is. Ook gaf de raadsman enkele voorbeelden in gelijksoortige situaties waar wel onderzoek is gedaan en waarbij officieren van justitie en politiemensen wel zijn gehoord.

Volgens rechtbankvoorzitter Lauwaars heeft de rechtbank zich niet uitgelaten over de geloofwaardigheid van de kroongetuige. Peter La Serpe kwam met te weinig onderbouwing van zijn stellingen om verder onderzoek te gelasten. Het OM bracht vervolgens advies uit aan de wrakingskamer. Dat is onze taak in deze, zei Betty Wind. Wind: Dit moet ons van het hart. Een wrakingsverzoek is een zwaar middel en moet niet te lichtvaardig behandeld worden. Dat het verschenen is in de media voor de rechtbank kennis kon nemen van dit verzoek bevreemd ons ten zeerste. Dat verdiend niet de schoonheidsprijs. De officier van justitie Wind adviseerde de wrakingskamer het verzoek af te wijzen. Dit advies morgen ook wat uitgebreider op deze site.

Nadat de wrakingscombinatie was vertrokken, ging de zitting met Lauwaars als voorzitter verdergaan. Het wrakingsverzoek houdt nl in dat de zaak van Moppie Rasnabe voorlopig geschorst is, maar de andere gewoon doorgang vinden. De rechtbank inventariseerde de nog te behandelen punten.

Hier een groot deel van de genoemde punten:
- Vandaag zou getuige Q5 en het Hoger beroep m.b.t tot getuigen F1 en F3 ter sprake komen, maar daarvoor moeten nog stukken binnenkomen en worden bestudeerd. De verklaring van de anonieme beschermende getuige ‘Q5’ wordt nu 25 Mei voorgehouden.
- Ook de Baja-personeel stukken worden op een later tijdstip behandeld.
- De heer De Haas ontkent La Serpe gratie te hebben toegezegd.
- Het NFI-rapport werd besproken m.b.t. tot de zaak Houtman. Het NFI heeft slachtvarkens met plastic zakken water gebruikt om de in- en uitschotwonden te onderzoeken. Er is een serie schoten afgeschoten. De verwondingen zijn vergelijkbaar met het slachtoffer. Er is voor de Glock .45 ACP-munitie gebruikt en voor de Kalashnikov 7.62-munitie. Conclusie: De 21 beschadigingen aan de jas van Houtman zijn veel waarschijnlijker door de Glock veroorzaakt dan door de Kalashnikov. Er is onderzoek gedaan naar bloedspetters binnen de auto, maar de snelheid van een projectiel is zo snel dat er haast nooit bloedspetters optreden.
- Het verhoor van Gwenette Martha.
- Proces-verbaal van Dhr Mul.
- Jo Allen is wat voorgehouden.
- Het voorgeleidingsverbaal van Lesley Verkaart.
- Proces-verbaal van bevindingen uit Rotterdam.
- M.b.t. tot 'Cobra' : De sturing van La Serpe + stukken die zijn binnengekomen.
- Het proces-verbaal van verhoor van Dhr. Brenk. La Serpe zou een wegwerpgebaar hebben gemaakt....
(hulzen weggooien)
- Z45, Z35 en Z36 verklaren alle drie over de gang van zaken. Alle drie zeggen geen gebruik te hebben gemaakt van tactisch materiaal. Hulzen zegt ze niets.

Mr. Nico Meijering wil nog steeds duidelijkheid hoe het nou is gegaan met het uitwerken van de tactische verhoren. Meijering: De band is opgenomen en toen uitgewerkt. Er was een bepaalde werkdruk. Hoe is dat nou gegaan precies? Er zijn stukjes weggelaten. Wie heeft dat nou precies uitgewerkt? Kan daar nou meer klaarheid in gebracht worden? Dus welke verbalisant? Wie heeft de Uh's en Ah's weggelaten? Dat is een vraag die ik voor wil leggen. Ik zou willen dat uw rechtbank de opdracht geeft dit uit te zoeken. Ik vind het van belang dat uitgezocht wordt of dat dezelfde verbalisant is.

Betty Wind ziet de relevantie niet waarom nou uitgezocht moet worden wie die tactische verhoren heeft uitgewerkt. Ze zijn letterlijk uitgewerkt, dat is op zich al een uitzondering.

Mr. Meijering verschilt hier van mening. Het betreft hier de stapeling van niet-ontvankelijkheid. Hij wil hier klaarheid in hebben. Wie is nou verantwoordelijk? Het weglaten van passages kan van belang zijn of dat nu gebeurt is door ondervragende verbalisanten of door anderen?

Mr. Sander Janssen had enkele vragen. Betwist het OM dat er een uitstapje naar Disneyland Parijs is geweest op 29/30 Okt. 2005? (Knabbel en Babbel) En de 2 kaartjes met de vluchtroute van La Serpe die kwijt zijn geraakt, hoe zit dat? Het komt er op neer dat de enige 2 kaartjes waarin hij objectieve daderinformatie had kunnen geven, en die zijn dan kwijtgeraakt? Ik heb ook nog geen antwoord op mijn vraag, welke informatie had hij bij het ingaan van de verhoren? Die laptop, wat heeft daar allemaal opgestaan? Ik weet niet wat daar allemaal op staat. Of wat heeft er verder in die laptop gezeten? Dat is natuurlijk van groot belang, als er sprake is geweest van sturing. En die kluisverklaringen. Dat zouden wel es de meest objectieve verklaringen kunnen zijn die er bestaan. Kunnen we die kluiverklaring 1 + 2 inzien? Dan zie ik verder geen aanleiding hier verder op in te gaan en kunnen we dit eindelijk afsluiten. Ik wil weten wat er op die laptop stond die is gebruikt bij de kluisverklaringen.

Mr. Betty Wind: Wat betreft die missing kaartjes, we vinden dat we die conclusie niet kunnen trekken. De tactische informatie. De getuige weet dat 3 jaar na dato niet meer precies. Wat er op die laptop stond daar kan ik nu niets over zeggen. Het gaat erom wat zo'n verhoorder meedeelt. Dat hoeft niet verkeerd te zijn. Het kan horen bij de tactiek en bewust gedaan worden. Of dat allemaal op die laptop heeft gestaan, dat is dan nog maar de vraag. Er is geen sprake van nieuwe argumenten. Die discussie willen we niet voeren. we verwijzen naar die zitting. Het zou niet ter sprake moeten komen.

Mr. Sander Janssen: Volgens het OM zou helemaal niet aan de orde zijn dat de verhoorder bewapend met tactische informatie op weg gaat? Laten we het begin van het passageproces nou eens inzichtelijk maken.

Hierna was er nog een verzoek van Mr. Meerman, de raadsman van Pinny Song, tot opheffing voorlopige hechtenis van zijn cliënte. Daar kom ik later op terug.

Dinsdag 25 mei wordt de inhoudelijke behandeling voortgezet. Dan beslist de rechtbank ook over het verzoek van Mr. Meerman.

Bondtehond

vrijdag 7 mei 2010

Niet ontvankelijkheid na verpesten forensisch onderzoek?

Zoals aangekondigd, hier de tweede column van Ruben Poppelaars van forensisch adviesbureau Poppelaars & de Jongh - Forensic Consultancy. Afgelopen jaar is Ruben voor zichzelf begonnen en houdt kantoor in advocatenkantoor Kuijpers en van der Biezen in Den Bosch. Bij onze eerste ontmoeting vertelde de Forensisch onderzoeker/adviseur al e.e.a over zijn ambities. Spraakmakende zaken waar hij aan meewerkte liepen goed af voor de cliënten, zoals bij de rechtszaak ivm de liquidatie van Victor t'Hooft in Den Haag, alsook de Kastmoord te Nuth, waarbij de verdachten in beide gevallen, o.a. door het forensisch onderzoek opnieuw tegen het licht te houden, zijn vrijgesproken. Hiermee toonde Ruben eens en temeer het belang van goed (her-)onderzoek aan.


Ruben Poppelaars schrijft: Donderdag 29 april heeft het hof van ’s-Hertogenbosch de echtgenoot van Marga van Diessen, Hans L., veroordeeld voor 20 jaar cel, nadat de advocaat-generaal 18 jaar had geëist en de advocaat, mr. Arthur van der Biezen, had gepleit voor niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie door een opeenstapeling van vormverzuimen en onzorgvuldigheden op zowel juridisch als forensisch gebied, zoals dat de verdediging niet de kans heeft gehad om een tegenonderzoek te laten verrichten omdat de sporen onzorgvuldig waren behandeld of vernietigd, waardoor het scenario van de verdediging niet getoetst kon worden. Subsidiair pleitte de verdediging voor vrijspraak omdat er te veel twijfel was over wat zich nu precies heeft afgespeeld.

Met een uitspraak die hoger is dan de eis van de advocaat-generaal moge het duidelijk zijn dat het hof niet met de verdediging meeging. Volgens het hof was het onder meer de schuld van Hans dat het onderzoek bemoeilijkt is, doordat hij het lichaam van het slachtoffer twee maanden in de Belgische Ardennen heeft laten liggen.

In mijn betoog ga ik in op een aantal onzorgvuldigheden in het forensisch onderzoek. Hierbij heb ik het nog niet over de juridische vormverzuimen en onzorgvuldigheden, welke ook meer dan eens plaatsgevonden hebben.

Eerst zal ik kort vertellen wat er in deze zaak is gebeurd. Aan het begin van de zomer in 2006 geeft Hans zijn vrouw Marga Van Diessen op als vermist bij de politie. Twee maanden later rijdt Hans naar de Ardennen. Hierbij wordt hij gevolgd door de politie. De politie ziet dat Hans zijn auto in de Ardennen parkeert, het bos in loopt en met een pakket in landbouwplastic het bos uit komt lopen, welke hij in de kofferbak van zijn auto legt. Dan rijdt Hans weg, Duitsland in, waar hij door een Duits arrestatieteam wordt aangehouden. Hier blijkt dat in het in landbouwplastic ingepakte pakket een stoffelijk overschot bevat, wat later het stoffelijk overschot van zijn vrouw Marga Van Diessen blijkt te zijn.

Hans vertelt dat hij twee maanden eerder met Marga naar de Ardennen was gegaan om hun huwelijk te bespreken. Ook had Hans een luchtbuks bij zich die hij daar wilde uitproberen. Zijn vrouw zou gestruikeld zijn en met haar hoofd op de loop terecht zijn gekomen, welke vervolgens afging. Hij heeft haar toen in het bos achtergelaten.

Dit is natuurlijk een verschrikkelijk verhaal en ik wed dat vele na het horen van dit verhaal denken, “levenslang opsluiten!!”. Echter wat blijkt nou later als het lichaam onderzocht wordt? In de schedel zit inderdaad een gaatje wat veroorzaakt is door de luchtbuks en het kogeltje hiervan wordt teruggevonden in de oogkas. Alleen kan dit, volgens verschillende deskundigen, niet dodelijk zijn geweest. Er zitten echter nog een aantal andere gaten en beschadigingen in de schedel welke de dood wel degelijk kunnen verklaren.

Het is dus van belang dat onderzocht wordt hoe deze gaten en beschadigingen zijn ontstaan, aangezien dit niet aansluit met het verhaal van Hans. En ook al is het nog zo verschrikkelijk wat Hans heeft gedaan, je kunt niet zomaar aannemen dat Hans ook de veroorzaker is van de andere gaten en beschadigingen in de schedel. Marga kan bijvoorbeeld ook overleden zijn door diervraat, of verdwaalde jachtmunitie.

Om deze mogelijkheden te onderzoeken is een goed onderzoek van de plaats delict van groot belang. En hier ging het al fout. Toen de surveillance-eenheid van de politie Hans aan het observeren was toen hij de pakketten in landbouwplastic in zijn kofferbak legde hebben ze deze plek, nadat Hans weg was gereden, gemarkeerd met een steen. Een plek in het bos markeren met een steen, om deze plek later terug te vinden lijkt mij nu niet de meest praktische oplossing. Deze plek hadden ze natuurlijk moeten markeren met iets waar geen honderdduizend andere exemplaren van in dat gebied liggen!

De volgende dag is de politie teruggekomen om de vermoedelijke plaats delict te onderzoeken. Hierbij is gezocht naar de plek waar het lichaam twee maanden lang gelegen zou moeten hebben. Dit is gebeurd met speurhonden. Deze speurhonden hebben de plek echter niet gevonden. Dit terwijl de honden, volgens de begeleider van de honden, al gek worden van een druppeltje bloed. Je zou dus verwachten dat zo’n speurhond het wel zou ruiken als op een plek een lichaam twee maanden lang heeft liggen ontbinden.

Buiten het feit dat men geen idee had waar het lichaam had kunnen liggen hebben ze ook geen andere sporen gevonden. Je zou dus haast gaan denken dat de politie haar onderzoek bij een andere steen, dan die ze de vorige dag hadden neergelegd, is gestart. Het belang van dit onderzoek was dat men had kunnen onderzoeken of er munitiedelen op de plek waar het lichaam lag, lagen. Was dit het geval, dan had men kunnen onderzoeken wat voor type munitie dit was en of dit past bij de hypothese van de verdediging of het Openbaar Ministerie.

Twee dagen na het aantreffen van het slachtoffer wordt de sectie verricht. Normaal gesproken wordt een sectie verricht door een forensisch patholoog. Deze onderzoekt de verschillende weefsels om een uitspraak te kunnen doen over de manier van overlijden. Gaat het echter om een skelet, dan is het de bedoeling dat een forensisch antropoloog de sectie verricht. In dit geval was het lichaam van Marga geskeletteerd maar is de sectie verricht door een forensisch patholoog. Weliswaar in het bijzijn van een forensisch antropoloog in opleiding, maar deze heeft geen rapport uitgebracht.

De forensisch patholoog heeft verklaard dat de gaten en beschadigingen in de schedel de dood kunnen verklaren, en dat er aan de rest van het lichaam niets te zien was. Hierdoor heeft de Officier van Justitie besloten alles behalve de schedel vrij te geven en is het skelet, behalve de schedel, een week na het aantreffen gecremeerd. Hierdoor is aanvullend onderzoek aan het skelet onmogelijk geworden. Dit was voor de verdediging wel van belang omdat er gericht gezocht had kunnen worden naar sporen van diervraat en naar microscopisch kleine deeltjes die vrijkomen bij verschoten munitie. Ook dit valt voor de verdediging dus niet meer te onderzoeken.

Over de ontstaanswijze van de gaten in de schedel valt weinig te zeggen. Verschillende deskundigen in Nederland, België en de Verenigde Staten hebben zich erover gebogen, maar ze kunnen er weinig zinnigs over zeggen. Het kan door kogels zijn veroorzaakt, maar ook door klappen op het hoofd. Over de mogelijke veroorzaker van de gaten kan wellicht meer gezegd worden als er naar microscopische deeltjes op de schedel gezocht wordt. Dit is ook gedaan en hierbij zijn verschillende metaaldeeltjes aangetroffen. Het ontstaan van deze metaaldeeltjes kon op verschillende manieren verklaart worden, mede door een inslag van jachtmunitie.

De deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut geven echter ook aan dat de beschadigingen bevuild zijn met metaaldeeltjes uit hun airconditioning en het cirkelzaagje waarmee de beschadigingen zijn uitgenomen. Hierdoor is de onzekerheid over de ontstaanswijze van de gaten in de schedel nog groter geworden. We weten namelijk niet of de deeltjes die aangetroffen zijn van de veroorzaker van de beschadigingen afkomstig zijn of van de gebruiksvoorwerpen van de onderzoekers zijn. Dus ook dit onderzoek kan geen bijdrage leveren aan het onderzoek van de verdediging.

Zoals gezegd was het lichaam van Marga verpakt in landbouwplastic. Onderzoek hieraan zou iets kunnen zeggen over de hypothese van de verdediging. Als er sprake was van verdwaalde jachtmunitie zouden er namelijk verschillende gaatjes in, en microscopische metaaldeeltjes van de munitie op, het landbouwplastic aangetroffen moeten worden. Bij diervraat zouden hier kenmerkende krassen van op het plastic komen.

Het landbouwplastic is in eerste instantie door de technische recherche onderzocht. Deze heeft het plastic tot twee maal toe schoongemaakt met water en zeep! Om de stank eruit te krijgen! Dit is natuurlijk een cruciale fout, want als er microscopische deeltjes op het plastic zaten, zijn deze nu wel weggewassen, of in ieder
geval verplaatst! Het landbouwplastic wordt vervolgens uitgevouwen en bekeken. Hierbij is gebleken dat er kleine gaatjes in het landbouwplastic zaten en er krassen in het plastic zaten welke veroorzaakt zouden kunnen zijn door dieren.

Het landbouwplastic is hierom naar het Nederlands Forensisch Instituut gestuurd om verder onderzoek te laten verrichten aan de gaatjes, zodat gekeken kan worden of deze zijn veroorzaakt door jachtmunitie. De deskundige heeft vervolgens verklaard dat de gaatjes kunnen zijn ontstaan door een schietproces maar kan daar geen zekerheid over bieden. Hierover kon onderzoek aan microscopisch kleine sporen uitkomst bieden. Dit is, ondanks het vele schoonmaken van het plastic, gebeurt en er zijn sporen aangetroffen die van munitie afkomstig konden zijn. Deze sporen konden echter ook zijn ontstaan tijdens het onderzoek van de technische recherche aangezien de ruimte waarin het plastic is onderzocht ook gebruikt werd als schiethal, en het hier dus bomvol schotresten ligt! Dus ook na onderzoek van het landbouwplastic kon niets gezegd worden over de hypothese van de verdediging.

Zoals hierboven blijkt, is het forensisch onderzoek fout gegaan op de vermoedelijke plaats delict, aan het slachtoffer en aan het materiaal waarin het slachtoffer verpakt was. Nu kun je je afvragen wat hier uiteindelijk het belang van is. Hans reed met het stoffelijk overschot van zijn vrouw in de kofferbak en heeft bekend dat hij haar in het bos had achtergelaten na haar, per ongeluk, door het hoofd te hebben geschoten. Dit kun je reden genoeg vinden om aan te nemen dat hij die andere gaten ook wel zal hebben veroorzaakt.

Dit weet je alleen niet zeker. En alle manieren om te onderzoeken hoe het gebeurt kan zijn, zijn verpest door het ongelooflijk slechte forensisch onderzoek. Hans heeft hierdoor weinig kans om aan te tonen dat hij die andere beschadigingen in de schedel niet heeft veroorzaakt. Als hij die gaten niet heeft veroorzaakt is hij ook niet degene die haar gedood heeft. Hans heeft daarom geen eerlijk proces gehad hetgeen in strijd is met het Europees Verdrag van de bescherming van de Rechten van de Mens.

Ook al vind je dat de hypothesen van de verdediging te onwaarschijnlijk zijn, kun je je ook afvragen hoe integer de Nederlandse rechtstaat is als het Openbaar Ministerie, waar de politie onderdeel van is, zo ongelooflijk veel en cruciale fouten mag maken, zonder dat hier consequenties aan verbonden worden. Het feit dat zowel de rechtbank als het Hof hebben geconstateerd dat er verzuimen en onzorgvuldigheden hebben plaatsgevonden maar dat deze niet ernstig genoeg zijn om daaraan consequenties te verbinden, wekt de indruk dat het voor de politie helemaal niet uitmaakt of ze hun werk fatsoenlijk uitvoeren of niet. Als ze iets ‘goed’ doen, wat vaak in het nadeel van de verdachte is, wordt het meegenomen in het proces en als ze een onderzoek verpesten, maakt dit niet uit en worden hier geen consequenties aan verbonden.

Hierdoor zullen deze fouten in het vervolg weer makkelijk gemaakt worden. Dat de professionaliteit van de technische recherche twijfelachtig is, is bij mij al een tijdje bekend. Maar of dit op deze manier ooit gaat veranderen, betwijfel ik hierdoor ook steeds meer. Ook dit vind ik eigenlijk al reden genoeg om het Openbaar Ministerie in deze zaak niet ontvankelijk te verklaren. Als dit gebeurd zou zijn, zou het bij de politie pijnlijk duidelijk worden wat een prutswerk ze in deze zaak hebben geleverd, en is de kans een stuk groter dat ze dit in het gevolg proberen te voorkomen. Met grote belangstelling wacht ik het standpunt van de Hoge Raad in deze zaak af.
-Door Ruben Poppelaars-

Bondtehond